NOS Bart Kamphuis
NOS Nieuws•vandaag, 17:25
Ruim twee derde van de praktisch opgeleide vrouwen voldoet niet aan de definitie van financiële zelfstandigheid. Deze groep van 1,3 miljoen vrouwen heeft minder vaak betaald werk of werkt minder uren dan theoretisch opgeleide vrouwen.
Als zij wel betaald werk hebben, is het uurloon vaak niet voldoende om op eigen benen te kunnen staan. Dat blijkt uit onderzoek naar emancipatie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Veel van deze vrouwen nemen thuis het grootste deel van de zorg op zich. Bij emancipatiebeleid zou de overheid niet alleen maar naar inkomen moeten kijken, maar ook naar kinderopvang en betaald verlof, zegt het SCP.
Praktisch opgeleid
Iemand die basisonderwijs, vmbo of een mbo1-opleiding heeft gevolgd wordt beschouwd als praktisch opgeleid. Van de praktisch opgeleide vrouwen heeft iets minder dan de helft geen betaald werk. Bij de werkende vrouwen in deze groep gaat het vaak om kleine deeltijdbanen.
Financieel onafhankelijk ben je, volgens de definitie van de overheid, als je met betaald werk voldoende verdient om jezelf en eventueel de kinderen te kunnen onderhouden. Voor vrouwen met een praktische opleiding is deze zelfstandigheid minder makkelijk haalbaar.
Het lagere uurloon speelt daarbij een belangrijke rol. Vrouwen met een praktische opleiding zouden gemiddeld anderhalf tot twee keer zo veel moeten werken om hetzelfde te verdienen als vrouwen met een hbo- of universitaire graad.
Deeltijd werken, voltijd zorg
Naast het lagere uurloon, speelt ook cultuur een rol. Uit het onderzoek blijkt dat veel van deze vrouwen er alleen voor staan in het huishouden. Ze zorgen het meest voor de kinderen en soms ook nog voor de ouders.
Die verantwoordelijkheid wordt geregeld als vanzelfsprekend gezien, blijkt uit de gesprekken die het SCP voerde met vrouwen uit deze groep. Die ongelijke taakverdeling wordt niet per se als vervelend ervaren. Ze geven aan dat het “een gewoonte” is en dat “het erin sloop”.
Soms spelen traditionele gedachten hierin een rol. Zo denkt 30 procent van de praktisch opgeleide vrouwen dat de vrouw meer geschikt is voor de opvoeding dan de man. Bij theoretisch opgeleide vrouwen is dat zo’n 17 procent.
Wel is dat verschil in mentaliteit de afgelopen decennia kleiner geworden. Steeds vaker geven praktisch opgeleide vrouwen aan een gelijke verdeling van werk en huishouden belangrijk te vinden. Hoewel praktisch opgeleide vrouwen doorgaans iets traditioneler denken over de rol van de moeder, benadrukt het SCP dat de emancipatie niet ongemerkt aan deze groep voorbij is gegaan.
Gevoel van emancipatie
Veel praktisch opgeleide vrouwen voelen zich wel degelijk geëmancipeerd. Toch leidt dit in de praktijk meestal niet tot financiële zelfstandigheid of een eerlijke taakverdeling in huis.
Dat heeft te maken met hoe emancipatie wordt ervaren. Volgens het SCP voelen veel praktisch opgeleide vrouwen zich geëmancipeerd, maar denken ze daarbij niet direct aan betaald werk of economische zelfstandigheid.
“Emancipatie betekent voor hen vooral regie over het eigen leven”, schrijven de onderzoekers. “Ze vinden financiële onafhankelijkheid belangrijk, maar denken dan aan het hebben van een eigen inkomen dat genoeg is voor de extra’s of voor eigen uitgaven.”
Verlof en kinderopvang
Het gaat dus niet alleen maar over geld bij deze groep vrouwen. Dat gevoel van vrijheid wordt ook ontleend aan een sociaal leven, sporten, vrijwilligerswerk en het kunnen bieden van mantelzorg.
Het SCP vindt dan ook dat de focus nu te veel op inkomen ligt bij beleid rondom emancipatie, bijvoorbeeld bij de poging om parttimers meer te laten werken. Het zou niet alleen maar over inkomen moeten gaan, maar bijvoorbeeld ook over betaald verlof en toegankelijke kinderopvang.