In 1998 schreven wetenschappers geschiedenis met de ontdekking dat het universum niet alleen uitdijt, maar dat die uitdijing ook versnelt. Die vondst leverde een Nobelprijs op en leidde tot de introductie van ‘donkere energie’, een mysterieuze kracht die zo’n 70 procent van het universum zou uitmaken. Maar volgens een nieuwe studie van astronomen van de Yonsei University in Zuid-Korea hebben we het mogelijk al die tijd bij het verkeerde eind gehad.

De onderzoekers zeggen een fundamentele fout te hebben gevonden in de manier waarop we afstanden in het universum meten. Na correctie voor die fout lijkt de uitdijing van het universum niet te versnellen, maar juist te vertragen. Sterker nog: het zou kunnen dat de versnelling al helemaal is gestopt.

Supernovae als kosmische meetlatten

Om te begrijpen hoe de wetenschappers tot deze conclusie zijn gekomen, moet je eerst weten hoe astronomen afstanden in het universum meten. Daarvoor gebruiken ze Type Ia supernovae. Dat zijn exploderende sterren die altijd ongeveer even helder zijn. Door te meten hoe helder zo’n supernova vanaf de aarde lijkt, kunnen astronomen berekenen hoe ver weg die staat. Hoe lichtzwakker de supernova eruitziet, hoe verder weg ze moet staan.

Maar er is een probleem. Type Ia supernovae zijn niet allemaal precies even helder. Om daar voor te corrigeren passen astronomen een gestandaardiseerd proces toe waarbij ze rekening houden met hoe snel de supernova lichter en donkerder wordt en met haar kleur. De cruciale aanname is dat deze correctie overal in het universum op dezelfde manier werkt.

De leeftijdsfout

Volgens de Zuid-Koreaanse onderzoekers klopt die aanname niet. Ze ontdekten een sterke correlatie tussen de leeftijd van de moederster en de helderheid van de supernova, zelfs na de standaardcorrecties. Supernovae die ontstaan uit jongere sterrenpopulaties blijken systematisch lichtzwakker dan die uit oudere populaties. Het verschil is klein, maar het effect stapelt zich op over kosmische afstanden.

Het probleem wordt groter met de afstand

Waarom is dat belangrijk? Omdat hoe verder je het heelal in kijkt, hoe verder je ook terug in de tijd kijkt. En toen het universum jonger was, waren de sterren dat ook. De onderzoekers ontdekten dat supernova’s in dat verre verleden gemiddeld zo’n vijf miljard jaar jonger waren dan die in onze buurt. Dat leeftijdsverschil beïnvloedt hun helderheid. Toen de onderzoekers hiervoor corrigeerden, bleken de afstanden tot die supernova’s er plots heel anders uit te zien dan eerder gedacht.

Een nieuw beeld van donkere energie

Toen het team de gecorrigeerde supernova-data combineerde met recente metingen, ontstond een verrassend beeld. Donkere energie lijkt in de tijd te veranderen. En die verandering gaat niet zomaar een kant op: volgens de data wordt donkere energie minder krachtig.

De zogenoemde ‘vertragingsparameter’ van het universum blijkt na correctie positief te zijn in plaats van negatief. Een negatieve waarde betekent versnelling; een positieve waarde betekent vertraging. Met andere woorden: het universum zou nu al kunnen vertragen in plaats van versnellen.

Wat dit betekent

Als deze bevindingen standhouden, heeft dat grote gevolgen voor ons begrip van het universum. De ontdekking van de versnellende uitdijing in 1998 was een van de belangrijkste doorbraken in de moderne kosmologie en leidde tot een compleet nieuw wereldbeeld. Als die versnelling er nooit was, of inmiddels is gestopt, moeten we terug naar de tekentafel.

Verdere bevestiging zal moeten komen van nog preciezere metingen. De onderzoekers willen hun test uitbreiden door meer sterrenstelsels te bestuderen.