Ik had, net zoals jij waarschijnlijk, nog nooit gehoord van IDFA, als je niet goed ingevoerd bent in overkoepelende culturele instellingen. Maar IDFA is geen randverschijnsel. Het IDFA-evenement wordt voor miljoenen betaald door onze overheid, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Net zoals onze wetenschappelijke instituten, zoals universiteiten die voor een groot gedeelte betaald worden vanuit de overheid, geeft de overheid ook 2 miljard subsidie voor de periode van 2025–2028 aan cultuur. En precies dát maakt de kwestie zo pijnlijk.

Verschillende universiteiten en hogescholen verbraken de banden met de Joodse staat. Nu volgt dus ook een gesubsidieerd IDFA-evenement. Een overheid die gewoon toekijkt, en het normaal gaat vinden dat deze uitsluitingen plaatsvinden. We hadden eigenlijk geen keuze en stonden vandaag met Pim van der Hoff, Ronny Naftaniel, Frits Barend en een paar zeer verontruste Nederlanders bij het ministerie van OCW om de personeelsleden tijdens hun lunchpauze met dit beleid te confronteren. Dit was helaas nodig.

Laat dit alsjeblieft niet het nieuwe normaal worden.

De Joodse gemeenschap in Nederland staat al twee jaar onder enorme druk. Steeds vaker worden Nederlandse Joden weggezet als ‘zionisten’, en dat etiket wordt gebruikt om ze buitenspel te zetten: cultureel, maatschappelijk en soms ook letterlijk op straat. Het wordt tijd dat de overheid zichtbaar opstaat tegen intimidatie en bedreiging door organisaties die Joodse Nederlanders en de Joodse staat hun plek op deze aarde niet gunnen. En die bovendien alles in het werk stellen om hun veiligheid te ondermijnen.

We weten hoe dit werkt: eerst is het een uitzondering, dan een beleid, dan een gewoonte. Vandaag een festival, gisteren een concertzaal, morgen een universiteit. Als we nu niet ingrijpen, schuift de grens steeds verder op.

Het is niet onze hobby om te staan op de plekken waar beslissingen worden genomen over het lot van Israël en de Joden. Maar als wij het niet doen, wie staat er dan wel?