De camera gaat rond op een groot terrein waar honderden vrouwen tafeltennissen of dansen op traditionele muziek. „Ik ben de Partij en de regering werkelijk dankbaar”, zegt een vrouwenstem. „Ze hebben ons net op tijd gered. Anders zou ik zijn beïnvloed door extremistische ideeën. Ik moet hard werken. Ik moet een ander persoon worden.”

De propagandabeelden zijn gemaakt tijdens een door China georganiseerde excursie naar een detentiecentrum in de westelijke provincie Xinjiang, en dienen als openingsscène van de documentaire Eyes of the Machine.

„Als kunstenaar ben ik erg bezig met onderwerpen als macht en propaganda. Hoe zulke processen werken, hoe snel je het slachtoffer kunt worden”, zegt Daya Cahen (1969), die de film regisseerde en produceerde. Haar beide ouders maakten tijdens de Tweede Wereldoorlog als Joodse kinderen de holocaust mee. Cahen maakte eerder onder meer een film over een zomerkamp van een patriottische jeugdbeweging van Poetinaanhangers, waar jongeren werden voorbereid op een toekomst waarin Rusland de wereldleider van de 21ste eeuw zou zijn.

Voor haar nieuwe film, die komende week in Amsterdam te zien is op documentairefestival IDFA, richtte ze haar blik op Oost-Turkestan, zoals de Oeigoerse gemeenschap de noordwestelijke Chinese provincie Xinjiang noemt. Het gebied wordt van oorsprong niet bewoond door Han-Chinezen, maar door een overwegend islamitische bevolking die een aan het Turks verwante taal spreekt en die, zeker sinds het aantreden van de huidige Chinese leider Xi Jinping, streng wordt onderdrukt.

Onder dwang aangesteld

De regio is niet toegankelijk voor onafhankelijke journalisten of documentairemakers. Cahen maakt daarom gebruik van ouder materiaal, zoals door een anonieme hacker naar buiten gebrachte politiefoto’s, en beelden die in 2021 op Youtube werden gezet door een Chinese burgerjournalist en die belangrijk ondersteunend bewijs leverden voor het bestaan van concentratiekampen die eerder op satellietbeelden waren geïdentificeerd.

Onder het mom van deradicalisering en terrorismebestrijding zijn in zulke kampen honderdduizenden Oeigoeren zonder proces opgesloten. Volgens getuigenissen van oud-gedetineerden worden zij daar geïndoctrineerd en mishandeld, en ingezet als dwangarbeiders. Beijing noemt de kampen liever een soort kostscholen: de bewoners leren er onder meer beroepsvaardigheden en Mandarijn-Chinees.

Dat laatste werd ze onder meer onderwezen door Kalbinur Sidik, die na een lange carrière op een lagere school onder dwang werd aangesteld om gedetineerden de taal bij te brengen. Ze vertelt in de documentaire hoe de autoriteiten haar hadden gevraagd: „Je dochter studeert toch in Nederland? Je mag nooit vertellen wat je hier ziet, anders halen we haar terug naar China.”

Onder het mom van deradicalisering en terrorismebestrijding zijn honderdduizenden Oeigoeren zonder proces opgesloten in concentratiekampen

Geboeid aan hun armen en benen kwamen haar studenten in het lokaal. „Ze keken me allemaal aan. Ik zal het nooit vergeten”, vertelt ze over haar eerste les. „Achterin de zaal zaten zeven vrouwen te huilen. Ik raapte mezelf bijeen en begon te schrijven. Mijn stem en mijn handen trilden. Vier uur ging voorbij, het was de langste, angstigste les in mijn 28 jaar als leerkracht.”

Ondertussen kwam de onderdrukking ook achter haar voordeur. Ze beschrijft hoe ze, zoals veel Oeigoerse families, een Han-Chinees ‘familielid’ kreeg toegewezen dat een week per maand bij haar inwoonde en in een rood notitieboekje alles bijhield wat haar gezin deed. De ongenode gast zocht, onder de neus van haar echtgenoot, zelfs seksuele toenadering tot Sidik.

‘Vergeef me’

Cahen illustreert Sidiks verhaal met reportages van Chinese staatsmedia, waarin deze ‘familieleden’ enthousiast vertellen over de „warme ontvangst” die ze in hun gastgezinnen ten deel is gevallen.

Zo contrasteert ze steeds de opgepoetste officiële beelden met de getuigenissen en de levens van gevluchte Oeigoeren. Zoals de Oeigoerse vrouw in Nederland die traditionele wenkbrauwverf aanbrengt bij een jong meisje, en de ‘student’ in een Chinese propagandafilm die vertelt hoe ze door de overheid ternauwernood is gered van het extremisme, en nu dankzij een opleiding als schoonheidsspecialiste in haar levensonderhoud kan voorzien. „In propaganda worden veel vrouwen gebruikt”, zegt Cahen.

Beeld uit de documentaire Eyes of the Machine.

Beeld uit de documentaire Eyes of the Machine.

IDFA

Zoom in

Sidik, etnisch Oezbeeks, wist Xinjiang in 2019 te verlaten en woont sindsdien in Nederland, van waaruit ze getuigt van de verschrikkingen die ze heeft meegemaakt. Haar Oeigoerse man mocht het land niet uit. Ze heeft hem sindsdien niet meer gezien, behalve in een videogesprek waarin hij afstand van haar neemt. „Vergeef me dat ik je heb verraden”, schrijft hij daarna in een laatste tekstbericht voordat hij haar blokkeert. „Ze hebben me erg onder druk gezet.”

Ook Sidik wordt, zelfs in Nederland, naar eigen zeggen achtervolgd en lastiggevallen. Eerder dit jaar vertelde ze nog in NRC over een confrontatie met een Chinese man toen ze wilde demonstreren bij het Catshuis, bij een bezoek van de Chinese vicepremier Ding Xuexiang.

De film heeft Cahen somberder gemaakt dan ze al was, vertelt ze. „Toen ik mijn films over Rusland maakte, zei Rusland dat het ‘de wereldleider van de 21ste eeuw’ wilde zijn.” Enkele jaren later zou het Oekraïne binnenvallen. „En nu zegt China datzelfde.”

Eyes of the Machine is vanaf maandag 17 november te zien op documentairefestival IDFA in Amsterdam. Bij een aantal voorstellingen zijn Daya Cahen en Kalbinur Sidik aanwezig.

Geef cadeau

Deel

Mail de redactie

NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.