Als dinsdag in Suriname de festiviteiten ter ere van vijftig jaar onafhankelijkheid losbarsten, zal Maily Díaz Abreu (40) haar mooiste Cubaanse outfit aantrekken en zich onderdompelen in het feest. „Ook voor mij is het een speciale dag, want ik wil dit land eren. Suriname heeft mij in de armen gesloten”,  zegt de vrolijke eigenaresse van een tweedehandskledingzaak in Paramaribo. „Zonder de hulp van de gastvrije mensen in Suriname zou ik nooit zijn waar ik nu ben.”

Ze hangt een paar Hindostaanse traditionele jurken op kleerhangers en rangschikt wat tweedehands blouses en broeken aan de kledingrekken. Díaz Abreu komt uit Cuba, ontvluchtte haar land vanwege de crisis daar en woont nu zes jaar in Suriname. Ze is een van de inmiddels vele tienduizenden latino’s in Suriname. In hoofdstad Paramaribo (circa 250.000 inwoners) is de aanwezigheid van de latino-gemeenschap inmiddels opvallend groot en zichtbaar: ze vormen de meest recente migrantengroep in de jonge republiek.

Tijdens ruim drie eeuwen Nederlands bestuur, met zijn verdeel-en-heerspolitiek, groeide Suriname uit tot een multi-etnische samenleving, waar de oorspronkelijke inheemse bevolking zich vermengde met slaafgemaakte Afrikanen, Hindostaanse, Javaanse en Chinese contractarbeiders, Libanese handelaren, nazaten van Europeanen en Sefardische en Asjkenazische Joden. En begin deze eeuw steeg vooral het aantal ‘nieuwe Chinezen’ fors.

Van recentere aard is de komst van minstens veertigduizend Brazilianen, aanvankelijk vooral als goudzoekers, en tienduizend Cubanen en ongeveer net zoveel Venezolanen, die vluchtten voor repressie en economische malaise. De komst van deze latino’s maakt dat de voormalige Nederlandse kolonie langzaamaan meer ingebed raakt in het Zuid-Amerikaanse continent en in de Caraïbische regio.

„Ik ben in Cuba opgeleid tot psychotherapeute maar van dat salaris kon ik niet overleven”, zegt Abreu terwijl ze een paar klanten in het Nederlands begroet. „Hier is het economisch ook niet makkelijk, maar vergeleken met Cuba met alle stroomstoringen en voedselschaarste is het veel beter. Als je hard werkt, liggen hier heel veel kansen.” Het is haar droom om uiteindelijk een tweede winkel te openen in Nickerie, een stad in het westen van het land.

Maily Díaz Abreu ontvluchtte Cuba en opende een kledingwinkel in Paramaribo. Ze droomt ervan een tweede winkel te openen in Nickerie, een stad in het westen van het land.

Maily Díaz Abreu ontvluchtte Cuba en opende een kledingwinkel in Paramaribo. Ze droomt ervan een tweede winkel te openen in Nickerie, een stad in het westen van het land.

Foto Ranu Abhelakh

Zoom in

In het noorden van Paramaribo, vooral in de grote doorgaande Anamoestraat, hebben veel winkels inmiddels Portugese en Spaanse opschriften. „Compra ouro! [Koop goud!]” prijkt er op een bord met een Surinaamse en Braziliaanse vlag, nu de goudprijs tot 125 Amerikaanse dollar per gram gestegen is.

Er zijn talloze schoonheidssalons met nagelstylistes van Chinese en Latijns-Amerikaanse komaf. Tussen het drukke verkeer baant een oudere Braziliaanse vrouw zich een weg met een grote plastic bak op haar hoofd. Ze verkoopt Braziliaanse bouillon met rijst en cassave in kleine bakjes. „Ik heb deze straat zien veranderen sinds de jaren negentig”, vertelt ze. . „Toen waren er een paar Braziliaanse winkeltjes en bars. Nu heb je grote supermarkten met Braziliaanse producten en bouwmaterialen voor de goudsector”, zegt ze terwijl ze vanaf de overkant wordt gewenkt voor een portie bouillon.

Ze spreekt Sranantongo, maar met Nederlands heeft ze na al die jaren nog steeds moeite. Ze maakt een rochelend geluid met haar keel. „Ik krijg die harde klanken niet onder de knie. Het Sranantongo is zachter„, zegt ze lachend.

Geslotener cultuur

Hoewel Suriname geografisch in Zuid-Amerika ligt, verliep integratie in de regio na de onafhankelijkheid in 1975 moeizaam. Het land maakt weliswaar deel uit van verschillende regionale samenwerkingsorganen – zoals de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), waar de Surinaamse oud-Buitenlandminister Albert Ramdin momenteel zelfs de secretaris-generaal van is. Eveneens zit Suriname in de Caricom, een unie van Caribische landen.

