Na deze Tweede Kamerverkiezingen word ik geteisterd door één specifieke stapel boeken in mijn kamer: boeken over het afbrokkelen van de democratie. Om er een handvol te noemen: Eigen planeet eerst van Roxane van Iperen, De Waarheidscrisis van Martine Prange, Waarom Wilders wel wint van Roy Kramer, of Spookkloven van Jan Willem Duyvendak; stuk voor stuk zijn het interessante boeken geschreven door hele kundige mensen.

Syb Faes is schrijver, mediamaker en voormalig Jonge Denker des Vaderlands. Hij presenteert voor Radio 1 het programma De Nacht van NTR Wetenschap.

Allemaal hebben ze een andere boodschap (er is alleen emotionele polarisatie en geen feitelijke, de campagnestrategie van democratische partijen moet anders, er moeten meer waarheidsvinders in publieke debat komen), maar de gemene deler is dat populisten ergens steentjes uit de democratische Jenga-toren aan het peuteren zijn. Als die toren valt, wacht ons een Trumpiaanse/autocratische/Orwelliaanse/dictatoriale toekomst. In sommige boeken liggen de Jenga-steentjes al op de grond.

Voor mijn werk als radiopresentator heb ik regelmatig de eer om de schrijvers van dit soort boeken te interviewen. Ze maken zich boos, misschien wel minstens zo boos als Wilders zich maakt over asielzoekers, maar baseren zich vervolgens op feiten (en een iets bredere woordenschat) om die boosheid te rechtvaardigen. Inmiddels kan ik hun gedachtegoed best aardig bijbenen. En als ik zie dat het rechts-populistische blok in Nederland nu uit 46 zetels bestaat, word ik ook boos. Kijk toch naar de wetenschap, denk ik dan. Hou je aan de kaders van de rechtsstaat! Heb toch vertrouwen in onafhankelijke media! Onze democratie is ons grootste goed!

Unaniem afgesproken begrip

Toch bekroop me laatst de twijfel. Tijdens een van mijn interviews op de radio zag ik live een reactie binnenkomen van een luisteraar, die reageerde via een app van de NPO. „Zit nu al een kwartier te luisteren, kan er helemaal niets van volgen. Echt jammer, want het klinkt interessant. Mij ben je kwijt,” schreef .

Uit beleefdheid deelde ik deze opmerkingen niet met mijn gast, een hoogleraar, maar vanaf dat moment ben ik anders gaan kijken naar die stapel boeken in mijn kamer. Voor degene die niet scherp heeft wat democratie inhoudt, is het uitlezen van die boeken een taaie klus ten opzichte van de best aantrekkelijk geschreven X-berichten van Wilders.

Om maar open kaart te spelen: ik zoek zelf nog regelmatig op wat de definitie van een liberale democratie eigenlijk is (een vorm van representatieve democratie die is gebaseerd op een grondwet, constitutie, en waarbij het parlement door het volk wordt gekozen). In een redactievergadering verwarde ik eens de begrippen staatsmedia (informatiebronnen die eigendom zijn van, of gecontroleerd worden door de staat – van toepassing in Rusland, China en Noord-Korea) en de publieke omroep, omdat ze allebei door de overheid gefinancierd worden. Behoorlijk idioot dat ik dat verschil als mediamaker niet snapte. Maar ik betwijfel hoe snel je dat verschil leert begrijpen zonder een bubbel van om je heen.

Zonder een eenvoudig te begrijpen definitie van democratie, zal je altijd een gelijke grond missen voor het kritische publieke debat waardoor ze beter gaat werken. En dan kan de Nederlandse Orde van Advocaten nog zo veel verkiezingsprogramma’s op rechtsstatelijkheid toetsen , dan kan de wetenschap nog zo hard strijden voor academische vrijheid , en dan kan (note to self), je nog zoveel Radio 1-uitzendingen maken over het afbrokkelen van de democratie: als niet iedereen wordt aangemoedigd om mee te doen, voor wie beschermen we de democratie dan?

Verschil in opvattingen

Dat gelijke startpunt ontbreekt al voordat kinderen naar de middelbare school gaan, blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam – en ja, ik zie de ironie in het aanhalen van een onderzoek. Democratische betrokkenheid hangt sterk af van opleidingsniveau en sociale achtergrond, stelt dat onderzoek, oftewel: hoe hoger het niveau, hoe meer betrokkenheid.

In een recent Ipsos I&O onderzoek dat in opdracht van NRC werd uitgevoerd werd deze verdeeldheid expliciet gemaakt. In verschillende hoeken van het politieke spectrum bestaan nogal verschillende opvattingen over de democratie en voor wie die moet werken. Links-progressief en midden vinden dat minderheden niet genoeg worden beschermd, omdat democratische instituties onder druk staan. Terwijl rechts het tegenovergestelde vindt: ‘het volk’ (gevoelsmatig ook een minderheid tegenover de Haagse elite) wordt juist bedreigd door die instituties, omdat deze hún wil tegenwerken.

Toen het onderzoek uitkwam, kreeg het nauwelijks aandacht omdat het werd bedolven onder de stortvloed aan liveblogs van de verkiezingen. In mijn ideale democratie hadden we er nog iets langer bij stilgestaan.

Veel van de boeken in mijn stapeltje gaan over populisten die de emancipatie van nagenoeg alle minderheden (trans personen, mensen met een migratieachtergrond) willen terugdraaien, omdat die de traditionele hiërarchie waarin zij bovenaan staan bedreigt.

: jullie zijn zelf bang dat jullie positie verliezen als ‘links-intellectuele elite’. Daarom willen jullie ons, het volk, in bedwang houden. En dat er honderden wetenschappelijke bronnen achterin die boeken staan, kan me dan ook geen moer interesseren. Die feiten heb je nodig om minderheden te definiëren en te emanciperen. Maar je hebt ook schrijvers nodig die deze cijfers toegankelijk maken – en daar gaat het mis.

Geen slim citaat

Wat nou als al die boeken aan het begin geen slim citaat hebben staan, maar de definitie van democratie die in het boek wordt gehanteerd? Daarmee zet je iedereen aan het denken vanuit dezelfde opvattingen. Dat gaat ook op voor debatten, van met studenten gevulde boksarena’s tot aan de keukentafel. Als vervolgens iedereen bij de les gehouden kan worden met toegankelijke taal en kennis, dan pas wordt die stapel boeken echt interessant.

Dat ik in dit stuk misschien ook niet de makkelijkste taal gebruik is bewust, omdat het gericht is aan de mensen die dezelfde woorden met hetzelfde gemak gebruiken – bij hen (bij ons) ligt hier de opdracht. Daarna pas kan het kritische, publieke debat echt losgaan.

En nadat ik het verschil heb geleerd , durf ik ook wel alvast een voorzet te doen voor een mogelijke definitie: democratie, daar zijn we niet vies van kritisch debat.

Geef cadeau

Deel

Mail de redactie

NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.