Ook dit weekend op de klimaattop in Belém leverde het getouwtrek tussen Turkije en Australië geen winnaar op. Beide landen willen COP31, de volgende top, organiseren en zijn niet bereid om in te schikken. Als ze er deze week niet uitkomen, zit er weinig anders op dan de eer te gunnen aan Bonn, de zetel van het klimaatbureau van de Verenigde Naties. Dat geldt als ‘neutraal terrein’, zo is vastgelegd in het van Rio de Janeiro (1992).

Het organiseren van een klimaattop wordt een steeds prestigieuzere opdracht. Ook al is het een immense klus en vergt het grote diplomatieke buigzaamheid, het voelt als de Olympische Spelen van het multilateralisme – met tienduizenden deelnemers is er nauwelijks een grotere mondiale vergadering denkbaar.

Het gastland heeft als voorzitter van de top grote invloed op de agenda en dus ook op de uitkomst. Het succes van de klimaattop in Parijs tien jaar geleden wordt alom op het conto geschreven van het geroutineerde Franse diplomatieke netwerk en voorzitter Laurent Fabius. Zoals het onervaren Deense onderhandelingsteam in 2009 de schuld kreeg van het mislukken van de top in Kopenhagen.

Australië en Turkije behoren gek genoeg tot dezelfde ‘regio’ binnen de indeling van de Verenigde Naties. De vijf VN-regio’s organiseren bij toerbeurt een klimaattop. Het organiserende land wordt bij consensus aangewezen – dus één van de twee landen zal bakzeil moeten halen en het andere moeten steunen.

Dat Australië en Turkije in dezelfde groep zitten, is een overblijfsel van de Koude Oorlog. Destijds vormden de landen van het voormalige Warschaupact en de Sovjet-Unie tezamen de groep Oost-Europa. De westerse wereld, dus inclusief Australië, Nieuw-Zeeland, Canada en de Verenigde Staten (formeel geen lid, maar waarnemer) behoren tot de groep ‘West-Europa en andere landen’ (WEOG). Ook Turkije, NAVO-lid en in de jaren vijftig sterk Europees georiënteerd, is lid van de WEOG, evenals Israël, dat door de Arabische landen niet werd geduld bij de regio Azië.

Samen met de eilandstaten

Australië had en heeft de beste papieren voor COP31. Het heeft steun van de meeste WEOG-landen en wil de top bovendien organiseren in nauwe samenwerking met de kleine eilandstaten in de regio – waarvoor klimaatverandering een existentiële bedreiging vormt. Daar komt bij dat Turkije zijn handen vol zal hebben aan de NAVO-top die het in juli organiseert.

Geen van de twee landen heeft een goede reputatie als het gaat om klimaatbeleid. Volgens de website Climate Action Tracker, waarop wetenschappers de klimaatplannen van landen doorrekenen en beoordelen, zou het klimaatdoel van Turkije leiden tot een opwarming van 4 graden Celsius aan het einde van de eeuw (‘critically insufficient’). Australië doet het met plannen die passen bij een opwarming van ruim 3 graden maar net iets beter (‘insufficient’). Per hoofd van de bevolking staat kolenproducent Australië er wel slechter voor. Met 14,5 ton CO2 per capita (tegenover 5,9 ton voor de Turken) behoren Australiërs tot de grootste mondiale vervuilers.

Lees ook

Adaptatie aan opwarming meetbaar maken is de inzet in Belém. Nu het geld ervoor nog

Een betoger vraagt donderdag in Belém aandacht voor adaptatie, de aanpassingen die landen moeten maken vanwege  de gevolgen van klimaatverandering.

Turkije heeft dit weekend voorgesteld om de top dan maar gezamenlijk te organiseren. Maar daar heeft de Australische premier Anthony Albanese geen zin in. De VN-regels voorzien niet in die mogelijkheid, legde hij dit weekeinde uit, en dat is volgens hem niet voor niks. Het wordt, vindt Albanese, de hoogste tijd dat er een keer een klimaattop wordt gehouden in de Pacifische regio.

Intussen vrezen ze in Bonn dat de twee er niet uitkomen. De voormalige West-Duitse hoofdstad, die iedere zomer al een bescheiden klimaatconferentie huisvest, zit niet te wachten op de logistieke nachtmerrie van een top met zo’n vijftigduizend deelnemers, onder wie regeringsleiders – en veel demonstranten.

„We zouden moeten, maar we willen niet”, zei de Duitse onderminister voor Milieu Jochen Flasbarth vorige week tegen nieuwswebsite Politico. „Dit is geen gemakkelijke klus. Duitsland zou veel meer tijd nodig hebben voor zo’n conferentie. Daarom luidt onze boodschap: laat Australië en Turkije in hemelsnaam tot overeenstemming komen.”

Wat geldt voor Duitsland, geldt overigens ook voor Turkije en Australië. Het gastland van COP31 zou in Belém al lang moeten meelopen met voorzitter Brazilië. Nu moeten de contacten worden gelegd, de standpunten worden verkend en de eigen positie worden verhelderd. Het risico dat volgend jaar voor de klimaatonderhandelingen een verloren jaar wordt, groeit met de dag.

Lees ook

De strijd voor anderhalve graad is (tijdelijk) verloren

Zonnepanelen die worden geïnstalleerd in Lingwu , in Noord-China, met een vermogen van één gigawatt..

Geef cadeau

Deel

Mail de redactie

NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.