In dit artikel
- Op avontuurlijke vakantie met Nusantara Beat
- Herman van Veen: ‘Bloemgezang’ had ook ‘Samenzang’ kunnen heten
- Kamermuziek in die gigantische Achtste symfonie van Mahler
- Charlotte de Witte: Hoge energie, scherpe kicks, technisch solide productie. Maar geen emotie
Pop
Nusantara Beat
Nusantara Beat
Op avontuurlijke vakantie met Nusantara Beat
Naar dit debuutalbum werd uitgekeken, want Nusantara Beat is al jaren een festivalhit. Hier horen we hoe Indonesische instrumenten surfgitaar, hippe synths en zoemende geluidseffecten ontmoeten op een bedje van gamelan. Deze muziek swingt, wiegt en deint, verrast met brommende elektronica, heeft geweldige melodieën en ontgint in elke nummer nieuw terrein. Ondertussen zingt Megan de Klerk koelbloedig in het ook voor haar onbekende Indonesisch (dat ze inmiddels beheerst).
Luisteren naar het Nederlandse zestal Nusantara Beat is als een avontuurlijke vakantie, naar contreien waar toeristen niet rondzwermen en de bewoners geen Engels spreken. Dat is de stemming die het titelloze debuutalbum van het Nederlandse zestal oproept. Hun muziek is een expressief, sfeervol en oorspronkelijk klinkend mengvat aan stijlen. Daarvoor baseerden de groepsleden, die gedeeltelijk een Indonesische achtergrond hebben, zich onder andere op de klanken uit ‘Nusantara’; de Indonesische archipel. Ze verdiepten zich lange tijd in Indonesische muziek, bestudeerden het krontjong-genre, de speciale pelog-toonladder (specifiek voor gamelanmuziek) en kenmerken van de Sunda Pop, een jarenzestigstijl waarin funk en psychedelica doorklonken.
Hun interpretatie klinkt zowel authentiek als eigenwijs. Authentiek door de klank die een beetje ‘ouderwets’ is (door het galmgebruik), eigenwijs door het mixen van stijlen. Het is vrolijk en ingenieus tegelijkertijd.
Live op Lowlands, Noorderslag of Le Guess Who zweept de groep het publiek op met liedjes als ‘Bakar’ en ‘Ular Ular’ die ondanks dat de zaal de Indonesische teksten niet kan verstaan, fonetisch worden meegezongen. De groepsleden hadden al ervaring in andere bands, bijvoorbeeld EUT (zangeres Megan de Klerk), Altin Gün (percussionist Gino Groeneveld), Jungle by Night (drummer Sonny Groeneveld), Mysterons (gitarist Jordy Sanger) en POM (bassist Michael Joshua) en Surf Aid Kit (Rouzy Portier, gitaar).
Ze hebben enige overeenkomst met groepen als Kruangbin (VS) en Altin Gün (NL), omdat ze onverstaanbare liedjes populair maken bij westers publiek. Ook delen ze de liefde voor surfgitaar en een groot aandeel voor percussie, zoals te horen in composities als ‘Ke Masa Lalu’ en ‘Cinta Itu Menyakitkan’.
Het resultaat is helder als ijspegels, elk instrument levert een delicaat loopje, een swingend patroontje of een rinkelende riedel. Hun muziek swingt, wiegt en deint, verrast met brommende elektronica, heeft geweldige melodieën en ontgint in elke nummer nieuw terrein. De Klerks Engels geschreven teksten zijn door Michael Joshua vertaald in het Indonesisch en ook het Soendanees, een taal uit West-Java. Voor de Nederlandse luisteraar blijft het ondoorgrondelijk en exotisch – zonder kitsch te worden. Soms zweemt De Klerks zang naar K-pop of J-pop, andere momenten klinkt ze fel en heksig (in ‘Bakar’). In het afsluitende ‘Cinta Itu Menyakitkan’ is de suikerzoete tederheid bijna sentimenteel. Maar toch weer niet, door de subtiele klankverschuivingen die de luisteraar alert houden. Bij Nusantara Beat vibreert het verleden mee, in eigentijdse klanken. Er ontstaat een tot nog toe onbekende wereld waar je graag toegang toe krijgt.
Hester Carvalho
Herman van Veen: ‘Bloemgezang’ had ook ‘Samenzang’ kunnen heten
Een ‘bloemgezang’ noemt Herman van Veen (op 14 maart 80 jaar geworden) zijn nieuwe album Plus. Het is niet alleen een bloemlezing uit zijn overweldigend rijke carrière, het is vooral een welluidende, prachtig melodisch opgebouwde ode aan de Nederlandse liedkunst, zelfs de Nederlandse natuur en aan jonge zangers en muzikanten met wie hij samenzingt. ‘Samenzang’ zou een even goede titel zijn als ‘Bloemgezang’.
