DPATon Koopman met Bach op de achtergrond
NOS Nieuws•vandaag, 12:12
De twee nieuwe muziekstukken van Johann Sebastian Bach die gisteren in Leipzig zijn gepresenteerd, vormen een welkome aanvulling op het orgelrepertoire. Organist, klavecinist, dirigent en Bach-kenner bij uitstek Ton Koopman mocht de werken voor het eerst ten gehore brengen. Een grote eer, vindt hij.
De uitvoering was in de Thomaskerk in Leipzig, waar Bach een groot deel van zijn leven werkte. In de Oost-Duitse stad is ook het Bach Archiv gevestigd, waarvan de ontdekker van de stukken, Peter Wollny, directeur is. Nederlander Koopman is voorzitter.
Koopman ziet de virtuositeit van de jonge Bach terug in de stukken. “Deze werken zullen straks vaak voorbijkomen op orgelconcerten”, zegt hij tegen de NOS. Ze zijn volgens hem ook bijzonder omdat Bach in zijn grote oeuvre voor orgel minder heeft gecomponeerd voor kleine dan voor grote orgels.
Vrolijke stukken
De twee werken zijn toegevoegd aan de catalogus met Bach-muziek, de Bach-Werke-Verzeichnis (BWV), onder nummer BWV 1178 en 1179. Het zijn chaconnes, stukken waarin de bas het thema heeft en de rechterhand allerlei variaties op een melodie speelt. Een staat in de toonsoort d-mineur en de andere in g-mineur.
Bach, die leefde van 1685 tot 1750, schreef de stukken toen hij rond de 18 was. “Gewoon heel vrolijke stukken, maar je ziet direct een Bach die geen kind meer is en wat te vertellen heeft, die volwassen met de muziek omgaat, die heel creatief is”, licht Koopman toe.
Hij vond het een bijzondere ervaring om de stukken te mogen opvoeren. “Ook een eer dat je als Nederlander dit mag spelen voor behoorlijk veel mensen in de kerk en heel veel mensen die (online) meeluisterden, ja, heel bijzonder.”
De presentatie van de twee werken van Bach is hier te bekijken met Ton Koopman op orgel:
Peter Wollny ontdekte de werken meer dan dertig jaar geleden in de Belgische Koninklijke Bibliotheek. Om vast te stellen dat ze echt van Bach waren, deed hij al die tijd onderzoek, naast zijn werk bij het Bach Archiv. En dat moest heel zorgvuldig gebeuren.
“Hij is directeur van het archief en is een belangrijke musicoloog. Hij heeft de leiding over het Bach-Jahrbuch, iemand met een grote naam, die hij niet te grabbel wil gooien door een foute beslissing te nemen”, zegt Koopman.
Wollny deed zijn onderzoek in het geheim. “Niemand wist ervan, ik weet het ook pas sinds mei”, zegt Koopman. Het laatste puzzelstukje vond hij begin dit jaar. “En het Bach Archiv bestaat 75 jaar dit jaar, dus dat was een prachtige gelegenheid om ermee naar buiten te komen.”
Wollny vond de anonieme werken meteen opmerkelijk, zegt Koopman. “Gewoon goeie stukken, waarvan niet bekend was wie ze gecomponeerd had. De hoop dat ze van Bach waren, had hij al vanaf het begin.” Aanwijzingen daarvoor waren onder meer de kenmerkende harmonieën en de veelkleurigheid van de muziek. “Maar het was niet bekend wanneer ze waren geschreven en hoe aannemelijk is het dan dat ze van Bach zijn?”
Detective
De stukken waren in ieder geval niet in Bachs handschrift geschreven. Pas vijf jaar geleden ontdekte Wollny wie de kopiist was: Salomon Günther John. In een sollicitatiebrief – die later uit 1729 bleek te zijn – schreef hij dat hij een leerling was van de vroegere organist in Arnstadt. En Bach was in die tijd de enige die daar lesgaf.
Het was nog wel een hele zoektocht om de brief van John te dateren. Het archief van Arn stadt bleek in de oorlog verloren te zijn gegaan, maar na veel zoeken vond Wollny in een provinciaal archief 8 meter brieven van John.
“Deze man heeft heel veel geschreven als gerechtsschrijver en Wollny dacht: ‘Als ik dit kan dateren, dan ben ik er’.” Hij vond een aantal brieven waar een datum op stond. “Hij is een specialist in schrift, hij is echt een detective wat dat betreft, en daardoor kwam hij dichter en dichter bij de tijd dat Bach in Arnstadt was.”
John kreeg van 1705 tot 1707 orgelles van Bach. De kopieën bleken rond 1705 te zijn gemaakt. Daarmee was de laatste twijfel weggenomen.