
‘Wat hebben jullie er een puinhoop van gemaakt, was het eerste wat de rechter zei’, vertelt Inge over de zitting waar de scheiding met haar man zou worden geregeld. Daarmee doelde de rechter op het dikke dossier vol meldingen bij de politie en Veilig Thuis. Maar in deze zittingszaal ging het niet over die politiemeldingen. ‘We zijn hier niet om te veroordelen. Het gaat over jullie en over de kinderen’, zei de rechter.
Inge en haar man verschenen bij de familierechter – die behandelt zaken over echtscheidingen, omgangsregelingen en alimentatie. In de rechtszaal voelde ze zich steeds kleiner worden. Na jaren van mishandeling was ze kort daarvoor weggegaan bij haar man. ‘Als je op je eerste date een klap krijgt, dan vertrek je natuurlijk meteen. Maar het begint met kleine dingen, kleine prikjes, die telkens meer worden’, zegt ze. Ze durfde pas echt te vertrekken nadat hij haar thuis had verwurgd en haar dreigde te vermoorden.
Vanaf dat moment stond Inge bij de politie ‘onder de knop’. Als ze belde, zou er snel een agent komen, beloofde de politie. Maar haar aangifte werd uiteindelijk geseponeerd: te weinig bewijs.
Een op de vijf vrouwen die gaat scheiden doet dit omdat ze slachtoffer is geworden van huiselijk geweld. Deze vrouwen hebben, net als Inge, niet alleen een scheiding af te wikkelen met de man die hen mishandelde, maar zijn ook slachtoffer van een misdrijf.
Slechts tien procent van de slachtoffers van huiselijk geweld meldt zich bij de politie, een nog kleiner deel doet aangifte. Slachtoffers durven soms geen aangifte te doen omdat ze ervan uitgaan dat politie en justitie ‘daar geen gevolg aan zullen geven’, zo valt te lezen op de website van het Openbaar Ministerie. Die angst wil het OM wegnemen: ‘Het OM vervolgt bewijsbare huiselijk-geweldzaken in beginsel echter altijd.’ Huiselijk geweld heeft namelijk vaak een ‘stelselmatig karakter’ en ‘het risico op herhaling is groot’. Daarom heeft de aanpak van huiselijk geweld volgens het OM ‘hoge prioriteit’.
Uit onderzoek van Investico, RTL Nieuws en De Groene Amsterdammer blijkt echter dat van de beoogde daadkracht niet veel terechtkomt. Het OM brengt nog altijd zaken over huiselijk geweld niet voor de rechter, ook wanneer er voldoende bewijs is. Niet alle vrouwen leggen zich daarbij neer: een deel probeert via een klacht bij het gerechtshof, de zogenoemde Artikel 12-procedure, alsnog vervolging door het OM af te dwingen.
Deze procedure speelt zich af achter gesloten deuren, maar Investico kon bij hoge uitzondering de niet-gepubliceerde uitspraken inzien bij het gerechtshof Amsterdam. Daaruit blijkt dat slachtoffers van huiselijk geweld ook daar vastlopen. Hun verzoek om een gewelddadige ex-partner toch voor de rechter te brengen, wordt veelal afgewezen, ook als bijvoorbeeld bedreiging of mishandeling wel ‘wettig en overtuigend’ bewezen kan worden. Zo redeneren rechters dat het beter is om niet te vervolgen als er kinderen in het spel zijn, om de ‘onderlinge verhoudingen niet nog meer te verstoren’ of omdat strafrechtelijk ingrijpen de gezondheid van kinderen zou schaden. Experts zien voor deze aannames geen enkel empirisch bewijs en waarschuwen voor een klimaat van straffeloosheid. ‘Dan verklaar je de vrouw vogelvrij in haar huis.’
Terwijl haar ex in hun oude huis mag blijven, woont Inge inmiddels bij haar ouders aan de andere kant van het land. Daar voelt ze zich veilig, haar ex kent hun nieuwe adres niet. Toch moet ze hem nog zien: de financiële afwikkeling van de scheiding is nog lang niet rond. En daar ziet ze tegenop. ‘Ik was tot nu toe compleet verrast door wat ik te horen krijg aan leugens. Zo’n zitting is niet geschikt om alles wat er speelt boven tafel te krijgen.’
