Nu de recordsluiting van de Amerikaanse overheid na 43 dagen ten einde is, wordt de economische schade duidelijk. De honger door gestaakte voedselprogramma’s en geannuleerde vluchten zijn maar een fractie van wat de shutdown gekost heeft: 14 miljard dollar per week, zo’n 1,5 procent van het bruto binnenlands product, maakte het National Economic Council donderdag bekend.
Ambtenaren die tijdens de wekenlange sluiting werden ontslagen, worden weer in dienst genomen en net als al hun collega’s met terugwerkende kracht betaald. Maar zo’n 60.000 Amerikanen in andere sectoren zouden als gevolg ervan hun baan zijn kwijtgeraakt, volgens het adviesorgaan van het Witte Huis. Andere economische informatie is door de shutdown niet eens verzameld.
Veel meer aandacht is er in de VS voor de politieke schade. Met als centrale vraag: wat bezielde voldoende Democraten om hun verzet te staken zonder er íéts substantieels voor terug te krijgen? Tot woede van partijgenoten en hun achterban. De oppositiepartij lijkt hierdoor verdeelder en machtelozer dan ooit. De positie van senaatsfractievoorzitter Chuck Schumer staat op het spel. Al was de episode voor president Donald Trump ook geen onverdeeld genoegen.
Binnen de Democratische Partij is vol afschuw gereageerd op de acht senatoren die het verzet staakten. Gavin Newsom, gouverneur van Californië, noemt het „capitulatie”. Volgens senator Chris Murphy „moedigt de instemming” Trump aan meer op het spel te zetten in de maatschappij. Afgevaardigde Alexandria Ocasio-Cortez noemde het „een gigantische vergissing” die leidt tot „een diep gevoel van woede en verraad”.
Enige machtsmiddel
Het was vanaf het begin een politieke gok die de Democraten namen. Met een Republikein in het Witte Huis en Republikeinse meerderheden in het Congres, hebben ze weinig in de melk te brokkelen. Hun enige machtsmiddel is het stilleggen van federale uitgaven, en daarmee de overheid zelf. Voor het goedkeuren van de financiering van de staat zijn namelijk zestig van de honderd senatoren nodig.
In het voorjaar durfden ze zo’n shutdown niet aan, op 1 oktober gingen senatoren er wel voor. Hun officiële inzet: meer geld voor gezondheidszorg, op z’n minst het verlengen van een subsidie van ziektekostenpremies die eind dit jaar afloopt. Miljoenen Amerikanen moeten anders honderden of zelfs duizenden dollars meer gaan betalen voor hun verzekering.
Trump ging er – terecht – vanuit dat de Democraten eerder dan hij zouden zwichten wanneer vooral de armste Amerikanen de pijn zouden gaan voelen, omdat hun bijstand na een paar weken zou opdrogen, en federale ambtenaren bij voedselbanken zouden aankloppen. De Republikeinse pijngrens is wat dat betreft veel hoger. De president onderhandelde, schrijven Amerikaanse media, nooit zelf met de oppositie om de overheid weer open te krijgen.
Toch leken de Democraten in de publieke opinie de overhand te krijgen. Uit peilingen bleek dat de schuld voor de shutdown voornamelijk bij de regeringspartij gelegd werd. En toen wonnen de Democraten op 4 november allerlei tussentijdse verkiezingen met ruimere marges dan voorspeld. Trump zelf noemde de shutdown een belangrijke reden dat zijn partij slecht scoorde. De Democratische strategie leek te werken. En toen besloten acht gematigde senatoren nog dezelfde week de overheid weer te openen.
Oprechte en geveinsde woede
De woede daarover binnen de eigen gelederen is grotendeels oprecht. Zeker wat betreft Chuck Schumer (74), de leider van de Democratische fractie in de Senaat die al langer onder vuur ligt. Hij stemde zelf niet in met de deal – die niet meer behelsde dan het herintreden van ontslagen ambtenaren en een toezegging dat er over de zorgverzekeringssubsidie gestemd zal worden. Maar deze zou nooit zonder zijn goedkeuring gemaakt zijn. Of zijn positie is nóg veel zwakker dan vermoed en collega’s werken om hem heen. „Het is tijd voor een nieuwe generatie leiders die zich verzetten tegen Trump”, zei bijvoorbeeld senator Cory Booker.
Toch lijkt de boosheid deels geveinsd, en Schumers positie strategisch. De Democraten wisten dat ze de shutdown niet tot de volgende verkiezingen, over een jaar, zouden volhouden. Ze hebben hun punt gemaakt: de betaalbaarheid van gezondheidszorg staat weer op de agenda en is één van Trumps notoire zwaktes. Hij slaagde er in zijn eerste termijn niet in Obamacare, betaalbare verzekeringen voor middeninkomens, te ontmantelen.
Hij lijkt nog steeds niet verder dan „concepten van een plan”, zoals hij het in een verkiezingsdebat met Kamala Harris noemde, om de zorg toegankelijk te houden. Terwijl het drukken van de kosten van levensonderhoud een van zijn belangrijkste verkiezingsthema’s was. Wat betreft zorgkosten speelt dat vooral in Republikeinse staten.
De acht senatoren die de deal uiteindelijk sloten, vormen geen toevallige selectie. Geen van hen gaat volgend jaar op voor herverkiezing. Ze gaan of met pensioen of hebben nog een langere termijn te gaan. Dat betekent dat kiezers hen niet direct kunnen bestraffen voor het meewerken met Trump. En dat alle andere Democraten zich volmondig van het akkoordje kunnen distantiëren. Zowel zij die opgaan voor herverkiezing als partijgenoten met ambitie voor het presidentschap.
Zelfs de verdeeldheid binnen de partij hoeft geen ramp te zijn. In 2010, twee jaar in de eerste termijn van Barack Obama, waren de Republikeinen hopeloos verscheurd en kwam de populistische Tea Party-beweging op, die het telkens aan de stok had met de partijleiding. Het resulteerde in een netto winst van 69 Congreszetels tijdens de midterms.
Ook zijn de Republikeinen niet de enigen die maar hele beperkte toezeggingen hebben gedaan. Een deel van de overheid is in het akkoordje dat de acht senatoren sloten alleen gefinancierd tot eind januari. Dan kan er weer een nieuwe, gedeeltelijke, shutdown ontstaan.
Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.