“Vier dagen duisternis in het hart van Bergen”. Met dit onderschrift zet het Beyond The Gates festival in de stad met de meeste regenval van Europa zichzelf heel passend in de kijker. Sinds 2013 staat dit festival inderdaad garant voor een zwartgeblakerde line-up, die enkele grote namen binnen de extremere genres (black, death, doom, thrash) combineert met heel wat voortreffelijke blackmetalbands. Zo ook dit jaar. De road trip die ik deze zomer met mijn gezin maak doorheen Noorwegen is zo uitgestippeld dat ik de laatste dag van het festival kan meepikken. En dat is ook een bewuste keuze, aangezien de zaterdag van Beyond The Gates volledig in het teken staat van black metal, met enkel maar heel interessante namen. Op het menu: vijf Noorse bands, waarvan er drie een thuiswedstrijd spelen. En Beyond The Gates zou Beyond The Gates niet zijn zonder een aantal unieke sets…

De regenhoofdstad van Europa maakt vandaag zijn naam absoluut niet waar. Voor de start van deze festivalavond bezoek ik met mijn gezin nog de stad Bergen onder een stralende zon. De stad zelf is absoluut een meerwaarde voor wie een bezoek aan Beyond The Gates overweegt. Of Beyond The Gates is een absolute meerwaarde voor wie de stad wil bezoeken: het is maar hoe u het bekijkt. De gezellige drukte van Fisketorget, de lokale vismarkt aan de haven, waar walvisvlees (foei!) nog gewoon tussen de vis en schaaldieren (en eland en rendier, voor de toeristen) ligt, geeft de stad een bruisende atmosfeer mee. Bryggen, de duizend jaar oude havenwijk met zijn houten handelshuizen, is zelfs UNESCO werelderfgoed. Het is druk in Bergen, maar vandaag (en de voorbije dagen zal dat niet anders geweest zijn) lopen er opvallend veel mensen in zwarte T-shirts tussen de Japanse toeristen die net van hun cruiseschip gestapt zijn. De meneer met het Slipknot T-shirt zal hier waarschijnlijk niet zijn voor Beyond The Gates, de man met Burzum op zijn omvangrijke buik (je moet het maar durven, op een boogscheut van de heropgebouwde Fantoft staafkerk) duidelijk wel. Op onze wandeling doorheen de stad komen we meermaals dezelfde vriendelijke Duitser met een Absu­ T-shirt tegen (Absu deed deze nacht nog The Night Shift in Kulturhuset). Niet alleen in Fisketorget, maar ook in het steegje Kjellersmauet, waar we allebei de iconische foto van Kvitrafn (Einar Selvik) probeerden te reproduceren.

Omwille van de gezinswandeling laat ik deze namiddag Utflod en Wrath in Kulturhuset aan mij voorbijgaan en kies ik dus enkel voor het hoofdmenu in het impressionante Grieghallen. Hier komen mensen ook kijken naar klassieke concerten, opera en musicals en dat zie je onmiddellijk: de zaal is een soort auditorium met stoeltjes en een relatief beperkte zone voor staanplaatsen net voor het podium. Buiten de zaal is er een grote ruimte voor merch-standjes, een bar (er is hier doorlopend water voorzien in kannen met bekertjes – daar kunnen we in België en Nederland nog iets van leren!) en een fototentoonstelling (“The Devil in Detail – album art 2010-2025”) met de kunst van Zbigniew M. Bielak, die heel wat spraakmakende albumcovers ontwierp.

