‘Slib! Geen prik!’ het klinkt bijna als een grap uit het veld, maar het is serieuze wetenschap. Wie langs het Gastersche Diepje wandelt tijdens het onderzoek van Waterschap Hunze en Aa’s, hoort de onderzoekers regelmatig roepen.

Ze zijn bezig met het jaarlijkse onderzoek naar de rivierprik, een bijzondere soort die hier nog voorkomt.

Elk jaar wordt een traject van ongeveer 250 meter van het Diepje bemonsterd. Met een metalen happer van zo’n tien kilo wordt een stukje van de beekbodem omhoog gehaald. “Alles wat we naar boven halen, zeven we zorgvuldig uit”, vertelt Peter Paul Schollema van waterschap Hunze en Aa’s. “We kijken naar wat er in de bodem leeft en wat voor materiaal er aanwezig is. Als we rivierprikken vinden, meten we ze op en bepalen we hun leeftijd. Zo krijgen we een goed beeld van de paaiplaatsen en hoe de rivierprik zich hier ontwikkelt.”

Naast het jaarlijkse onderzoek wordt eens in de drie jaar een groter traject van zo’n 7,5 kilometer bemonsterd.

Het is bijzonder dat de rivierprik de weg naar het Gastersche Diep weet te vinden. Het is namelijk de enige plek in Noord-Nederland waar deze soort nog paait. “Voor de dichtstbijzijnde andere populaties moet je naar de Veluwe, de Achterhoek of zelfs helemaal naar Limburg”, zegt Schollema. “Dat maakt het extra bijzonder dat de soort hier nog voorkomt.”

De rivierprik legt een indrukwekkende route af: via de Drentsche Aa zwemt hij door de stad Groningen en het Eemskanaal richting Delfzijl, om uiteindelijk in de Waddenzee uit te komen. Elk jaar keren de dieren vanuit zee weer terug naar Gasteren om daar te paaien.