•
Vandaag
•
leestijd 3 minuten
•
2032 keer bekeken
•
bewaren
De verdediging van NRC in de kwestie rond Hans Wijers zegt vooral iets over de krant zelf. NRC brengt de discussie terug tot de vraag of Wijers een persoonlijke kwalificatie gebruikte over een VVD-leider, maar daarmee wordt het echte probleem verhuld. Het gaat niet om één woord dat in een interne omgeving is uitgesproken, maar om een terugkerend patroon waarin vertrouwelijke informatie over progressieve politici opvallend vaak in de krant belandt.
En dat is geen toeval. Het gebeurt steeds wanneer interne conflicten binnen progressieve partijen op scherp staan. Precies dan duiken er details op die nooit bedoeld waren voor de openbaarheid. Dat zagen we eerder bij Esmah Lahlah, dat zien we nu bij Wijers en dat zien we telkens weer in reconstructies die vooral draaien op informatie die binnen een partij eigenlijk onder vertrouwelijkheid valt.
Daarmee komt een ongemakkelijke vraag op tafel: waarom zijn het vooral progressieve bestuurders van wie interne communicatie ineens landelijk nieuws wordt? De politiek kent talloze momenten waarop woorden vallen, emoties oplopen en kwalificaties worden gebruikt die buiten de context niets meer betekenen. Ook binnen andere partijen. Ook binnen de VVD. Maar die incidenten halen zelden de krant. Het zijn vooral linkse of progressieve politici die worden geraakt door dit soort lekken. Daarmee ontstaat een mediadynamiek die niet neutraal is, maar selectief.
Journalistiek hoort die patronen te doorzien. Journalistiek hoort te begrijpen dat interne irritatie, botsing of frustratie iets anders is dan misstanden die het publieke belang raken. Een persoonlijke kwalificatie over een VVD-leider is geen bewijs van bestuurlijk falen, maar een momentopname in de hectiek van politieke besluitvorming. Het openbaar maken van zo’n momentopname zegt vaak meer over de strategische timing van het lek dan over het functioneren van de betrokken politicus.
Journalistiek is tegels lichten. Journalistiek is processen blootleggen, belangen verklaren en macht analyseren. Journalistiek is niet het ophalen van losse opmerkingen om een incident te creëren dat vooral tot polarisatie leidt.
Het structurele karakter van deze lekken verdient veel meer aandacht. Binnen de politiek circuleren dagelijks memo’s, appjes, ruzies en emotionele uitglijders. Maar slechts een fractie komt in de krant. En opvallend genoeg zijn het steeds dezelfde partijen die getroffen worden. Dat creëert de indruk van een politiek wapen dat niet neutraal wordt ingezet, maar gericht. En dat media ongewild of ongemerkt onderdeel worden van een strategie die niet draait om waarheidsvinding, maar om schade toebrengen.
Dat NRC dat bredere patroon niet adresseert, is een gemiste kans. Het verweer gaat over detailkritiek en procedure, maar ontwijkt de vraag hoe de krant voorkomt dat vertrouwelijke interne informatie wordt gebruikt om progressieve politici te beschadigen. Daarmee blijft een essentieel onderdeel van het politieke spel buiten beeld. Terwijl juist dat spel, met alle belangen die meespelen, bepalend is voor hoe burgers nieuws en politiek ervaren.
Het publiek verdient journalistiek die verder kijkt dan incidenten. Een journalistiek die begrijpt dat informatie nooit neutraal is, dat lekken altijd een doel hebben en dat context minstens zo belangrijk is als de content van een enkele quote. Door zich te beperken tot de vraag of de kwalificatie over een VVD-leider correct is weergegeven, toont NRC vooral dat het grotere verhaal uit beeld blijft.
Wie weigert dit patroon te benoemen, versterkt het. Media die zonder context interne irritaties of losse woorden publiceren, verschuiven van waakhond naar amplifier van politieke spelletjes. Progressieve politici worden zo structureel kwetsbaarder gemaakt dan hun rechtse collega’s, niet omdat hun misstappen groter zijn, maar omdat hun interne conflicten systematisch worden uitvergroot. Dat creëert een scheef speelveld waarin incidenten machtiger worden dan inhoud. En zolang kranten als NRC dat blijven faciliteren, zijn ze niet de hoeder van de democratie, maar onderdeel van het probleem dat onze politiek vergiftigt.