Vanavond (of beter gezegd: deze namiddag, want het concert start al om half vijf) wordt de spits afgebeten door Helheim en dat is dan ook al onmiddellijk de eerste band die uit Bergen zelf afkomstig is. Op Beyond The Gates spelen ze hun debuutalbum Jormundgand (1995) in zijn totaliteit. Een eerste memorabel moment dus! Het is even wachten vooraleer het optreden start, maar het op dat moment nog niet echt talrijk aanwezige publiek (ik merk op dat er opvallend veel verschillende nationaliteiten en leeftijden vertegenwoordigd zijn vanavond) blijft opvallend rustig. Geen handgeklap, geen over-en-weer geroep, maar wel een groep mensen die rustig maar vol anticipatie wacht op de actie op het podium. En die komt er zeker, want Helheim zet een geweldige performance neer. Gelukkig zit het geluid ook onmiddellijk goed, waardoor Jormundgand (het openingsnummer) in al zijn extreme hevigheid kan losbarsten. Anno 2025 staat Helheim voor wat meer afwisseling, toegankelijkheid en diepgang, maar de band slaagt er wonderwel in om de dagen van weleer terug te brengen op het podium hier in hun thuisstad. Vocalist (en tevens de bassist van de band) V’gandr haalt daarvoor probleemloos zijn lekker extreme, schelle gil weer boven. De overtuiging en de beleving spatten er bij hem gewoon vanaf, terwijl gitaristen H’grimnir en Reichborn eerder sereen ogen, elk in hun eigen wereldje en drummer Hrymr met een brede glimlach op het gezicht duidelijk geniet van het moment. V’gandr wordt vocaal regelmatig bijgestaan door de beide gitaristen (zowel afwisselend als simultaan), wat de dynamiek op het podium wel duidelijk verhoogt. De keyboardspeler achteraan bedient ook de pauken, die de livemuziek bij momenten nog wat extra punch en impact meegeven.

Voor het intermezzo Nidr ok Nordr liggr Helvegr worden twee gastartiesten op het podium verwelkomt: een zangeres die met haar zachte stem de folkmelodieën van dit verder instrumentale nummer vertolkt en een mondharpspeler. Het ideale tegengif voor de intense brok furieuze black metal die Jormundgand verder in feite is. Na dit rustmomentje neemt V’gandr even de tijd om het album in te leiden en te kaderen. “Somebody knows the next song?” Volledige stilte. “So nobody has ever heard the album before? Then let me introduce Gravlagt I Eljudne to you.” Even een ongemakkelijk moment toch…

Onder een rood licht geeft Helheim het beste van zichzelf en naarmate de set vordert wordt het geluid zelfs nog voller, intenser en steviger. Grieghallen komt ondertussen helemaal onder stoom. H’grimnir en Reichborn toveren prachtige melodische riffs uit hun instrumenten, terwijl V’gandr zijn extreme gillen vol overgave afwisselt met lagere grunts en cleane zang. Dit ontwikkelt zich tot een heel erg overtuigende combinatie die zijn effect op het publiek zeker niet mist. Er gebeurt ook genoeg op het podium om de set van begin tot einde interessant te houden. Zo komt een jongedame het nummer Svart Visdom ondersteunen met warme, melancholische trompettonen. Het nummer is niet alleen een hoogtepunt van het album, maar ook van deze set: als er één song is die je volledig terug katapulteert naar 1995, dan is het wel Svart Visdom…

Jormundgand was al een geweldig album, maar vanavond blijkt dat het zich ook perfect leent tot dit soort integrale vertolking op een podium. Het bevat namelijk voldoende afwisseling om doorlopend te blijven boeien en te blijven verrassen. We krijgen old-school black metal van topniveau te horen/zien, met hier en daar opvallende folk- en andere sfeerelementen. Zo zorgt het sfeervolle intermezzo Jotnevandring, met zijn zachte pianomomenten (op vleugelpiano, jawel!) én een heel indringende performance van V’gandr, voor een opvallend moment. Het leidt moeiteloos het volgende hoogtepunt in: de brok energie die Nattravnens Tokt heet. Dankzij de vele tempowissels en de subtiele, maar gemene dissonanten in de gitaren (én wat distortie) is dit duidelijk de publiekslieveling vanavond. Wanneer het doek zich sluit weerklinken nog de extreme schreeuwen van afsluiter Galder. Geen extra’s vanavond, maar een pure en felgesmaakte performance van Helheims pièce de résistance. De toon is gezet voor vanavond en Helheim heeft de lat alleszins al heel hoog gelegd voor vanavond. Wie doet beter…?