Zittingen bij de familierechter zijn niet openbaar. Om te zien hoe het eraan toegaat in de rechtszaal lazen we daarom uitspraken over scheidingen en omgang met kinderen die door de rechtspraak achteraf zijn gepubliceerd.
We vinden een zaak van een vrouw die door de familierechter werd opgedragen om bij haar kinderen ‘een positief vaderbeeld’ te creëren van haar ex. Hij had niet alleen haar mishandeld, maar werd eerder ook veroordeeld omdat hij een van hun kinderen een blauw oog sloeg. De ouders moeten ‘afspraken met elkaar kunnen maken’, maar dit is ‘lastig’ vanwege het contactverbod, zo valt te lezen.
Of de vrouw die bij de rechter probeert een straat- en contactverbod voor haar ex te krijgen. Hulpverleners zijn betrokken, zij bezit een noodknop en heeft aangifte tegen hem gedaan. Ze wordt steeds banger, verklaart ze aan de rechter, omdat hij almaar agressiever en verwarder wordt. Zo hing hij aan de schutting een bewerkte foto van haar hoofd, waarop haar ogen waren uitgestoken en haar keel was doorgesneden. De rechter benoemt in de uitspraak waarin ze het verzoek afwijst vooral de ‘dynamiek’ tussen de twee. ‘Naar elkaar luisteren en elkaar laten uitspreken lukt niet.’
Of de vrouw die met haar zoon op een geheime locatie woont nadat haar ex niet alleen haar en haar zoon mishandelde, maar ook medewerkers van het opvanghuis waar ze naartoe was gevlucht ernstig bedreigde. Haar ex-man wil nu via de rechter afdwingen dat hij zijn zoon elk weekend te zien krijgt. Ook deze vrouw heeft een noodknop en krijgt traumatherapie. De rechter ‘ziet een zeer zorgelijke situatie’, maar oordeelt ‘niet zonder meer de redenering van moeder’ te kunnen volgen, ‘temeer nu er wel aangiftes tegen de man zijn gedaan, maar daar geen veroordelingen op zijn gevolgd’.
Familierechter Susanne Tempel doet niet aan waarheidsvinding, legt ze uit. Zij heeft een andere rol dan een strafrechter. ‘Die heeft een onderzoeksfunctie, die gaat op zoek naar de waarheid. Bij de familierechter vertellen de partijen zelf hoe het zit – en zij zijn het vaak niet met elkaar eens.’ Tempel mag bijvoorbeeld niet zelf opzoeken of er eerdere veroordelingen zijn geweest. Ze moet het doen met de informatie die beide partijen aandragen en die weegt ze tegen elkaar af.
Binnen het familierecht willen rechters heel veel bewijs zien voordat ze het geweld van een partner daadwerkelijk meenemen in hun oordeel. ‘En een kind heeft in beginsel recht op contact met beide ouders. Zo staat het in de wet’, zegt Tempel. Daarom stellen rechters veel in het werk om ervoor te zorgen dat kinderen hun beide ouders blijven zien. ‘Daar moet veel voor wijken’, zegt ze. ‘De drempel om het contact tussen kind en een van de ouders weg te halen, ligt ontzettend hoog.’
Zo hoog dat zelfs het hebben van een alarmknop of een contactverbod voor een ex niet altijd doorslaggevend is. ‘Het toont dat er een verdenking is van huiselijk geweld’, zegt Tempel. ‘Als het niet tot een veroordeling komt, blijft het vaak de discussie tussen de twee ex-partners of het echt gebeurd is, of dat de beschuldigingen worden ingezet in de strijd tussen ouders.’
Voormalig familieadvocaat Ariane Hendriks herkent de argwaan dat het strafrecht ‘manipulatief’ gebruikt zou worden uit haar jaren in de rechtszaal. ‘Terwijl we ook weten uit onderzoek dat er zelden valse beschuldigingen worden gedaan.’
Tot vijftien jaar geleden woonden kinderen na een scheiding standaard bij de moeder, nu ligt de nadruk op gezamenlijk ouderschap. Maar hierin is het familierecht volgens Hendriks doorgeschoten. Katinka Lünnemann, die bij het Verwey-Jonker Instituut de rol van het familierecht in huiselijk geweld onderzocht, beaamt dat: voor huiselijk geweld is in scheidingszaken te weinig aandacht. ‘Waar twee vechten, hebben twee schuld, is te vaak de conclusie van de familierechter’, zegt ze.
