De gesprekken die Koolmees voerde met de partijleiders lieten zien dat er blokkades en grote inhoudelijke verschillen liggen om met vier partijen een kabinet te vormen. Hij noemt als voorbeeld de voorkeurscoalitie van D66, in samenwerking met CDA, GroenLinks-PvdA en VVD.

Die laatste partij wil niet samenwerken met de linkse partij. “Samen met elkaar in een hok gaan zitten heeft dan niet zo veel zin”, aldus Koolmees. “Dan zullen gesprekken snel ontsporen.”

In hetzelfde debat maanden verschillende partijleiders tot snelheid in het formatieproces, bekijk dat hier:

Koolmees put uit zijn ervaring als onderhandelaar en formateur: “Als je zo kort na de verkiezingen al vastloopt in een variant, dan heeft dat consequenties voor de onderlinge verhoudingen.”

Breed draagvlak

Dit alles ‘afpellend’ heeft Koolmees gebracht op de combinatie van D66 en CDA die verder moeten praten. “Begin vanuit het midden en bouw het breed op.” Hij wijst erop dat de ambitieuze agenda die die beide partijen moeten opstellen hopelijk op breed draagvlak kunnen rekenen, in de Tweede en Eerste Kamer, maar ook bij maatschappelijke organisaties.

VVD had daar graag bij aangesloten, maar Koolmees vond dat geen goed idee. “Daarmee sluit je direct een optie uit”, zei hij, doelend op de blokkade van VVD op GroenLinks-PvdA. Daarmee wordt het volgens Koolmees moeilijker om een kabinet met breed draagvlak te vormen.

Ook JA21-leider Joost Eerdmans sprak de wens uit om mee te praten, “dan was het bijna logischer geweest om met vier partijen te beginnen, maar in deze fase acht ik de verschillen zo groot, dat het geen goed idee is.”

Koolmees heeft voor een periode van drie weken gekozen voor de gesprekken tussen D66 en CDA, omdat ‘je tijd nodig hebt om elkaars nieren te proeven’.