Het geheimzinnig Dark Sonority dan misschien? Deze band uit Trondheim maakt deel uit van de fameuze Nidrosian blackmetalscene (die aan de stad Trondheim is verbonden) en bevat leden van verschillende andere smaakmakende cultbands als One Tail One Head, Whoredom Rife, Djevel en Vemod. Eigenlijk is Dark Sonority de herrezen vorm van de band Kaosritual, die na de dood van Steingrim Torson Brissach in 2009 uiteenviel. Beide incarnaties brachten maar weinig materiaal uit (de demo Rituell Katarsis (2004) en het full-length album Svøpt morgenrød (2007) door Kaosritual, en de EP Kaosrekviem (2012) door Dark Sonority) en de band treedt ook amper op. Slechts een zeldzame keer zijn ze live te bewonderen. Hun optreden vanavond is dan ook heel bijzonder, temeer omdat ze voor de allereerste keer ooit geen enkel nummer van Kaosritual spelen…

Opnieuw is de zaal echter nog niet volgelopen wanneer orgelmuziek de zwarte mis inluidt, terwijl de gordijnen nog even dicht blijven. Zo wordt de sfeer langzaam opgebouwd en wanneer de gordijnen zich dan toch openen zien we de bandleden staan, gekleed in zwarte gewaden, onbeweeglijk en met de rug naar het publiek, tussen kaarsen en temidden van heel veel rook. Dark Sonority moet het niet hebben van agressie of brutaliteit, maar creëert een rituele, sacrale sfeer op het podium. De band laat de instrumenten spreken op openingsnummer Through Tongues of Fire en beperkt het visuele aspect tot de gewaden, de kaarsen en de rook onder een felrood licht. De muziek is bij het begin van het optreden vooral broedend, duister en subversief en bouwt langzaam op naar een eerste voorzichtige eruptie.

De duivelse eucharistie wordt voorgegaan door Luctus, die met de armen wijd lijkt voor te lezen uit een (satanische) bijbel. Af en toe slaat hij een pagina van het lijvige boek open en die handeling draagt bij tot het sacrale aspect van dit optreden. Luctus wisselt cleane, religieuze zang af met een gemeen, rauw, Attila Csihar-achtig stemgebruik. Deze ervaring maakt in mijn gehoor dan ook onbewust connecties met Litourgiya en De Mysteriis Dom Sathanas. Het dikke, bedachtzame drumgeluid, het betoverende, melodische tremolo, de broeierige bassen, de bezwerende grommen van Luctus, de gewaden, de rook en het rode licht: het draagt allemaal bij tot een onvergetelijke, sfeervolle en behoorlijk indrukwekkende totaalbeleving.

Geen nummers van Kaosritual dus vanavond, wel Du morgenstjerne, morgenrødens sønn van hun Kaosrekviem-album en drie tot nog toe onuitgegeven songs (Through Tongues of Fire, Mercurian Keys en Your Phosphorescent Threshold Apast). Met het oog op herkenbaarheid was de toegift van vanavond echter misschien wel één van de hoogtepunten van hun show: een overtuigende en heerlijk beklemmende versie van Ærie Descent, een klassieker van hun stadsgenoten van Thorns. Een heel geslaagd einde van een unieke set en een beklijvende performance.

Over unieke sets gesproken: vanavond treedt Gehenna voor de allereerste keer op in hun originele line-up. Weliswaar zonder Sarcana dan, want zij kon door omstandigheden niet aanwezig zijn en werd vervangen. Op dit reünieconcert speelt de band uit Stavanger enkel nummers van hun eerste drie albums, waarvan de geremasterde versies trouwens recent zijn heruitgegeven via Darkness Shall Rise Productions.

Er is duidelijk meer anticipatie (en enige nervositeit) op te merken bij het publiek voor dit, alweer unieke, concert. De spanning wordt nog wat meer opgebouwd door de vreemde belletjes, kinderkoren, galmende stemmen en andere vreemde, unheimische geluiden die van achter het gordijn opdoemen. Een mijmerende gitaar neemt over met heldere akkoorden, waarna het doek opgaat en Touched and Left for Dead wordt ingezet. De nadruk ligt onmiddellijk op die typische, bijna sprookjesachtige synths en de band kiest er met de keuze van zijn openingsnummer resoluut voor om nog even verder op te bouwen met monumentale, trage, melodische riffs en Dolgars grommende, rafelige stemgeluid. Bassist Svartalv valt al onmiddellijk op met zijn duivelse gezichtsuitdrukkingen en actieve speelwijze. De man heeft bijzonder veel podiumpresence en trekt zo heel wat van de aandacht naar zich toe. Het is geweldig om hem bezig te zien. Zijn energieke voorkomen contrasteert dan weer met zijn collega Sanrabb aan de andere kant van het podium, die zijn gitaar eerder rustig en ingetogen beroert. Centraal bespeelt Dolgar vol zelfvertrouwen en bijna achteloos dan weer zijn eigen gitaar, terwijl hij de teksten het publiek inspuwt.

