„Ik zie Marco nog precies voor me. Destijds, in 1997, was er al een vaste kern van skaters in het Vondelpark. Je weet wel, we deden trucs rond die pionnetjes.” Joost Hartman, ‘Vondelblader’ van het eerste uur, herinnert zich hoe Marco Gerris daar verscheen. „In een oversized wit overhemd – een nogal atypische skatersoutfit. Maar hij was goed, zelfverzekerd en meteen heel aanwezig. Een leidersfiguur, maar op een prettige manier. Sommige mensen hebben dat: charisma.”
In de tien jaar daarop zagen de ‘Vondelblades’ elkaar vrijwel elke dag. In het Amsterdamse park begon bij Gerris een krankzinnig idee te rijpen. Als lid van de cast van de musical Eindeloos! had hij geroken aan de combinatie van hiphopstijlen met theater. Hij zag het potentieel.
„De vibe van het Vondelpark, een synthese van skaten en dans: dat leek me superinteressant”, via de telefoon over de ‘oerknal’ van ISH Dance Collective, het gezelschap dat hij in 2000 oprichtte. „Bovendien hoorde ik theaterdirecteuren steeds klagen dat ze geen connectie met jongeren kregen. Maar dan moet je ook dingen doen die hen aanspreken: hiphop, martial arts, skate, BMX.”

Choreograaf en regisseur Marco Gerris ontvangt maandag de Johannes Vermeerprijs.
Foto: Michel Schnater
Zoom in
Zijn idee was „een hele dope” voorstelling te maken met verschillende disciplines, niet per se een gezelschap oprichten. Ook geen voorstelling in een of andere pure vorm, maar van alles wat, ondefinieerbaar: hiphopachtig én vechtsportachtig én dansachtig. Alles-achtig, alles ish.
De eersteling ISH sloeg bij het jonge publiek in als een bom. Binnen de kortste keren stond Gerris met zijn rebellenclub in Theater Carré. Niet door tradities of theaterwetten gehinderd veroverden zij een jong publiek, in het theater en op scholen. En in het buitenland: ISH stond al in 2006 op Broadway en toerde door de VS.
Lees ook
Belangrijkste Nederlandse dansprijzen uitgereikt tijdens Nederlandse Dansdagen

Verbindende kracht
Human beatboxer en danser Abdelhadi Baaddi was erbij. Zijn kennismaking met Gerris zou zo in een film kunnen: „Ik deed auditie en Marco vroeg naar mijn theaterervaring. Nou, nul. Dat was niet genoeg voor een grotezaalproductie. Terwijl ik wegliep, riep hij me terug. ‘Je zou wel bij Junior ISH kunnen, een opleidingstraject volgen. Dat is wel fulltime.’ Ik dacht: what the fuck, ik doe het.” Hij gaf zijn studie bouwkunde in Delft op en kreeg acteer-, dans- en zanglessen. „Dat is Marco’s kracht: hij ziet dingen in mensen die ze zelf niet eens zien. Maar hij laat het aan jou. Hij zet de deur open, je moet er zelf doorheen stappen,” vertelt Baaddi, die zich van hobby-beatboxer heeft ontwikkeld tot danser, acteur, theatermaker en creatief directeur van een studio voor theater en technologie. „Het verbinden van disciplines is 100 procent een erfenis van ISH.”
Zijn verbindende kracht heeft Gerris, 25 jaar na de oprichting van ISH, de Johannes Vermeerprijs bezorgd. Het skatertje uit het Vondelpark in die jaren, aldus het juryrapport van de Johannes Vermeerprijs, groot publiek van vaak nieuwe dansliefhebbers en generaties en is daarmee een grote inspirator en vernieuwer van het danstheater in Nederland.”
Dat is Marco’s kracht: hij ziet dingen in mensen die ze zelf niet eens zien. Maar hij laat het aan jou. Hij zet de deur open, je moet er zelf doorheen stappen
Abdelhadi Baaddi
danser, acteur, theatermaker
Ook geografisch komt ‘Vondelblader’ Gerris van ver: vijftig jaar geleden werd hij geboren op de Filippijnen. Als driejarige werd hij geadopteerd door het Vlaamse echtpaar Gerris, dat al een zoon had, daarna nog een Koreaans meisje adopteerde en twee pleegkinderen in zorg kreeg. De hechtings- en identiteitsproblematiek die veel adoptiekinderen uit andere culturen ervaren, zijn hem vreemd. „Ik heb dat trauma geloof ik overgeslagen”, zegt hij laconiek.
Zijn moeder Simone beaamt dat. „Wij hebben geluk gehad met hem. Wel kon hij soms heel boos worden als hij iets niet begreep. Maar .” Ze beschrijft een pienter kind dat razendsnel de taal oppikte en zich na een paar maanden opwierp om nieuwe Vietnamese klasgenootjes van de kleuterschool te helpen met de taal. „’Want ik weet hoe het is’, zei hij. Drie jaar!”
‘Liefde op wieltjes’
Op de Vrije School werd zijn creativiteit gestimuleerd. Gerris is zijn ouders nog steeds dankbaar dat zij hem op zijn tiende naar het ‘Steineronderwijs’ lieten gaan. In zijn jonge jaren in Merksem en Brasschaat zat hij bij het jeugdtoneel, leerde viool en saxofoon spelen, deed aan judo en turnen. Hij blonk direct in alles uit, herinnert moeder Simone zich. „Als het te gemakkelijk is, kan het slecht aflopen met zo iemand. Marco is nooit over de schreef gegaan, maar maakte altijd veel plezier.”