Familierechters zijn zich steeds meer bewust van dit gevaar, zegt Tempel. ‘Wij als rechters groeien mee, maar dat is soms wel lastig. We leren, maar voor sommige mensen is dat helaas te laat.’ Alleen bij een strafrechtelijke veroordeling voelt ze zekerheid. ‘Dan is de zaak afgerond en is het duidelijker wat er is gebeurd. Dan heb je in ieder geval iets wat meer objectief is.’
Of het tot een veroordeling kan komen is in belangrijke mate afhankelijk van of het OM een zaak doorzet naar de rechtbank. Het weegt daarvoor niet alleen de hoeveelheid bewijs, maar bepaalt ook of vervolging in het ‘algemeen belang’ is. Het OM mag dus zelf kiezen welke zaken het oppakt. In veel andere landen, zoals Duitsland, is dat anders. Daar is vervolging verplicht zodra er bewijs is.
Een jaar nadat de zestienjarige Hümeyra in 2018 werd vermoord door haar ex, tegen wie ze meermaals aangifte deed, kwam de Inspectie Justitie en Veiligheid met een vernietigend rapport. Alle betrokken partijen – van de politie tot Veilig Thuis, de reclassering en het OM – herkenden de risico’s niet en schoten ‘ernstig tekort’ in het beschermen van Hümeyra. De dader had een contactverbod, maar schond dit herhaaldelijk zonder dat het OM of de politie optrad. De aangifte die zij hiervan deed, werd kort voor de moord geseponeerd.
Volgens toenmalig justitieminister Ferd Grapperhaus bevestigden de conclusies van de Inspectie het belang van een ‘slagvaardige toepassing van het strafrecht’. Het OM zegt toe ‘snel en normerend’ op te treden bij overtreding van contact- en locatieverboden en verdachten sneller voor de rechter te brengen.
Advocaten en slachtoffers die we spreken, zien echter geen verbetering. ‘Dan krijg je weer een brief van het OM waarin staat dat de zaak niet voor de rechter wordt gebracht’, zegt advocaat Louke Korfker, die veel huiselijk-geweldzaken doet.
Slachtoffers vertellen ook dat er weinig met hun zaak werd gedaan. Bijvoorbeeld Julia. Eind vorig jaar werd zij bij het ophalen van haar dochter door haar ex-partner in haar buik geschopt waardoor ze op de grond viel. Ze had kneuzingen in haar gezicht, haar vader was ooggetuige en er hing een deurbel met camera die alles had gefilmd. Haar ex was onmiddellijk meegenomen door de politie. Maar nog geen twaalf uur later kwam een bericht van het OM: er was te weinig bewijs. De beelden van de videodeurbel waren niet bekeken.
Afgelopen oktober concludeerde de Raad van Europa nog dat het OM in zaken hierover actief bewijs moet verzamelen ‘om zo effectieve vervolging te garanderen’. De Raad voert die controle uit omdat Nederland een internationaal verdrag ondertekende om vrouwen te beschermen tegen geweld. De Raad is bezorgd over het grote aantal beslissingen om niet te vervolgen. In 2020 uitte de Raad deze ook zorgen al.

‘24/7 stuurde hij me berichten. Als ik niet binnen een paar minuten reageerde, kwam er een volgend bericht’, vertelt Nina. ‘Als je nu niet antwoordt, weet ik waar je zit!’ Vier jaar is Nina samen met haar ex wanneer ze besluit bij hem weg te gaan. Hij gaat vreemd, vernedert haar, is extreem bezitterig, controleert haar constant en heeft heftige woedeaanvallen waarbij hij spullen vernielt. Als ze vertrekt met hun tweejarig kind begint het stalken. ‘Hij wist op heel veel momenten precies waar ik was.’ Samen met haar ouders doorzoekt ze haar auto. ‘Helemaal achterin het dashboardkastje lag een heel klein zwart dingetje’, vertelt ze. ‘Dat bleek een tracker te zijn.’
Daar blijft het niet bij. Hij plaatst opnieuw trackers, ditmaal onder de bumper van haar auto. En onder die van haar beide ouders. Nina doet aangifte van stalking, op aanraden van een wijkagent die de naam van haar ex tegenkwam in de politiesystemen. Later komt Nina erachter dat hij eerder is veroordeeld voor ernstige bedreiging, mishandeling en stalking van andere ex-partners.
