Mozaïek Wonen

Hoe bouwen we snel meer huizen in een land waar elke vierkante meter vergeven is en inwoners jarenlange procedures tegen projecten kunnen starten? In Bodegraven neemt de gemeente nu de gok: doorbouwen, ondanks bezwaren.

Tachtig omwonenden hebben daar een bezwaarschrift ingediend bij de rechtbank tegen een bouwproject met veertig flexwoningen. Maar de gemeente Bodegraven-Reeuwijk is van plan de bouw door te zetten. “Die woningen zijn ongelooflijk belangrijk”, zegt wethouder Dirk-Jan Knol (CDA).

In politiek Den Haag stond de woningnood gisteren op de agenda van de informateur. Onder andere Bouwend Nederland mocht aanschuiven. De ondernemersorganisatie kijkt met interesse naar Bodegraven. “Ik waardeer dat er naar oplossingen gezocht wordt”, zegt directielid Jelmer Alberts. “Procedures duren nu te lang. Maar ik snap ook dat mensen er wat zenuwachtig van worden. Want wat als de rechter besluit dat het bezwaar gegrond is?”

De stem van mensen die blij zijn met nieuwe woningprojecten, horen we nu niet.

Dirk-Jan Knol, wethouder Bodegraven-Reeuwijk

“Roulette met belastinggeld”, noemt omwonende Inez Lelijveld de gok die de gemeente neemt. Want als de rechter de vergunning van het project intrekt moeten de huizen mogelijk worden gesloopt.

Lelijveld maakte met buurtbewoners bezwaar tegen de nieuwbouw omdat ze vreest voor overlast. De woningen zijn bedoeld voor statushouders en jongeren. “Dat zijn dus mensen die psychisch best wel eens problemen kunnen hebben. En er zitten misschien jongeren tussen die met problemen te kampen hebben.”

Ze is niet tegen álle nieuwbouw, benadrukt ze. “Ik heb zelf ook kinderen die een huis willen of hebben. Maar het probleem ligt bij ons gemeentebestuur, dat eerder juist veel bouwplannen tegenwerkte. Dat al deze nieuwe huizen nu in één wijk komen, is niet goed voor de gemeenschap.”

Maar de veertig woningen zijn hard nodig, vindt wethouder Knol. “We hebben 5000 woningzoekenden hier in de gemeente, op een inwoneraantal van 37.000.” Alle inspraakprocedures zijn netjes doorlopen, benadrukt hij. “De gemeenteraad was bijna unaniem akkoord met het project. Bewoners hebben inspraak gehad en de vergunning is verleend. We mogen bouwen.”

‘Recht op uitzicht is nu te belangrijk’

Het risico dat de rechter de gemeente alsnog terugfluit “nemen we bewust”, zegt hij. “Als we moeten wachten, betekent dat dat we 1,5 jaar verder zijn. Wij willen gewoon vaart maken en daadkracht tonen.”

Heel bang dat de huizen straks gesloopt moeten worden, is de verantwoordelijke woningcorporatie niet. “In alle gevallen dat er bij onze projecten bezwaar wordt gemaakt, hoeven de vergunningen niet aangepast”, zegt Anna ter Steege, directeur-bestuurder van Mozaïek Wonen. “We kunnen dan gewoon door met bouwen. Dus zou ik zeggen: zorg dat je het gesprek goed met elkaar voert. Maar ga wel sneller bouwen.”

Wat wethouder Knol betreft zou het aantrekkelijker moeten worden gemaakt voor gemeenten om dit soort risico’s te nemen. Hij pleit voor een landelijk fonds om gemeenten te compenseren voor als het tóch een keer misgaat bij de rechter. “Zodat we garant kunnen staan voor die financiële risico’s.”

Bouwend Nederland pleit vooral voor meer personeel bij gemeenten om de vergunningsverlening te versnellen. En bij de Raad van State om bezwaren sneller af te handelen. “Daar is de wachttijd gemiddeld een jaar op dit moment.”

Er ligt al een pakket maatregelen van demissionair woonminister Mona Keijzer bij de Eerste Kamer die de procedures wat korter moet maken, maar daar mag volgens Alberts nog wel een schepje bovenop. “Het recht op een woning zou wat ons betreft belangrijker moeten zijn dan het recht op uitzicht. We zien dat sommige mensen keer op keer op dezelfde gronden bezwaar maken.”

Om het belang van die mensen wat minder zwaar te laten wegen, pleit Knol ervoor om woningzoekenden te betrekken bij bouwprocedures. “De statushouders waar we het hier voor doen, de jongeren in onze gemeente, die zijn niet georganiseerd. Nu lijkt het alsof iedereen tegen is, terwijl heel veel mensen echt heel blij zijn met zo’n project. Maar die horen we niet.”

Ter Steege is het met hem eens: “De woningzoekende moet een stem krijgen. Dat brengt de belangen meer in evenwicht.”