Rust, ruimte en natuur. Dat zijn dingen waar je Björn, geboren en getogen in Hengelo, blij mee maakt. Hij volgde een opleiding Bos- en Natuurbeheer en toen hij als achttienjarige een stageplek zocht, wilde hij naar het noorden, naar de wildernis van Scandinavië. “In Noorwegen en Zweden was ik al eens geweest, dus ik koos voor Finland.”

Hij mocht stage lopen bij Wilderness Hotel Nellim vlakbij het dorpje Inari, 350 kilometer boven de poolcirkel. En na één week wist hij het al: hier wil ik blijven. “De vrijheid die je hebt in de natuur is zo overweldigend. En de natuur is altijd binnen handbereik. Je hoeft nergens met de auto heen. Ik sta zo in het bos of aan een meer.”

Uitzicht vanaf het schiereiland van Björn en zijn vriendin Claudia. Uitzicht vanaf het schiereiland van Björn en zijn vriendin Claudia.

Na de stage bleef hij als wildernisgids bij de hotelketen werken. In eerste instantie ging hij na het winterseizoen nog terug naar Nederland, maar nadat zijn studie was afgerond, nam hij de beslissing om permanent naar Lapland te verhuizen. Zijn vader moedigde het aan, maar voor zijn moeder was het even slikken. “Zij vond het in het begin wel lastig. Dat snap ik ook wel. Maar zodra mijn familie hier op bezoek kwam, begrepen ze mijn keuze helemaal.”

Nauwelijks heimwee 

Als buitenmens voelt Björn zich in het bosrijke, dunbevolkte Lapland als een vis in het water. Heimwee had hij amper. Hij miste wel mensen, zoals zijn beste vriend, maar hij stortte zich vol overgave op zijn nieuwe leven. 

“In het begin heb ik wel 300 uur per maand gewerkt.” Zeker in de winter is er veel te doen, want dan is het hier hoogseizoen. Als gids gaat Björn met mensen op pad. Sneeuwscootertochten, ijsvissen of op jacht naar het noorderlicht.

Björn bij het noorderlicht. Björn bij het noorderlicht.

Op werk sloeg de vonk over tussen hem en zijn Duitse collega Claudia. Inmiddels is het stel ruim vijf jaar samen en vorig jaar kochten ze samen een schiereiland. Drie hectare grond met daarop twee kleine cabins. Er is elektriciteit en water, maar geen modern toilet. “We hebben een composttoilet. Dat gaat prima.” Björn en Claudia wonen direct aan het Inari-meer. “In de zomer zien we de rendieren voorbij zwemmen. Die gaan dan van eilandje naar eilandje.”

Per boot of sneeuwscooter naar huis

“Op ons stuk land hebben we zowel bos als een veld en ook daar is vaak een groep rendieren te vinden.” Verder is het er heerlijk stil. Het wonen in the middle of nowhere is een droom voor Björn. Er is alleen één obstakel. Omdat er geen verharde weg naar het schiereiland leidt en de grond heel moerassig is, is de plek niet goed te bereiken. 

“Om er te komen hebben we in de zomer een boot nodig en in de winter een sneeuwscooter”, vertelt hij lachend. Het laatste stuk lopen kan ook, maar dat is twee kilometer door de heuvels. “Dat kan eventueel met een quad, maar de boot is sneller.”

Om bij zijn stuk land te komen heeft Björn in de zomer een boot nodig en in de winter een sneeuwscooter. Een bank verhuizen gebeurt dus per boot. Om bij zijn stuk land te komen heeft Björn in de zomer een boot nodig en in de winter een sneeuwscooter. Een bank verhuizen gebeurt dus per boot.

Nu is het wachten tot het ijs dik genoeg is, zodat ze met de sneeuwscooter over het meer kunnen. Tot die tijd wonen Björn en Claudia ergens anders. “We werken nu op projectbasis bij Kelo Resort, een nieuw hotel, waar we helpen met alles opzetten. Zo heb ik afgelopen week een hoek met vogelhuisjes gebouwd.” Want naast gids is Björn ook een manusje-van-alles. 

“Ik ben aangenomen als gids, maar breed inzetbaar. Soms bouwen we een schuur of sluiten we een sauna aan. Ik leer sowieso een hoop nieuwe dingen hier. Toen ik hier kwam wonen was ik niet heel technisch, nu kan ik mijn sneeuwscooter in en uit elkaar halen”, grinnikt hij. 

De Finnen zijn handige, praktische mensen. “Dat leren ze hier van jongs af aan. In Nederland brengen veel mensen hun auto naar de garage als er een lamp vervangen moet worden. Als je dat aan Finnen vertelt, kijken ze je raar aan.”

Meer rendieren dan mensen 

Een Fin steekt zelf de handen uit de mouwen. Dat moet ook wel in een dunbevolkt gebied. “Je leert hier ook al jong om om zelfstandig te zijn.” Finland telt zo’n 5,5 miljoen inwoners. Veel daarvan wonen in het zuiden, in de omgeving van Helsinki. “Hier in Lapland wonen ongeveer 222.000 rendieren en 180.000 mensen. Meer rendieren dan mensen dus.” De afstanden zijn groot. “Het dichtstbijzijnde ziekenhuis is drie uur rijden.” 

In de wintermaanden is het flink koud: "Het is wel eens -38 ℃ geweest." In de wintermaanden is het flink koud: “Het is wel eens -38 ℃ geweest.”

In de wintermaanden is het flink koud – ‘het is wel eens -38 ℃ geweest’ – en zijn de dagen heel kort. “Dan is het vitamine D nemen en jezelf bezig houden. Ik heb wat minder energie, maar verder niet veel last.” Dat komt ook omdat Björn in de winter juist druk aan het werk is. 

“Dat gaat allemaal gewoon door natuurlijk, maar dan met een hoofdlamp op.” En thuis heeft hij ook genoeg om handen. “Ik ben nu bijvoorbeeld een mes voor mezelf aan het maken. Maar ik denk dat als je de hele dag thuis zit zonder werk en hobby’s, dat het zeker deprimerend kan zijn.”

Niet zo gehaast

Björn vindt de Finnen leuke mensen. “Ze zijn veel kalmer. Het is hier niet zo gehaast als in Nederland. Niet zo’n gestreste planning.” Daarnaast zijn de Finnen wel meer op zichzelf dan wij Nederlanders zijn. “Mensen zien elkaar minder. Maar als ze elkaar zien, is het goed.” 

Bovendien vindt Björn dat je op Finnen kunt bouwen. “Mensen staan hier voor elkaar klaar. Met vriendschappen zijn ze in het begin een beetje voorzichtig, maar in geval van nood kun je altijd bij ze aankloppen.”

"Toen ik hier kwam wonen was ik niet heel technisch, nu kan ik mijn sneeuwscooter in en uit elkaar halen." “Toen ik hier kwam wonen was ik niet heel technisch, nu kan ik mijn sneeuwscooter in en uit elkaar halen.”

Het duurde even voor Björn Finse vrienden had gemaakt. “Werk is de makkelijkste manier om in contact te komen met mensen. Want daarbuiten is het niet heel makkelijk om Finnen te benaderen. Het heeft een paar jaar geduurd voordat ze uit zichzelf naar me toe kwamen om me mee te vragen naar iets.” 

Maar als dat eenmaal gebeurt, weet je dat het goed zit. Er is hier niet de sociale druk zoals we die in Nederland hebben. Finnen nodigen je alleen uit als zij daar zin in hebben. Ze doen dat niet uit beleefdheid.”

Nooit meer terug naar Nederland

De Finse taal onder de knie krijgen is nog wel even een dingetje, maar er wordt voorzichtig vooruitgang geboekt. “Ik versta inmiddels bijna alles, maar lange gesprekken voeren blijft moeilijk.” 

Hij blijft oefenen, want Björn is niet van plan terug te komen. “Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit nog in Nederland ga wonen. Ik vind het een heel mooi land, maar voor mij is het te druk. Ik ben nu gewend aan al die natuur om me heen. Als ik in Nederland ben, begint het na twee weken te kriebelen. Dan word ik onrustig.”

Klik hier voor meer Lifestyle