Dat blijkt uit onderzoek van het EenVandaag Opiniepanel onder ruim 28.000 deelnemers. 17 procent is dit jaar van plan om vuurwerk af te steken tijdens oud en nieuw. Afgelopen zomer stemde de Eerste Kamer in met een algeheel verbod op vuurwerk, dus ook op siervuurwerk. Naar verwachting gaat dit verbod de jaarwisseling van 2026/2027 in. Vanaf dan mogen particulieren alleen nog kinder- en feestvuurwerk gebruiken.

Illegaal vuurwerk

Op dit moment is alleen het zwaarste vuurwerk, zoals knalvuurwerk, verboden in Nederland. Een vijfde (20 procent) van de mensen die dit jaar gaan afsteken, trekt zich van dat verbod niets aan: zij zijn van plan om hun vuurwerk illegaal te kopen, bijvoorbeeld in het buitenland.

Maar wanneer bij de jaarwisseling daarna ook het siervuurwerk niet meer is toegestaan, verdrievoudigt het aantal vuurwerkafstekers dat zegt illegaal hun inkopen te willen doen (59 procent). Hoewel zij niet allemaal direct naar zwaarder vuurwerk zullen grijpen, willen de meesten van hen hun traditie ook niet ‘laten afpakken’. “Ik wil me graag aan de wet houden, maar ik wil ook graag dit kleine pleziertje behouden”, legt een deelnemer uit.

‘Handhaving onmogelijk’

Mede door die redenatie vraagt de 30 procent van de mensen die tegen een algeheel vuurwerkverbod is zich af of de maatregel wel zin heeft. “Zolang het nog heel gemakkelijk in onze buurlanden te koop is, zal het nog niet het gewenste effect hebben”, vermoedt een panellid. En iemand anders vult aan: “Handhaving zal onmogelijk zijn.”

Ook noemen mensen die tegen het verbod zijn het ‘betutteling’ of zien een traditie van zelf vuurwerk afsteken verloren gaan. “Vuurwerk hoort bij de jaarwisseling”, stelt iemand. Daar is 41 procent van de deelnemers het mee eens.

Extra knaldrang

Voor ruim 4 op de 10 vuurwerkafstekers (43 procent) is het verbod een reden om dit jaar extra veel vuurwerk af te steken, zeker bij jongeren. Soms ook als manier om hun onvrede te uiten: “Door vuurwerk af te steken protesteer ik tegen een maatregel die meer schade doet dan het voorkomt. Het verbod pakt niet de overlast aan, maar straft de mensen die veilig en verantwoordelijk willen vieren.”

Die extra knaldrang baart anderen weer zorgen. Ruim de helft (53 procent) van de deelnemers geeft aan ongerust te zijn over meer overlast van vuurwerk, omdat dit het laatste jaar is dat het mag.

Meerderheid voor verbod

Twee derde van de panelleden (66 procent) staan wel achter het vuurwerkverbod. ‘Eindelijk’, schrijven verschillende deelnemers. Veel van hen geven aan normaalgesproken al best wat overlast te hebben van vuurwerk, door bijvoorbeeld de troep op straat, luide knallen, of huisdieren die er last van hebben.

Maar ook de hoeveelheid schade, ongelukken, of schadelijkheid voor het milieu worden als argumenten genoemd. Met name in 2020, toen wegens corona al een tijdelijk verbod van kracht was, zijn meer mensen voorstander geworden. Het draagvlak is sindsdien niet meer gedaald.