Marco Gerris in 2004, toen hij freestyle skatekampioen werd.
Foto John Schaffer ANP
Zoom in
„Hij kon ook nog goed voetballen”, aldus leeftijdsgenoot Andries , die Gerris al „vanaf de luiers” kent. Tegenwoordig houden ze contact via sociale media. Op de camping brachten hun families vele zomers door. Vangeel zag hoe het skatevirus toesloeg toen Gerris op zijn elfde toekeek hoe zijn zusjes kunstrolschaatsles kregen. Of hij niet mee wilde doen. „Dat was mijn eerste liefde op wieltjes”, herinnert Gerris zich. Niet veel later was hij Belgisch kampioen kunstrolschaatsen. „Bij de jongens. Er deden er drie mee ofzo”, relativeert hij grinnikend.
Van vier wieltjes twee aan twee ging het naar vier op een rij: inline skates, de nieuwe rage. Van Geel stuntte op een BMX-fiets, Gerris op zijn skates. ’s Avonds laat slopen ze samen naar de disco om te dansen en meisjes te versieren. Ook toen Gerris zijn geluk beproefde op de Toneelschool Herman Teirlinck en Hoger Instituut voor Dans Pedagogiek en de Open Living in Antwerpen hielden de twee vrienden contact. Tot Gerris vertrok naar Amsterdam, voor zijn rol in Eindeloos!. En de rest is geschiedenis.
Lees ook
‘Knock-Out’ imponeert met spectaculaire vechtchoreografieën

Raar zootje
ISH is een successtory. Toch liep Gerris in de beginperiode tegen de nodige scepsis aan. Hij was een vreemde eend in de bijt en de danssector trok de artistieke meerwaarde van ISH-voorstellingen in twijfel. Baaddi herinnert zich dat ook de theaters moesten wennen. „Of ze iets voor ons konden doen, vroegen ze als we binnenliepen, want zo’n raar zootje hadden ze nog nooit gezien. Maar als ze eenmaal zagen wat we deden, hoeveel jongeren op ons afkwamen … Het was net een boyband.”
Van het publiek kregen we altijd erkenning. Maar twintig jaar lang had ik niet het gevoel dat er ‘van bovenaf’ begrip was voor wat wij deden
Marco Gerris
choreograaf en regisseur
„Van het publiek kregen we altijd erkenning”, constateert Gerris. „Maar twintig jaar lang had ik niet het gevoel dat er ‘van bovenaf’ begrip was voor wat wij deden. Ook niet altijd vanuit de urban scene, overigens. Ach, alle pionierschap is moeilijk. Ik dacht: goed, dan niet. En nu krijgen we de Prins Bernhard Cultuurprijs [in 2020], de Zwaan [2024] voor beste dansproductie en de Vermeerprijs. Te gek hoor. Ik zie het als erkenning voor de hele hiphop- en urbansportssector. Ook voor de danssector, want dans is in het algemeen een achtergesteld kindje. Ik ben blij dat ik alles heb kunnen doen waarvan ik heb durven dromen. Zonder prijzen was ik even gelukkig geweest.”
Natuurlijk waren er ook gevestigde kunstenaars die wél iets zagen in ‘die skater’. In 2000 al vroeg de dit jaar overleden choreografe Krisztina de Châtel Gerris voor haar voorstelling Dynamix. „Zij werd in het Vondelpark vaak ingehaald door skaters en was gefascineerd door hun sierlijkheid. Over die samenwerking ben ik wat ambivalent. Enerzijds vond ik het supervet om met zo’n grande dame te werken, anderzijds was het beperkend. Ik voelde me een bijzettafeltje op mijn skates. Maar het bood ook kansen om een ander publiek te bereiken.”
Nadien werkte hij onder meer samen met theatermaker Titus Muizelaar (Stormish – who the f*** is Shakespeare?, 2010) en muziekwerkplaats VocaalLAB (nu Silbersee) in Monteverdish, 2011.
In 2015 begon een langlopende samenwerking met de Junior Company van Het Nationale Ballet. Hij had de leider van die jongerengroep, Ernst Meisner, aan het werk gezien en informeerde bij artistiek directeur Ted Brandsen of een gezamenlijke workshop iets zou zijn. Brandsen stelde onmiddellijk een grotezaalproductie voor.
Dat werd Narnia, de leeuw, de heks en de kleerkast (2015), naar de fantasyboeken van C.S. Lewis. „We spraken vanaf dag één dezelfde taal”, zegt Meisner, die Gerris roemt om de ruimte die hij performers biedt voor een eigen inbreng. „Niet dat hij niet weet wat hij wil, integendeel. Maar het is geweldig hoe hij iedereen in zijn kracht weet te zetten. Dat heb ik echt van hem geleerd. Als regisseur stuurt hij alles mooi rustig aan.”