Maar het OM besluit Nina’s aangifte niet voor de rechter te brengen. Er wordt dus niks mee gedaan. Nina dient een klacht in, ze begint een Artikel 12-procedure bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. ‘Ik denk dat ik nog geen tien minuten in de rechtszaal heb gezeten’, zegt ze. Op zitting gebeurt namelijk iets onverwachts. De afgevaardigde van het OM blijkt het direct met haar eens te zijn. Haar zaak had nooit geseponeerd mogen worden, stelt het OM. Het is een verademing voor Nina, maar ook een gekke gewaarwording. ‘Oké, dacht ik, wat doe ik hier dan?’ Opgewekt gaat ze naar huis.
Een halfjaar later komt de uitspraak: het hof is het toch niet met Nina eens. In de tussentijd hebben de rechters ook haar ex in de rechtszaal gehoord, dat gebeurt vaker in zo’n klachtenprocedure. Naar aanleiding van die tweede zitting is het OM weer van mening veranderd, en het hof gaat daarin mee. Ja, met het plaatsen van die trackers zijn ‘grenzen overschreden’, erkennen de rechters. Ze begrijpen Nina’s ‘zorgen’ en ‘irritaties’. Maar na het opleggen van een contact- en straatverbod is het rustig, redeneert het hof. En daarnaast heeft hun kind ‘recht op omgang met beide ouders’. Dat betekent, aldus het hof, dat moeder en vader ‘een manier zullen moeten vinden om met elkaar te communiceren’.
Als het OM besluit je zaak niet op te pakken is er één manier om daartegen in verweer te komen. Dit kan via die zogeheten Artikel 12-procedure. Het slachtoffer legt dan haar of zijn aangifte voor aan een gerechtshof en kan tijdens een zitting de strafrechters ervan overtuigen waarom er tóch vervolgd moet worden. Ook het OM kijkt mee en adviseert opnieuw. De rechters beoordelen het werk van de politie en het OM, een soort second opinion dus, en beslissen of ze het OM opdragen de zaak toch voor de rechter te brengen, of niet.
‘Wij weten uit interviews met kinderen over huiselijk geweld dat zij ontdaan waren door het niet-ingrijpen van de politie’
Deze klachtenprocedure is een belangrijk onderdeel van het strafrecht in Nederland. Maar de zittingen vinden plaats achter gesloten deuren en de uitspraken worden nauwelijks gepubliceerd. Investico wilde inzicht in deze black box van het strafrecht. Van de vier gerechtshoven was alleen dat in Amsterdam bereid ons inzage te geven in alle uitspraken van de afgelopen zes jaar.
We vonden 81 zaken waarin sprake was van geweld tussen (ex-)partners. Het ging dan vaak om bedreiging, mishandeling, verkrachting, stalking.
In 21 zaken tikt het hof het OM op de vingers: ze hadden de zaak wel degelijk voor de rechter moeten brengen. In de overige zestig gevallen wijst het hof de klacht af en geeft daarmee het OM gelijk. Vaak is de reden een gebrek aan bewijs, maar lang niet altijd.
Zo zegt het hof in zeventien zaken dat er wel degelijk bewijs is, maar dat er toch niet vervolgd hoeft te worden. Het argument is dan het welzijn van kinderen. Zo vindt het hof dat ‘het strafrecht terughoudend’ moet worden toegepast als het gaat om ‘ex-partners die samen nog (jonge) kinderen hebben’. Volgens de rechters kan ‘strafrechtelijk ingrijpen in zo’n situatie meer kwaad dan goed doen’.
In sommige zaken lezen we dat de rechters besluiten dat strafrechtelijk ingrijpen ‘de (geestelijke) gezondheid’ van de kinderen ‘niet ten goede komt’. In andere zaken is de reden dat ex-partners bij de familierechter nog zaken hebben lopen over omgangsregelingen met de kinderen, voor het hof ook reden de zaak ‘niet binnen het strafrecht te brengen’.
Investico sprak slachtofferadvocaten verspreid over het land. Zij zeggen dat rechters bij de andere drie gerechtshoven op dezelfde manier redeneren.
‘Flauwekul, je reinste onzin’, reageert hoogleraar veiligheid en interventies Marieke Liem. ‘Ik ben ontsteld door deze uitspraken van het hof’, zegt Lünnemann van het Verwey-Jonker Instituut.
