Wekenlang werd België opgeschrikt door vermeende dronewaarnemingen die tot grote onrust leidden. Luchtruimsluitingen, politieacties en nachtelijke zoektochten hielden het land in hun greep. Het grootste probleem was dat er geen of beperkte detectiesystemen voorhanden waren, waardoor menselijke waarnemingen niet konden worden geverifieerd. Sinds de komst van onder andere het geavanceerde ORCUS-systeem van het Italiaanse defensiebedrijf Leonardo, bemand door een team van de Britse RAF, lijkt die periode van chaos nu voorbij.

ORCUS: militair systeem voor 360 graden bescherming

De counterdronecapaciteit van de RAF heet ORCUS. Het is de Britse militaire variant van Leonardo’s Falcon Shield, een modulair en uiterst veelzijdig systeem dat gebruikmaakt van een reeks sensoren en effectors om drones te detecteren, identificeren, volgen en, indien nodig, uit te schakelen. De gegevens van onder meer radar, RF-ontvangers, microfoons en EO/IR-camera’s worden samengebracht in een geavanceerd softwaresysteem dat binnen seconden een volledig dreigingsbeeld kan opbouwen.

Dankzij deze gecombineerde sensorinput is het mogelijk om niet alleen drones waar te nemen, maar ook te bepalen wat voor toestel het is, welke route het aflegt en soms zelfs waar de bestuurder zich bevindt. Daarnaast kan ORCUS ingrijpen op de besturing van bepaalde drones door middel van radiojamming.

Installatie van het ORCUS-systeem door het 34 Squadron RAF Regiment.
Zwaar materieel met gespecialiseerde bemanning

De RAF beschikt over zeven ORCUS-systemen. Het complete pakket weegt ongeveer drie ton en biedt dag en nacht 360 graden bescherming binnen een straal van een paar kilometer. Aan ORCUS kan ook het Amerikaanse NINJA-systeem worden gekoppeld, waarmee de besturing van sommige drones direct kan worden overgenomen. Voor de inzet is een gespecialiseerd team van counterdronespecialisten nodig, dat het systeem opbouwt, bedient en analyseert.

Eerder wierp ORCUS zijn vruchten af bij grote internationale evenementen en incidenten. Zo hielp het systeem in 2018 om een einde te maken aan de dagenlange disruptie op Gatwick Airport. Er kwamen nog wel meldingen binnen, maar de apparatuur toonde aan dat deze niet klopten. Ook tijdens de kroning van Charles III, de G7-top in Cornwall, de Olympische Spelen in Parijs en het Eurovisie Songfestival werd ORCUS ingezet. Recent nog bracht het systeem rust na dronepaniek in Denemarken, waar tot op de dag van vandaag onduidelijk is of er daadwerkelijk drones zijn geweest.

De bediening van ORCUS vergt om een gespecialiseerd team.
Onbekend waar ORCUS in België staat opgesteld

Het is niet bekend waar ORCUS precies in België is geplaatst en om hoeveel systemen het gaat. Duidelijk is wel dat het niet het enige detectiemiddel is dat werd aangevoerd. België kreeg hulp aangeboden van diverse landen, waaronder Frankrijk en Duitsland. De combinatie van meerdere systemen en internationale expertise lijkt een belangrijke rol te hebben gespeeld in het afbouwen van de onrust.

Minstens zo belangrijk is dat de negatieve feedbackloop is doorbroken. Eerdere nachtelijke waarnemingen leidden tot ingrijpende maatregelen, waaronder luchtruimsluitingen. Dat zorgde voor veel media-aandacht, waardoor meer mensen ’s nachts naar de hemel gingen turen en opnieuw meldingen deden. Met betrouwbare detectieapparatuur kan er in de buurt van een aantal gevoelige locaties nu direct worden vastgesteld of er daadwerkelijk iets rondvliegt, waardoor rust en vertrouwen zijn teruggekeerd.

Het gevolg is dat er, op een enkel incident bij Zaventem na, voor zover bekend geen noemenswaardige disrupties meer zijn geweest. Zowel in België als in buurlanden zoals Nederland doken nog wel meldingen op, maar die bleken hoogstwaarschijnlijk te berusten op foutieve waarnemingen. Zo werd in Limburg een sterrenbeeld aangezien voor een dronezwerm en leverde een deltavorming vliegtuigje tot verwarring in de buurt van vliegbasis Gilze-Rijen.

Deze EO/IR-camera kan eventuele drones zowel overdag als ’s nachts waarnemen.
En nu verder?

ORCUS kan niet permanent op alle risicolocaties blijven staan. Daarvoor is het systeem te kostbaar en te complex in de bediening. Toch lijkt een structurele verbetering van de Belgische detectiecapaciteit in de maak. Defensieminister Francken wist onlangs een investering van vijftig miljoen euro in dronedetectieapparatuur goedgekeurd te krijgen. Daarmee wordt de kans groter dat België in de nabije toekomst beschikt over een netwerk van sensoren dat nieuwe paniekgolven kan voorkomen.

Wel is duidelijk geworden dat er geen pasklare oplossing bestaat voor dronedetectie, en dat het evenmin mogelijk is om het luchtruim altijd en overal te bewaken. Hoe dan ook zijn meerdere sensorsystemen benodigd, die door middel van sensorfusie een compleet plaatje schetsen. Maar de technologische ontwikkelingen gaan razendsnel: wat vandaag werkt, kan morgen alweer achterhaald zijn.

Deze jammer werkt als een ‘elektronische scherpschutter’.

(foto’s: Leonardo / UK Ministry of Defence © Crown copyright 2025)