“A witch is born!” Ik kan de lokzang van deze heks echt niet weerstaan en dus kan ik het niet laten om af en toe eens mee te grommen met Dolgar… Het keyboard van de vervanger van Sarcana is niet altijd even goed hoorbaar, maar dat blijkt eerder een keuze van de band te zijn dan een technische fout, want later in de set zijn de synthklanken (gelukkig) toch weer prominenter aanwezig.

Uiteraard is Gehenna geen brute band en ligt de nadruk vandaag dan ook vooral op sfeer en melodie. Met Through the Veils of Darkness (net als A witch is born afkomstig van Seen Through the Veils of Darkness (The Second Spell)) komt er af en toe wel wat meer dynamiek in het spel, maar dit nummer herbergt ook enkele prachtige, dromerige momenten, waarbij de synths met hun melodische bekoring de hoofdrol mogen spelen.

Het was even wachten op een nummer van mijn favoriete Gehenna-album, First Spell, maar Angelwings and Ravenclaws lost de verwachtingen helemaal in en het lukt me dan ook niet om stil te blijven staan. Geen wilde taferelen in het publiek trouwens, maar wel veel op-en-neer gaande hoofden van mensen die genieten van deze grondleggers van de melodische black metal. Ik zie mensen letterlijk wegdromen en tijdens dit concert is dat gewoon helemaal okee: Gehenna brengt op het podium een duistere droomwereld tot leven waar het publiek zich helemaal in kan verliezen, zonder moshpits of andere gekke toestanden.

Het is genieten van begin tot eind en wanneer dan de doordringende, orgelachtige klanken van The Shivering Voice of the Ghost weerklinken besef je dat het hoogtepunt van de set is bereikt. Jammer genoeg blijven de keyboards even haperen tijdens de solo, die het orgelpunt van het nummer zou moeten zijn. Svartalv laat zich ondertussen met boosaardige grijnzen van zijn meest gemene kant zien en hij blijft ook het meest actieve bandlid op het podium. Met Lord Of Flies krijgen we voor het eerst wat meer agressie en vuurwerk op het podium te zien (figuurlijk weliswaar). Een perfecte timing zou ik durven zeggen, om het publiek nog eens helemaal wakker te schudden. Op Unearthly Loose Palace verdelen de drie heren vooraan het vocale werk, terwijl Dirge Rep achter hen foutloos blijft drummen.

Er is relatief weinig interactie met het publiek (bij Dark Sonority was er zelfs helemaal geen connectie, dus op zich is het wel een stapje vooruit) en de korte bindteksten zijn ook volledig in het Noors. Logisch ook natuurlijk, hier in het hart van Bergen. De (lange) set loopt nu stilaan tegen zijn einde en Gehenna eindigt met een onverwachte knaller: Midwinter Forest, van hun allereerste demo Black Seared Heart! Voor de gelegenheid komt Sanrabb zelfs even van achter zijn microfoon om voor het podium op de boxen te gaan staan en voor het publiek is het ook fijn meeschreeuwen met “Mid/Winter/Forest!”. Gehenna kwam, speelde en overwon.

Deze avond zat al propvol onvergetelijke momenten en dan moeten de twee headliners nog komen! Bij Taake weet je trouwens altijd al op voorhand wat je gaat krijgen: veel energie, veel overgave en veel show. Hoest is namelijk altijd in vorm en dat is vanavond niet anders. Taakes evergreen Hordalands doedskvad is dit jaar precies twintig jaar oud en dat wordt gevierd met een aangepaste set, waarin het album volledig wordt gespeeld. Opnieuw wordt de spanning al achter de schermen opgebouwd met een soort folkviool, waarna het instrumentale Hordaland doedskvad VI wordt ingezet. Uiteraard is er op dat moment nog geen spoor van Hoest, maar hoe soepel wordt de muziek hier door de andere bandleden uitgevoerd! Dit is melodische black metal met ballen én veel sfeer, mede door het groene licht, de overvloedige rook en een backdrop met Noorse bossen. Die komen vermoedelijk uit de omgeving van Bergen, want ook Taake speelt een thuismatch op Beyond The Gates. Op het podium herkennen we onder andere V’gandr van Helheim op gitaar.