Is een lopende procedure in het familierecht een reden om strafrechtelijk niet meer in te grijpen? Lünnemann is stellig: ‘Dat is echt onzin. En ik vind het heel ernstig dat ze dat als reden opgeven. Familierechters hebben al moeite om huiselijk geweld serieus te nemen, zeker als er geen strafrechtelijk bewijs aanwezig is. Dus dan staat het slachtoffer dubbel in de kou.’
En hoe zit het met het effect op de ‘geestelijke gezondheid’ van kinderen? Lünneman: ‘Wij weten uit interviews met kinderen over huiselijk geweld dat zij ontdaan waren door het niet-ingrijpen van de politie. Die kwam aan de deur, maar deed niets. Die kinderen voelen zich enorm in de steek gelaten. Het is juist belangrijk dat kinderen zien: gewelddadig gedrag mag niet.’
Universitair docent strafrecht Mojan Samadi noemt het ‘frappant’ dat bij huiselijk geweld andere afwegingen worden gemaakt dan bij andere vormen van criminaliteit. ‘Uit onderzoek weten we dat bij andere strafbare feiten nauwelijks rekening wordt gehouden met vaderschap. Als je vader in drugs handelt, is het ook naar als hij in de gevangenis belandt. Maar dan vinden we het belang van het kind niet zo relevant.’
Is toepassing van strafrecht dan geen olie op het vuur van de gespannen verhoudingen? Liem: ‘In een gespannen situatie kan elke interventie voor gevaar zorgen. Maar dat geldt dus niet alleen voor het strafrecht, dat kan ook gebeuren door interventie van omstanders of familie. Dat ontslaat je als OM of rechter niet van de plicht om iets aan huiselijk geweld te doen.’
Universitair docent Samadi vindt dat zaken over huiselijk geweld juist wel naar de rechter moeten worden gebracht. ‘Anders ontstaat er een klimaat van straffeloosheid. Dan verklaar je de vrouw vogelvrij in haar huis.’

Nina kan er ook nog altijd niet bij. ‘In mijn ogen is een strafbaar feit gewoon een strafbaar feit, of je nou vader of moeder bent, of niet.’ Daarom gaat Nina nog een stap verder. Ze spant een zaak aan bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. ‘Voor zover ik weet is dit de eerste keer dat het hof een Nederlandse zaak rondom huiselijk geweld zal toetsen’, zegt haar advocaat Ine Avontuur. Ze denkt dat ze een goede kans maken. ‘We vragen van vrouwen in Nederland om geweld te gedogen in het belang van hun kind.’
Het OM stelt in een schriftelijke reactie dat ze de zaak van Nina niet voor de rechter hebben gebracht omdat haar ex zich inmiddels koest hield en Nina dus al veilig was. ‘Verdere inzet op het gedrag van de man zou ook een extra veiligheidsrisico met zich kunnen meebrengen’, omdat het ‘de noodzakelijke rust zou kunnen doorbreken en de ingezette hulpverlening kunnen doorkruisen.’ Het hof Arnhem-Leeuwarden, dat de klacht van Nina behandelde, wil verder niet inhoudelijk reageren.
Het Amsterdamse gerechtshof, dat ons inzage gaf in de uitspraken van de klachtenprocedure, wil wel in gesprek over ons onderzoek. De twee raadsheren die we spreken, zeggen huiselijk geweld serieus te nemen. ‘Maar de zaken die wij krijgen, zijn “restzaken”’, zegt Diederik Radder. ‘De ernstige zaken pakt het OM meestal zelf op.’
‘Meestal gaat het om een klap in het gezicht, schoppen, bij de nek grijpen. Het gaat niet om vrouwen die echt enorm in elkaar geslagen worden’, vult Annemarieke Kleene aan. De raadsheren maken twee afwegingen. Eerst kijken ze naar het bewijs. Dat is vaak helder, zegt Radder. ‘Maar vervolgens gaat het om de vraag: is het ook in het algemeen belang om de zaak voor de rechter te brengen?’
En daar wordt het moeilijk. De raadsheren proberen er op zitting achter te komen wat er speelt en met welke bedoeling aangifte is gedaan. Radder: ‘Vaak krijg je wel een beeld dat er al van alles aan de hand is. Dat de politie al drie keer aan de deur heeft gestaan. Maar je weet het eigenlijk nooit zeker. Soms denk je: ik vertrouw het niet helemaal. Ik heb echt het idee dat het hier een wraakactie betreft.’
