Politieke partijen in Den Haag moeten zich losmaken van “een methode die in de jaren zeventig werkte”, zegt toponderhandelaar Maarten van Rossum, die verheugd is dat D66 en CDA nu met elkaar aan tafel zitten, mogelijk richting een minderheidskabinet. Van Rossum is sinds afgelopen weekend overigens geen VVD-lid meer: “Ik adem dialoog”.

Samenvatting

  • Toponderhandelaar Maarten van Rossum juicht het gesprek tussen D66 en CDA toe en pleit voor een moderne onderhandelingsmethode in plaats van de traditionele jarenzeventigmethode.

  • Hij adviseert standpunten uit te wisselen in plaats van compromissen te sluiten, en raadt aan onderwerpen te “kwartetten” zodat partijen concreet resultaat kunnen laten zien aan hun achterban.

  • Van Rossum benadrukt dat een minderheidskabinet bestuurbaar is, kansen biedt voor oppositiepartijen en voorkomt dat meerderheidscoalities gemakkelijk gechanteerd kunnen worden.

  • Sinds afgelopen weekend is Van Rossum geen VVD-lid meer; hij noemt zichzelf voorlopig een “stateloos burger” en onderstreept dat hij vooral de dialoog belangrijk vindt.

Vrijwel direct na de Tweede Kamerverkiezingen in oktober, toen D66 als grootste partij uit de bus kwam met 26 zetels, pleitte Van Rossum al voor een minderheidskabinet met D66 en CDA. D66-verkenner Wouter Koolmees adviseerde dinsdag dat D66 en CDA eerst alleen met elkaar verder gaan praten, een traject dat de partijen nu drie weken nemen.

Over de gast

Maarten van Rossum

Maarten van Rossum

Onderhandelingsexpert

Van Rossum lijkt zijn zin dus te krijgen en is blij dat de partijen de tijd nemen om het gesprek aan te gaan. “Formeren is faseren. Je moet het niet te snel doen. Dat klinkt vervelend voor het land, dat graag snelheid wil, maar er moet iets van een rijpingsproces tussen de twee partijen zitten”, zegt de toponderhandelaar in het radioprogramma Sven op 1.

Kwartetten met onderwerpen

Het feit dat D66 en CDA samen aan tafel zitten, noemt Van Rossum ’two-tier negotiation’. Hij adviseert de partijen standpunten uit te wisselen in plaats van compromissen te sluiten. “Jij pakt één onderwerp en ik pak één onderwerp en die laten we in stand. We maken er geen verwaterd compromis van.”

Hij licht toe: “Als de één 130 kilometer per uur wil rijden en de ander niet, kan je onderhandelen op de inhoud en kom je misschien op 107,5 kilometer per uur uit. Maar dat is een compromis waar niemand iets aan heeft. Een compromis is vaak niet handig, je moet naar win-win-situaties.”

Sven op 1 gemist? Luister dit gesprek terug als podcast. De tekst gaat hieronder verder.

Om deze content te bekijken dien je akkoord te gaan met sociale media cookies.

D66 en CDA moeten onderwerpen dus “kwartetten”, zoals in 2012 gebeurde bij VVD en PvdA voor kabinet-Rutte II. “Het is belangrijk dat partijen vervolgens aan hun achterban uitleggen wat ze hebben binnengehaald, maar ook duidelijk vertellen wat ze níét hebben binnengehaald. Dat is de basis voor een samenwerking.”

Volgens Van Rossum kunnen kiezers begrijpen dat hun partij niet het volledige programma kan doorvoeren. “Laten we eerlijk zijn, de grootste partij heeft 26 zetels. Niemand heeft het in dit land alleen voor het zeggen. Dat betekent dat je realistisch moet zijn. Wat je dan wél nodig hebt, is dat je op één thema honderd procent binnenhaalt.”

Deze aanpak heeft ook voordelen als later een derde partij wordt uitgenodigd aan de onderhandelingstafel: “Je hoeft dan niet een al verwaterd akkoord nóg een keer af te wateren.”

Democratischer

Volgens Van Rossum biedt een minderheidskabinet ook kansen voor oppositiepartijen, omdat hun steun altijd nodig is om een voorstel mogelijk te maken. Kritiek dat een minderheidskabinet de bestuurbaarheid schaadt, noemt hij onjuist: “Op het moment dat je wisselende meerderheden gaat zoeken, kan je zeggen: dit is interessant voor de linker partij, dit voor de rechter partij en dit voor de levensbeschouwende partij.”

Maarten van Rossum

Onderhandelingsexpert

“Mijn vaste overtuiging is dat partijen inzien: hier is iets te halen. Ze denken: ik kan buiten de boot vallen of ik kan vier jaar lang steeds proberen daar waar ik wil mijn punten te scoren.”

Hij legt uit: “Mijn vaste overtuiging is dat partijen inzien: hier is iets te halen. Ze denken: ik kan buiten de boot vallen of ik kan vier jaar lang steeds proberen daar waar ik wil mijn punten te scoren. Aan je achterban kun je vervolgens goed uitleggen: hier doen we wél mee, hier doen we niet mee. Het is politiek interessant en het wordt er veel democratischer van. En het land gaat er enorm mee vooruit.”

‘Waarom hou je vast aan jaren 70?’

Van Rossum juicht het afstappen van het idee dat een meerderheidskabinet zaligmakend is toe. “De kern van mijn betoog is: als je zo’n versplinterd landschap hebt electoraal gezien, waarom hou je dan toch steeds vast aan een methode die in de jaren zeventig werkte, toen we partijen hadden met meer dan veertig zetels?”

Bovendien kunnen partijen binnen een meerderheidskabinet makkelijker worden gechanteerd. “Als je moet onderhandelen met vijf partijen, geef je iedereen de macht om per onderwerp de stekker uit het kabinet te trekken. Vandaar dat ik nu steeds zeg: een stabiele meerderheidscoalitie bestaat niet. Het is of stabiel of een meerderheidscoalitie, maar beide gaat niet.”

Zelf is Van Rossum sinds afgelopen weekend geen VVD-lid meer. “Ik heb een pauze, zoals dat soms moet in relaties. Ik ben even stateloos burger. Ik vind wel dat iedere burger lid moet zijn van een partij en ik ben liberaal in hart en nieren, dus misschien word ik in de toekomst weer lid.” De reden van zijn opzegging: “Ik ben niet zo van het uitsluiten. Ik adem dialoog.”