Na Hordalands doedskvad VI gaat het tempo wat omhoog voor Hordalands doedskvad VII, waarvoor we ook Hoest mogen verwelkomen, die er onmiddellijk op zijn eigen onnavolgbare manier invliegt. Hij schreeuwt, krast en roept de longen uit zijn lijf, zwaait ondertussen wild en groots met zijn armen of omklemt zijn microfoonstatief alsof het een verloren gewaande geliefde was. Deze man is werkelijk bezeten en laat dat nu net de reden zijn waarom je Taake live moet gaan zien! Onder de kap van zijn hoodie ontwaren we trouwens zijn iconische doodshoofd-corpsepaint. Moeilijk te zien door de overvloedige rook weliswaar: Taake hult zich namelijk de hele set in en dikke mist. Heel toepasselijk! (Taake is Noors voor “Mist”, -red.)

Hoest gaat helemaal los op zijn eigen muziek en bespeelt het publiek moeiteloos met zijn actieve podiumpresentatie, zijn overtuigende vocale prestaties en zijn opzwepende (vaak boos klinkende) uitroepen (waaronder de Noorse bindteksten die ik zelf niet versta). In combinatie met de iconische riffs waarrond dit album is opgebouwd en het indringende drumwerk zorgt het voor een wilde cocktail waarvan de chemie als een vonk overspringt op het publiek. Zo krijgen we eindelijk ook de eerste crowdsurfers van de avond te zien.

U had het al begrepen: de nummers van Hordalands doedskvad worden vanavond niet in de volgorde van het album gebracht. Een bewuste keuze om zo meer evenwicht in de set te krijgen. Zo zorgt Hordaland doedskvad V, mooi in het midden van de set, voor een cool-downmomentje, waarna het hoogtepunt van het album, Hordaland doedskvad III (maar zijn het eigenlijk niet gewoon allemaal hoogtepunten?), met zijn onnavolgbare en legendarische tremoloriffs, het publiek volledig in vervoering brengt. Een muzikaal delirium.

Net als Helheims Jormundgand werd ook Hordaland doedskvad opgenomen in Grieghallen, de plek waar we nu naar de volledige vertolking ervan staan te kijken. Dat maakt deze verjaardag editie nog nét iets meer bijzonder. Hoest bedankt het publiek om deze verjaardag mee te vieren en gooit er ook nog een luide “Helnorsk Svartmetall!” achteraan (daar zaten we toch op te wachten), waarna de band verdergaat met het furieuze Hordaland doedskvad II. Elke schreeuw, elke snaarberoering, elke tik op de cimbaal voelt intens en relevant aan. Je voelt de energie doorheen het optreden ook gewoon aanzwellen; de band (en Hoest vooral) groeit gaandeweg doorheen de setlist, het publiek roept steeds luider zijn appreciatie uit en voor de eerste keer vanavond voel je een échte en directie connectie tussen publiek en band. Hordaland doedskvad is een album van contrasterende emoties en die komen ook allemaal zeer goed uit de verf vanavond. Dit intense Taake-feest zal nog dagenlang nazinderen hier in Grieghallen…

Normaal gezien zou Hoest op een dergelijke avond altijd de show stelen, maar Abbath zou Abbath (Doom Occulta) niet zijn als hij daar niet nog een schepje bovenop zou willen doen. En dus blijven de gordijnen open, maar hangt er een gigantisch doek voor het podium met zijn iconisch geschilderde tronie erop. Lichtjes megalomaan, maar zo kennen we deze oude krijger wel natuurlijk… Voor de fotografen is zo’n doek geen geschenk, want zolang het er hangt mag niemand voor het podium komen postvatten.

Er zijn vanavond behoorlijk wat parallellen te trekken, want ook Abbath Doom Occulta brengt black metal uit het hart van Bergen en ook hij heeft voor de gelegenheid een bijzondere set meegenomen. “Return to the Raven Realms” bestaat uit een collectie oude Immortal “fan favourites”: iconische hymnes van de periode tussen 1992 en 2009. Voor de start van het optreden horen we het geluid van de ijskoude Noorse wind en uiteraard is dat een voorbode van het openingsnummer: Withstand the Fall of Time van het album At The Heart Of Winter uit 1999. Natuurlijk vormt Abbath het middelpunt van deze show en wanneer het doek wordt neergehaald is dat ook letterlijk het geval: de geboren entertainer staat als enige vooraan op het podium (niet altijd even duidelijk te ontwaren doorheen de mist) en geeft van bij de eerste noten het beste van zichzelf. Deze zoon van de Noorse duisternis zal zijn troepen de hele set lang voorgaan in wat een regelrechte zegetocht zal worden, maar wordt even later toch vergezeld door gitarist Ole André Farstad en bassist Andreas Fosse Salbu, die van de verhoging, waar ook drummer Ukri Suvilehto heeft plaatsgenomen, naar beneden komen.