En dus horen de raadsheren altijd ook de andere partij, om ‘beide kanten van het verhaal’ te horen. Daarbij wordt niet getoetst of de vermeende dader de waarheid spreekt. ’Dat weet je nooit’, zegt Kleene.
Het is niet altijd goed om een zaak voor de rechter te brengen, is hun overtuiging. Soms zijn mensen al uit elkaar en zien ze elkaar nooit meer, is de redenering. En de kans dat iemand in een andere relatie opnieuw gewelddadig wordt? Kleene: ‘Ja, dat is een mogelijkheid, maar op dat moment onvoldoende concreet voor ons om het OM opdracht te geven die persoon te vervolgen.’
In zaken waarin mensen elkaar nog moeten zien omdat ze samen kinderen hebben, vinden de raadsheren het van belang dat mensen nog door één deur kunnen. Al helemaal als er een traject bij de familierechter of mediation loopt. Kleene: ‘Stel, die man krijgt bericht dat hij wordt vervolgd door het OM, omdat zijn vrouw aangifte heeft gedaan. Dan wordt die man boos en dan is de kans heel groot dat het met die mediation niks meer wordt. Is dat dan handig om te doen? Of kunnen we dan maar beter die strafzaak even nu niet hebben?’
In Rotterdam hebben de politie, het OM en de rechtspraak de aanpak van huiselijk geweld sinds de moord op Hümeyra wel veranderd. ‘Agenten bouwen bij vermoedens van huiselijk geweld meteen een dossier op, met foto’s en getuigenverklaringen’, zegt Berthe van Heemst, die bij het Rotterdamse OM is aangesteld als de eerste en enige officier van justitie die zich volledig met huiselijk geweld bezighoudt. Deze dossiers gaan naar het OM, dat bij voldoende bewijs in de regel overgaat tot vervolging. En dan is het aan de rechtspraak. Vier dagen per week heeft de rechtbank in Rotterdam zogeheten ‘thema-zittingen’. Hier worden achter elkaar soms wel zes huiselijk-geweldzaken behandeld door een rechter die is opgeleid om patronen van mishandeling en psychisch geweld te herkennen.
Greetje Bos is een van deze rechters. Voordat een vrouw aangifte doet, zijn er vaak al tig incidenten geweest die niet gemeld zijn. Die wil ze in beeld krijgen. Daarom duren de zittingen twee of drie keer langer dan andere zaken die ze doet. En dan gaat het nog om relatief simpele zaken. Ze neemt tijd voor het bepalen van een passende straf. ‘In mijn rechtszaal komen mensen niet weg met een boete.’ Daarbij kijkt ze altijd of verplichte hulpverlening mogelijk is, zoals hulp bij alcoholverslaving of gedragstherapie. Juist het strafrecht leent zich daarvoor, zegt Bos. ‘Je kunt mensen een behandeling opleggen. Dat helpt beter om geweld te laten stoppen dan alleen maar straffen.’
Ook probeert Rotterdam een strafzaak, over bijvoorbeeld mishandeling of bedreiging, zo veel mogelijk te combineren met zittingen over scheidingen en omgangsregelingen, met oog op de veiligheid van de slachtoffers.
De ‘Rotterdamse aanpak’ wordt geroemd. Officier Van Heemst reist het land door om collega’s te vertellen over haar ervaringen. Toch heeft nog geen enkele andere rechtbank of OM de Rotterdamse werkwijze helemaal overgenomen. Het is een kwestie van geld en meer tijd, zegt Van Heemst. Maar hoe ervaart zij al die bezoekjes aan andere rechtbanken en Openbaar Ministeries? Stuit ze daar tegen een muur van onwil? ‘Soms wel. Maar dan denk ik: nou, dat is weer een kans om het uit te leggen.’
Podcast Investico
Het grootste deel van de moorden op vrouwen wordt niet gepleegd op een afgelegen weg, maar achter de eigen voordeur: door een partner of ex. Vaak gaat daar een patroon van huiselijk geweld aan vooraf. Maar als slachtoffers daarvan een rechtszaak proberen aan te spannen, levert dat vaak niks op. Hoe kan dat? Investico-onderzoekers vertellen over hun onderzoek.
De namen van de vrouwen zijn omwille van hun veiligheid gefingeerd.
Lees ook:


