“De besmetting zit vaak in het water”, legt Petra uit. “Trekvogels nemen het virus mee en dat komt via hun ontlasting in het water terecht.” Ze zien daarom vooral veel zieke brandganzen, maar ook zwanen, meeuwen en roofvogels zoals de buizerd, slechtvalk en torenvalk. Die laatste groep bestaat uit aaseters, die besmet kunnen raken doordat ze dode vogels hebben gegeten.