ISH Dance Collective & Balletorkest in de danstheatervoorstelling ‘Thor’, in een regie van Marco Gerris.
Foto Michel Schnater
Zoom in
Buiten je comfort zone
Het woord ruimte valt vaak. ‘Veteraan’ Baaddi gebruikt het als hij praat over het platform dat Gerris, die intussen zelf tot het establishment behoort, biedt aan jonge dansers en makers. Lachend: „Die moeten nu tegen hém gaan schoppen. Marco zal de eerste zijn die daarvoor applaudisseert.” Lars de Vos, die met Gerris en Het Balletorkest de nieuwe voorstelling Thor creëert, behoort net als eerder onder anderen Baaddi, Shailesh Bahoran en Denden Karadeniz, tot de nieuwe generatie ISH-choreografen. Hij waardeert „de ruimte die voor jouw creativiteit ontstaat doordat Marco zelf veel energie geeft op de vloer, met praten en zonder schaamte gek doen. Zo stelt hij ook de musici op hun gemak. Zij moeten op het toneel dingen doen die ver buiten hun comfort zone liggen.”
Ook de Estse Stasy Terehhova, pas twee jaar bij ISH, geniet van haar creatieve vrijheid. Ze kan al haar skills inbrengen; urban contemporary, ballet, ritmische gymnastiek, acrobatiek. „Marco stelt zich meer op als gids dan als baas. Met zijn speelsheid moedigt hij ons aan. Ook al is hij 50, tijdens de warming-up doet hij mee, backflips en al. Hij is een van ons.”
Marco stelt zich meer op als gids dan als baas. Met zijn speelsheid moedigt hij ons aan. Ook al is hij 50, tijdens de warming-up doet hij mee, backflips en al
Stasy Terehhova
danser ISH
Toch zijn er mensen die hem moeilijk vinden, weet Micka Karlsson, de Zweedse echtgenote van Gerris. „Marco kan heel eigenwijs zijn. Als hij díe richting op wil, gaat hij ook.”
Hun ontmoeting in 2002 was een speling van het lot: geen van beiden zou eigenlijk naar het circusfestival in Bremen gaan, maar daar sloeg de vonk over. Als luchtacrobate trad Karlsson in diverse ISH-producties op en als ‘baas’ vond ze hem „vooral makkelijk. Hij maakt nooit ergens een probleem van. Gewoon beginnen, en als het niet lukt, zoek je onderweg een oplossing. Dat is Marco.”
Zijn vijftienjarige zoon Kyano is precies zo, zegt ze. „Kan alles, ook skaten, maar op een gegeven moment verveelt hij zich en wil hij iets nieuws proberen.” Lachend: „Als zesjarige karakteriseerde hij Marco treffend toen die hem uitlegde dat de geestelijk gehandicapte man die zij tegenkwamen ‘volwassen was, maar in zijn hoofd een beetje kinderlijk.’ ‘O. Dus net als jij’, zei Kyano.’”
Met die kinderlijke speelsheid heeft Gerris veel ambities verwezenlijkt, maar nog niet álle: „ISH in de [basisinfrastructuur van structureel gesubsidieerde gezelschappen], hoe gaan we dat voor elkaar krijgen? Aan welke poorten moeten we rammelen? Wat mezelf betreft: na corona ben ik gaan pianospelen. Heerlijk ploeteren. Ik wil gewoon altijd bezig zijn.”
Thor van ISH Dance Collective en Het Balletorkest gaat zaterdag 15/11 in première, Theater Rotterdam. www.ishdancecollective.com
CV Marco Gerris
1975 Geboren op 23 april, Filipijnen
1978 Adoptie door echtpaar Gerris-Weyten
1993-1994 Herman Teirlinck Instituut, Antwerpen
1994-1996 Hoger Instituut voor Dans en Danspedagogie, Lier
1997 Acteur musical Eindeloos!
2000 Oprichting ISH Dance Collective
2006 Voorstelling 4-ISH op Broadway
2010-2011 Jurylid bij RTL-talentenjacht So you think you can dance
2015 Voorstelling Narnia met Junior Company Het Nationale Ballet
2020 Prins Bernhard Cultuurprijs
2024 Zwaan voor Rhythm & Flow als beste dansproductie
2025 Johannes Vermeerprijs
Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.