Hoelang had hij zich voorbereid, wilde de politie weten. „Nou”, had hij geantwoord: „toch zéker een kwartier.” En hoe was hij dan aan de bouwtekeningen gekomen? Bouwtekeningen, joh, wie had die nou nodig. De route naar de vergaderzaal van de Tweede Kamer was makkelijk te vinden door de bordjes te volgen. „Het staat allemaal prima aangegeven”, had hij gezegd: „mijn complimenten.” En de vraag of hij soms verslaafd was had hij beantwoord met: „Ja. Aan drop.”
Meer dan veertig jaar geleden is het alweer dat Bo Baden urenlang werd verhoord door de politie, maar in In de voetsporen van de jaren 80 (MAX) bleek de herinnering aan het vragenvuur hem nog zeer helder bij te staan. De manier waarop hij het verhaal vertelde aan presentator Philip Freriks deed vermoeden dat hij dat al vele, vele malen vaker had gedaan. Met zichtbaar genoegen tikte hij al zijn gevatte antwoorden af.
Een beetje trots was ook niet misplaatst. Op 13 juni 1984 had hij immers iets voor elkaar gekregen dat tot dan toe niet eerder was vertoond: kraker en activist Baden (bijnaam: Bingel) was probleemloos de vergaderzaal van de Tweede Kamer binnengewandeld, op de regeringstafel van minister-president Ruud Lubbers gesprongen en aan een vurige toespraak tegen de mogelijke plaatsing van kruisraketten in Nederland begonnen. Die toespraak duurde al met al zo’n twintig seconden – daarna mocht Bingel heel gauw met de beveiliging meelopen naar buiten. Maar die twintig seconden nam niemand hem meer af. En ook niet de fifteen minutes of fame die de actie hem opleverde. Toen hij na het verhoor naar huis mocht werd hij direct herkend en omhelst op straat, vertelde Baden. Heel even was hij de held van actievoerend Nederland.
Zo sprak Freriks meer mensen die in de onrustige jaren tachtig, onder de kille dreiging van de Koude Oorlog, eigen manieren hadden gevonden om hun stem te laten horen: de bedenkers van Loesje plakten tegendraadse teksten door het land, en toenmalig dienstplichtige Wim van Vegten weigerde de kernkoppen te bewaken die – zo gingen de geruchten – lagen opgeslagen in de Amerikaanse legerbasis in Havelterberg. Zulke recalcitrantie komt voort uit een sterk verlangen „om je machteloosheid in een daad om te zetten”, legde Baden uit. „Zodat je nog een beetje het idee of de illusie hebt dat je er wat aan kunt dóén.” Nu kon hij, net als de andere actievoerders, met tevredenheid het steentje aanwijzen dat hij zelf had bijgedragen aan het hogere vredesdoel.
Playboy
Toch zal niet iedereen die in deze tweede aflevering aan bod kwam zonder spijt op de jaren tachtig terugkijken. Een maand voor de verkiezingen van 1986 maakte de Tweede Kamer weer een primeurtje mee, maar dit keer wel van een pikantere soort: twee verliefde VVD-medewerkers (Arnoud Cevaal en Lorette Welter) lieten zich in het regeringsgebouw op de foto zetten voor de Playboy. Freriks zocht Govert de Roos op, de fotograaf op die de beelden had gemaakt, en bladerde uitgebreid door het nummer waar de naakte VVD’ers in pronkten. Op zijn Freriks’ mompelde hij ondertussen woorden als „scabreus”. Van alle onderwerpen die hij woensdagavond behandelde, leek hij hier wel het meest naar te hebben uitgekeken.
Wat zou het Vrijmoedig Vrijende Duo nou toch hebben bezield, vroeg Freriks aan De Roos: wat wilden ze hiermee bereiken? „Hun liefde laten zien”, zei De Roos, die de affaire achteraf ook wel betreurde. Cevaal en Welter waren flink afgestraft voor de fotoshoot; hun politieke loopbaan was abrupt geëindigd. Freriks bleef nog even zoeken naar het doel van de actie: Cevaal had toch grote woorden gebruikt, hij had de politiek een vleugje romantiek willen geven, hij had een statement willen maken. Maar in de ogen van de fotograaf waren het geen moedige idealen die het verliefde stel hiertoe hadden gedreven. De Roos hield het liever op: „Overmoed.”
Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.