Van Veen gaat ver terug in de tijd, naar 1969, met de eerste grote hit ‘Suzanne’ van Leonard Cohen in de vertaling van Rob Chrispijn. Een even voor de hand liggend als briljant idee is het om zangeres Maan de tekst die Suzanne krijgt te geven, waardoor Van Veens zwaar gevoileerde stem harmonieert met Maans sopraan. Niet alleen met Maan vormt Van Veen een vocaal ensemble, ook met dochters Anne en Babette, zijn eega Gaëtane Bouchez, collega’s Simone Kleinsma, Karin Hougaard, Roxeanne Hazes en André van Duin. Het album is rijkgeschakeerd en overkoepelt generaties, muzikale stijlen en is een eerbetoon aan zangers of cabaretiers als Thé Lau en Freek de Jonge en dichter Remco Campert. De cover ‘Onderaan de dijk’ van Lau met Roxeanne Hazes neemt de luisteraar mee naar de bezongen plek, „het kleine koninkrijk onderaan de dijk”.
De warme diepte van Van Veens stem komt in samenspel met Anne van Veen in het liefdeslied ‘Overal en nergens’ fraai tot klinken: de ‘jij’ van wie sprake is, hoort hij in de vleugelslag van meeuwen, ruikt hij in bramen, linde, berenklauw, rozen en kamille.
Engagement is onverbrekelijk verbonden met Van Veens carrière. Dat uit hij met alle artiesten in ‘Wiegeliedje’ van Freek de Jonge over de oorlog waartegen je je niet kunt verzetten: Geef de oorlogskinderen een naam / Zodat ze dichter bij je zijn. Schitterend is ‘Als ze als’, over een jonge vrouw, die, als ze als kind was gekoesterd, tot liefde in staat zou zijn geweest. Een lied waarin #MeToo resoneert. Imposant.
Kester Freriks
Klassiek
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Klaus Mäkelä
Mahlers Achtste symfonie.
Kamermuziek in die gigantische Achtste symfonie van Mahler
Als je een aanhanger bent van de less is more-kunstopvatting kun je Mahlers Achtste symfonie sowieso beter overslaan. Alles is groot aan Mahler 8: lengte, bezetting, ambitie, doorgaans ook het vibrato van de solisten. Daarop vormt deze opname van het Concertgebouworkest en zijn aanstaand chef Klaus Mäkelä, live tijdens het Mahler Festival van afgelopen mei, geen uitzondering. De fysieke cd verschijnt pas volgend voorjaar, maar het album staat sinds vorige week op de streamingdiensten.
Lees ook
Een klein wonder: het publiek staat niet massaal op om mee te zingen aan het eind van Mahler 8

Het nadeel van deze grootsheid is dat ze eigenlijk alleen werkt als je er live bij aanwezig bent. Wie deze symfonie, met groot orkest, drie koren en solisten bijgenaamd ‘Sinfonie der Tausend’, weleens in de concertzaal heeft meegemaakt weet: het verpletterende eerste deel blaast ieder voorbehoud omver. Luisteren wordt een vorm van overleven, het denken stopt. Zo heeft Mahler met zijn minst mahleriaanse symfonie (volksdeuntjes, bergen en natuurschoon zijn ver weg) een klankmassa geschapen die je het best tegemoet treedt als een eigenstandig natuurfenomeen. Ertegenover zitten is een sublieme ervaring – in de zaal.
Wat blijft daarvan over op Spotify, anders dan een aandenken voor de gelukkigen die erbij waren (de uitvoering kreeg vijf ballen in deze krant)? Weinig, denk je in eerste instantie. Het monumentale eerste deel, dat begint op z’n hoogtepunt en dat ruim twintig minuten oprekt, verliest onherroepelijk spankracht, hoe sierlijk Mäkelä zijn vierhonderd manschappen ook samenkneedt en richting geeft.
Lees ook
Lees meer over deze ‘Symfonie der Duizend’ onze Mahler symfonieëngids

Maar het gekke is: de fortissimo’s veranderen gaandeweg van betekenis. Het worden overgangspassages tussen de lange secties van uitgesponnen bezonkenheid die stiekem ook live de echte hoogtepunten zijn – het ragfijne ‘Infirma nostri’ in het eerste deel, bijvoorbeeld. Het tweede deel, een miniopera naar Goethes Faust, zit er vol mee. Meteen al het instrumentale ‘Poco adagio’: elektrisch geladen. Of het koor ‘Dir, der Unberührbaren’: zo teder en geraffineerd dat je even denkt een afslag naar kamermuziek in de Kleine Zaal te hebben genomen.
Joep Stapel
Mahlers Achtste symfonie toch live horen? Hij wordt op 12 en 13 december door het Noord Nederlands Orkest gespeeld in Groningen. Info: nno.nu
Techno
Charlotte de Witte
Charlotte de Witte
Charlotte de Witte: Hoge energie, scherpe kicks, technisch solide productie. Maar geen emotie
„In the silence between the notes / Enter the realm of the unknown”, zo fluistert een esoterische vrouwenstem op ‘The Realm’, de openingstrack van het debuutalbum van de Vlaamse technoproducer Charlotte de Witte. Het onbekende, dat is het beloofde land. Dat hoor je vaker in muziek: „Emotion is in the silence”, zegt jazzgrootheid Wynton Marsalis in een documentaire tegen een van zijn studenten. Maar op ‘The Realm’ van De Witte klinkt stilte niet als een uitnodiging tot bezinning, eerder als een aankondiging van het repetitieve geweld dat volgt. De beat valt strak en hard in, met de precisie van een stroboscoop, een adrenalinemachine. Dat belooft wat.
De Witte (33) is een van de meest succesvolle techno-dj’s ter wereld. De Gentse is vaste gast op hoofdpodia van grote muziekfestivals als Tomorrowland, Coachella en Lowlands en werd dit jaar voor de zesde keer op rij uitgeroepen tot beste techno-dj ter wereld, door het toonaangevende tijdschrift DJ Mag. Maar ondanks haar grote hoeveelheid ep’s (meer dan twintig), was er nog geen debuutalbum. Dat is er nu wel: een persoonlijk werk, uitgebracht op haar eigen label KNTX, met haar eigen naam als titel en, naar eigen zeggen, haar liefde voor de dansvloer als drijvende kracht.
De muziek is inderdaad dansvloergericht: hoge energie, technisch solide productie, onverbiddelijk scherpe kicks. Maar wie op zoek is naar meer dan dat, naar emotie in de stilte, blijft enigszins met lege handen achter. Waar eerder werk van De Witte qua sound en spanning verraste, zoals het hypnotische ‘Selected’ of haar monsterhit ‘The Age of Love’ (remix), blijft de verdenking kleven dat dit album niet gemaakt is voor de underground club, maar om kant en klaar in te passen in mainstream sets op grote festivals. Dat hoeft niet erg te zijn, maar het is wel wat flauw, in de zin van ‘bland’, zonder kruiden.
Corny resultaat
De eerste helft van het album voelt afstandelijk, zonder frictie. ‘The Heads That Know’, met banale spokenword-tekst van de Welsche drumm&bass producer Comma Dee, poogt iets van diepgang op te roepen, maar dat lukt niet met teksten als „When I’m on stage with the mic in my hand / Got a vibe with the gang.” ‘Hymn’ lijkt op een zichzelf herhalende drinking song voor onder een Mario Kart game. Dat kan best leuk zijn, maar uitdagend is het niet. De track ‘Vidmahe’, waar mistige Sanskriet-zang een spiritueel verlangen moet uitdragen, schuurt aan tegen het clichématige en misschien ook wel tegen culturele toe-eigening. De intentie zal oprecht zijn, maar het resultaat is corny.
Gelukkig staan er ook tracks op het album die laten zien dat de muzikale wortels van De Witte in het nachtleven liggen. ‘No Division’, met tekst van XSALT, komt meer in de buurt van de sfeer van ‘The Age of Love’, met verrassende gelaagdheid. ‘Higher’ heeft een welkome korrelige breakbeat en in ‘Unite’ en ‘I Want You’ klinkt iets van de escapistische melancholie door die haar vroegere werk kenmerkt. Hoogtepunt is ‘Domine’: eindelijk een track zonder afgezaagde vocalen, waar dat heerlijk gorgelende radioactieve acid geluid en die buitenaardse ribben waar in de verte met een metalen pijp overheen lijkt te worden geragd, het hoofdpodium krijgen.
Helaas keren de afgezaagde vocalen direct erna terug op ‘After the Fall’, met de Australische zangeres Lisa Gerrard (bekend van de soundtrack van de film Gladiator). Het is natuurlijk een kwestie van smaak, en op grote festivals wordt die vocale pseudo-spiritualiteit vaak goed gewaardeerd, maar hier en daar overstemt dat de muzikale kwaliteiten van de beste techno dj ter wereld. Daar mag je best wat eigenheid van verwachten.
Jonasz Dekkers
Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.