Het gaat om drie medicijnen die niet zullen worden vergoed:

  • Xenpozyme, bedoeld voor de behandeling van Acid Sphingomyelinase Deficiency, ook wel de ziekte van Niemann-Pick genoemd
  • Carvykti, bestemd voor de behandeling van multipel myeloom, waarbij de ziekte na drie opeenvolgende eerdere behandelingen is teruggekomen
  • Enhertu, voor de behandeling van een vorm van borstkanker.

De kosten voor de medicijnen variëren van 100.000 euro tot 900.000 euro per patiënt per jaar.

Minister Bruijn schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat hij teleurgesteld is dat de middelen niet kunnen worden toegelaten tot het basispakket. “Het valt mij zwaar dat ik deze geneesmiddelen voor deze indicaties op dit moment niet kan opnemen in het basispakket. Ik begrijp dat dit uiterst teleurstellend is voor patiënten, hun naasten en behandelaren die hun hoop hebben gevestigd op deze geneesmiddelen.”

Prijs niet in verhouding

Maar volgens Bruijn staat de gezondheidswinst van de patiënt – door de verlenging van de levensduur en de kwaliteit van leven – van deze middelen niet in verhouding tot de prijs die de fabrikanten ervoor vragen. Hij baseert zich op onderzoek van het Zorginstituut.

“De hoge prijzen die deze leveranciers vragen, zetten de solidariteit in ons zorgstelsel onder druk”, aldus Bruijn.

“Maar de vertrouwelijke prijs die deze leveranciers vragen blijft onaanvaardbaar hoog en komt daarmee niet in de buurt van wat ik kan betalen op basis van het advies van het Zorginstituut.”

Volgens de demissionaire minister ‘kunnen die miljoenen euro’s beter worden uitgegeven aan zorg waar we meer gezondheidswinst voor terugkrijgen’. “Dat deel van het zorgbudget kan tenslotte maar één keer uitgegeven worden.”

Als de prijzen van de middelen omlaag gaan, kunnen ze later nog wel worden toegelaten tot het basispakket.