ANP

Nu demissionair minister Karremans van Economische Zaken zijn ingreep bij chipmaker Nexperia intrekt, lijkt de kou tussen Nederland en China op het eerste oog uit de lucht. China hervatte deze maand de export van chips naar Europese bedrijven. Toch vrezen experts voor diplomatieke schade die mogelijk voorkomen had kunnen worden door Karremans.

Maar eerst: wat speelde er precies?

Eind september nam Karremans de controle over bij Nexperia, een chipbedrijf met het hoofdkantoor in Nijmegen. Via een tot nog toe ongebruikte wet uit 1952 zette hij de Chinese eigenaar van Nexperia uit zijn functie. Volgens Karremans vormde het bestuur van het bedrijf een bedreiging voor de Europese economie en veiligheid. Er zouden namelijk plannen zijn om “productiemiddelen” en “kennis” binnen het bedrijf naar China te verplaatsen.

Paniek om exportverbod

China reageerde woedend en voerde een volledig exportverbod in voor Nexperia-chips uit China. Want het hoofdkantoor zit weliswaar in Nijmegen, de fabrieken die de chips maken staan grotendeels in China. Dat exportverbod zorgde weer voor paniek bij Europese bedrijven die afhankelijk zijn van die chips. Vooral de auto-industrie werd direct hard geraakt door het exportverbod.

Begin deze maand zei China voor sommige bedrijven een uitzondering te maken op het exportverbod, vermoedelijk na de ontmoeting tussen de Amerikaanse president Trump en de Chinese president Xi.

Voor Karremans was dit reden zijn ingreep terug te draaien. In een brief aan de Kamer schrijft hij: “Het is mij gebleken dat de Chinese autoriteiten op dit moment daadwerkelijk toestemming lijken te verlenen aan bedrijven uit Europese en andere landen voor de export van Nexperia-chips. Hiermee is een belangrijke stap gezet.”

Chinezen boos en gefrustreerd

De vraag is of hiermee de kous af is. Volgens deskundigen kwam Karremans’ actie totaal onverwacht, wat kwaad bloed heeft gezet bij de Chinezen. “De boosheid en frustratie bij de Chinese overheid zat hem vooral in het feit dat de minister deze ingreep zonder enig overleg deed”, zegt Zichen Wang van het Center for China and Globalization, een denktank uit Peking. “Ik denk dat dat de grootste les is voor Nederland: overleg eerst voordat je een noodsituatie creëert.”

Dat vindt ook Maaike Okano-Heijmans, specialist geopolitiek en technologie bij Instituut Clingendael. Zij noemt de zorgen van de Nederlandse overheid over de Chinese directeur van Nexperia terecht, “maar Karremans had dit beter eerst achter de schermen kunnen bespreken met alle partijen die hierdoor zouden worden geraakt. Dat zijn dan de bedrijven die afhankelijk zijn van Nexperia, het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, Brussel, andere Europese hoofdsteden, maar ook met China zelf. Dat lijkt hier niet te zijn gebeurd.”

Voor China is dit bevestiging dat zij de sterkere kaarten hebben.

Maar het conflict staat ook voor iets veel breders, zegt de analist. Volgens Okano-Heijmans vestigt de casus-Nexperia opnieuw de aandacht op een veranderende wereld waarin Nederland koers moet bepalen. “Het liefst zou je de vrije markt en globalisering zijn gang laten gaan. Maar in deze tijd, waarin geopolitieke spanningen grote gevolgen kunnen hebben voor die markt, wil je kunnen ingrijpen als dat nodig is. Naar die balans moet Nederland op zoek.”

Dát Karremans ingreep bij Nexperia, past in dat opzicht in de tijd, zegt Okano-Heijmans. “Het is goed dat hij heeft gezien dat er iets moest worden gedaan.” Maar dat hij zijn maatregel zes weken later weer intrekt, wordt door analisten toch vooral gezien als “zwichten voor Chinese druk”.

Afhankelijkheid van China

Dat de Europese auto-industrie direct in de problemen kwam na een exportverbod van één bedrijf, maakt pijnlijk duidelijk hoe afhankelijk Europa is van China. Volgens Okano-Heijmans moet dit een wake-upcall zijn voor overheden, maar vooral ook bedrijven. “De gedachte was altijd heel simpel: waar kunnen we het goedkoopst en het snelst produceren? Als je vervolgens al je eieren in één mandje legt, maakt dat je heel kwetsbaar.”

De analist concludeert dat Nederland zichzelf met deze hele kwestie op achterstand heeft gezet. “Voor China is dit bevestiging dat zij de sterkere kaarten hebben.”

Bovendien is er volgens Okano-Heijmans nooit een gesprek gevoerd met de Chinese overheid over de in opspraak geraakte Chinese directeur. “Het gesprek daarover hebben de Chinezen afgehouden. Dat is ook winst voor China.” Overigens is er op dit moment geen gevaar meer dat de directeur Nexperia ‘leegtrekt’: hij is vorige maand aan de kant gezet door een rechter.

Volgens Zichen Wang heeft het conflict ook het vertrouwen geschaad van Chinese investeerders. “Chinezen investeren graag in Europa, maar ik denk dat er hierdoor wel wat terughoudendheid zal zijn in Chinese directiekamers.”