Van elk Immortal-album dat tussen 1992 en 2009 werd uitgebracht wordt precies één nummer gespeeld, met uitzondering van Sons of Northern Darkness, waarvan maar liefst vier nummers de finale setlist hebben gehaald.

Als een stormram walst deze band over het Noorse publiek heen, dat zich nu volledig laat gaan en door Abbath moeiteloos bespeeld wordt (net als zijn vertrouwde gitaar trouwens). In vergelijking met Taake klinkt deze muziek veel rauwer en ruiger (meer rock n’ roll zeg maar), maar ook furieuzer en onstuimiger. De nummers worden ook harder en zwaarder gebracht dan op de albums: wat een massief geluid! De lucht is doorlopend doordrongen van scheurende gitaarriffs en de band gunt het publiek amper rust. En aangezien dit een compilatie van klassiekers is, is het voor de toeschouwers ook makkelijker om zich in de set in te leven. Door de lichtshow is dit ook best wel een flitsend optreden te noemen, maar het duurt tot bij All Shall Fall (het vijfde nummer in de set) vooraleer we echt vuurwerk te zien krijgen. Letterlijk. Tijdens Damned in Black komen daar nog eens acht vuurzuilen bij en die worden dan ook overvloedig gebruikt. Door de hitte vallen er ook enkele papiersnippers uit de lucht, maar op het einde van het optreden blijkt dit vals alarm (of valse hoop) te zijn geweest…

Abbath en de zijnen spelen een foutloze set: het geluid van alle instrumenten is volledig in balans en de zanger zelf is vandaag bijzonder goed bij stem: hij krast, gromt en blaft als een herboren Lemmy alle nummers tot een goed einde. Het charisma druipt letterlijk van de muren af en naarmate de meer dan een uur durende set vordert neemt de band ook geen gas terug.

Abbath treedt continu op het voorplan, zowel vocaal als met zijn gitaarspel. Zijn bindteksten zijn dan weer wel wat moeilijk te volgen: ofwel zijn ze in het Noors, ofwel in nogal rommelig Engels. De brave man communiceert duidelijk liever/beter met zijn gitaar en de liedteksten die hij met zijn unieke raspende stem tot bij de luisteraars brengt. De versie van The Call of the Wintermoon die we vanavond te zien krijgen is werkelijk verpletterend en leidt ook het laatste deel van de set in. Na dit nummer gaat de band even van het podium af en even later zien we ook waarom: Abbath keer terug met een gehoornd masker voor Blashyrkh (Mighty Ravendark). Eén van de hoogtepunten van de avond toch wel: vooral dan het solomoment waarbij Abbath met zijn collega Ole André Farstad afwisselt. Voor de allereerste én allerlaatste keer gebruikt Abbath nu ook de trappen naar de verhoging op het podium. Daar was misschien meer mee te doen geweest…

Abbath en de zijnen gaan eruit met een knaller: The Sun No Longer Rises, ook opgenomen hier in Grieghallen. Deze afsluiter wordt werkelijk snoeihard gespeeld en hoewel het publiek deze avond geen moshpits heeft laten zien, merk je wel dat iedereen enthousiast en uitgelaten is. De vuurknallen waarmee de avond wordt afgesloten vormen een mooie afsluiter van een uniek concert in een unieke setting. Het publiek wil meer en blijft minutenlang roepen en applaudisseren, maar Abbath komt niet meer terug. We hadden nog een laatste toegift verwacht, maar krijgen die niet. Ondanks dit toch wel onverwachts plotse einde kijk ik toch terug op een prachtige avond met (vooral) lokale bands die het allerbeste brachten van wat de Noorse black metal te bieden heeft.

Datum en locatie

2 augustus 2025, Grieghallen, Bergen

Foto’s:

Tafkads

Link: