Dans
BREL door Rosas/Anne Teresa De Keersmaeker en Solal Mariotte. Gezien 8/11, ITA Amsterdam. Herhaling ITA 9/11, 26-29/11 Antwerpen. www.rosas.be
Daar staat ze. Anne Teresa De Keersmaeker, de immer wat stuurse, gereserveerde De Keersmaeker. Poedelnaakt, kwetsbaar, schokkend van de pijn en vernedering van een verlaten geliefde. De beeltenis van Jacques Brel, meer dan levensgroot geprojecteerd op het achterdoek, glijdt over haar lichaam, dat er een klein beetje in verdwijnt. Ja, natuurlijk zingt Brel hier ‘Ne me quitte pas’, zijn beeldschone maar bijna tot cliché geworden chanson signature.
Het is een gewaagde scène, die makkelijk larmoyant of wansmakelijk had kunnen worden. Maar de kleine, ranke figuur van de 65-jarige wereldberoemde choreografe ontroert, alsof ze met haar wijde herenkostuum ook haar publieke persona heeft afgelegd.
De Keersmaeker, control freak pur sang, danst én creëerde Brel met de 24-jarige Solal Mariotte, een Franse danser met een achtergrond in breakdance. Samen zoeken ze in de intensiteit waarmee de Vlaamse gigant Brel zijn chansons vertolkte naar ingangen voor hun eigen dansstijlen, zonder te illustreren of te imiteren. Zíj puttend vanuit haar jeugd en een beeld van het Vlaanderen van weleer, dat ook Brel tot even geliefde als gehate inspiratiebron diende. Hij vanuit een oneerbiedige onbevangenheid.
Héél on-keersmaekeriaans
De voorstelling komt traag op gang na het bijtende ‘Le diable (ça va)’ dat klinkt over het lege toneel met alleen een microfoonstandaard in een scherp omrande lichtcirkel, Brels habitat. Net daarbuiten posteert De Keersmaeker zich voor ‘Sur la place’. Heel subtiel laat ze haar schouders meebewegen, als het dansende meisje uit het lied. Meer niet. Tijdens de volgende chansons waaieren haar bewegingen langzaam verder uit. In het draaien, zwenken met armzwaai en de cirkelende en spiralende thema’s zijn kenmerkende elementen uit haar choreografisch oeuvre herkenbaar. Details als mimische imitaties, met bidhandjes, grimassen, spottend wijzende vingertjes zijn juist héél on-keersmaekeriaans. Mariotte zingt op de achtergrond ondertussen balorig mee op ‘Quand on n’a que l’amour’.
Als hij zich naar het midden begeeft, voegt hij zich aanvankelijk naar De Keersmaekers passen, om zich daar gaandeweg van los te maken. Op ‘Mathilde’ en ‘Vesoul’ culmineert dit in breaksolo’s die door hun kracht en virtuositeit sterk contrasteren met de subtiliteit van de veertig jaar oudere choreografe – hier spreekt een nieuwe generatie. Ook ‘Le chanson des vieux amants’ benadrukt hun leeftijdsverschil. Zij bewegingsloos op de achtergrond, hij vooraan, een en al jeugdige energie.
Zo zijn door de voorstelling pareltjes gestrooid. Er zijn echter ook zwakkere delen. De beginscènes blijven te lang op een punt hangen, humor is niet de sterkste kant van De Keersmaeker en sommige filmprojecties (zoals de watersnood van 1953 bij ‘Mon plat pays’) zijn op het randje. Maar in Brel toont ze moed door zich van een heel andere kant te laten zien, zonder zichzelf te verloochenen noch Brel (nog verder) te canoniseren. Daar zullen Brelaanbidders moeite mee hebben, maar deze Brel verdient een open blik.
Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.