Maar Suriname blijft een vreemde eend in de bijt. Dat komt vooral door taal – Nederlands is de officiële taal, terwijl de grote buurlanden Portugees, Spaans of Engels spreken. Ook cultuur speelt een rol: de meeste landen in de regio hebben een andere koloniale geschiedenis en zijn overwegend katholiek. Suriname is overwegend protestants en is tamelijk uniek met zijn vele bevolkingsgroepen met uiteenlopende religies.

Bovendien is Suriname jonger als zelfstandig land: veel andere landen in de regio werden al in de negentiende eeuw onafhankelijk. Suriname is nog steeds sterk gericht op de voormalige kolonisator in plaats van op de regio, ook door de hechte familiebanden. Daarbij is de Nederlandse invloed er nog heel groot, mede door de vele projecten die vanuit onder meer de diaspora worden geïnitieerd.    

Lees ook

Surinaamse gemeenschap viert onafhankelijkheid: ‘Het is vijftig jaar met vallen en opstaan’

Raghenie Bhawanie spreekt tijdens het diner ter gelegenheid van 50 jaar onafhankelijkheid Suriname in het Fenix Plein.

„Ik had altijd eenen en tweeën voor Spaans”, zegt Ameeth Ragnoenath verderop in de straat in restaurant Candy. Samen met zijn Venezolaanse echtgenote Yolisbell Rodríguez runt hij een eethuis met traditionele gerechten uit Venezuela. In de keuken roert Rodríguez in een pan en maakt hallaca, een traditioneel gerecht met bananenbladeren. Toen Ragnoenath voor het eerst meeging naar het land van zijn echtgenote, vroeg iedereen: „Waar ligt dat Suriname, in Afrika?”

De Venezolaanse Yolisbell Rodríguez aan het werk in restaurant Candy dat ze samen met haar Surinaamse echtgenoot Ameeth Ragnoenath runt.

De Venezolaanse Yolisbell Rodríguez aan het werk in restaurant Candy dat ze samen met haar Surinaamse echtgenoot Ameeth Ragnoenath runt.

Foto Ranu Abhelakh

Zoom in

Rodríguez schudt haar hoofd. „Ik wist ook niets van Suriname maar het ligt eigenlijk heel dichtbij de Venezolaanse deelstaat Bolívar, in de Amazone, waar ik vandaan kom. We weten veel te weinig van elkaar”, zegt ze. De twee leerden elkaar kennen in een restaurant waar Rodríguez ging werken nadat ze naar Suriname was gevlucht. „Ze miste het Venezolaanse eten en begon thuis te koken”, vertelt Ragnoenath, die inmiddels vloeiend Spaans spreekt. „Het coronavirus brak uit, restaurants gingen dicht en toen begonnen we met bezorgen. Dat groeide uit tot dit restaurant”, zegt hij.

De komst van de vele latino’s naar zijn land ziet hij als positief. „Ik denk dat de Surinaamse cultuur vergeleken met de latino-cultuur wat geslotener is. Ik ben zelf ook opener geworden door mijn huwelijk. En ik had behoorlijk wat vooroordelen die ik opzij heb geschoven. Veel Surinamers denken dat de latino vrouwen hier altijd prostituees zijn, zo dacht ik vroeger ook. Ze kleden zich wat bloter maar dat is de cultuur„, zegt Ragnoenath.

Zijn vrouw heeft hem ook gestimuleerd een eigen zaak te openen. „Ik werkte altijd voor een baas. Ze zei: waarom beginnen we niet voor onszelf? Ik denk dat veel latino’s erg ondernemend zijn hier”, zegt hij.

Muziek verandert al

Zal door de komst van de latino’s Suriname dan alsnog een meer Zuid-Amerikaans land worden?  „Ik denk het wel, we zien nu al dat er een fusion plaatsvindt”, zegt notaris Carlo Jadnanansing (80) op een gezellige avond in bar Don Julio, niet ver van de drukke Anamoestraat.  „Ik denk dat de latino invloed over tien jaar nog zichtbaarder is. We zien het al in de muziek.”

In de bar is wekelijks live latinmuziek – een geliefd genre van de gastheer – die zich kleedt als een ware latino met panamahoed en pak. „Heb je die Cubaanse zanger Lizardo net zien spelen? Prachtig toch hoe hij dat typisch Surinaamse nummer Ala presi zingt? Je hoort de Cubaanse invloeden en hij zingt Surinaams met Spaans accent!”, zegt Jadnanansing.

Dat de latino’s snel integreren, speelt volgens Jadnanansing een belangrijke rol. Evenals het feit dat Suriname zelf is ontstaan vanuit migratie. „We zijn gewend aan migranten en de latino’s vallen niet op. Ze lijken op ons en ze veroorzaken geen overlast. Er is werkloosheid in Suriname maar er is ook werk waar moeilijker Surinamers voor te vinden zijn, terwijl de Cubanen alles aanpakken”, zegt hij. Zo werken Cubanen in de wijk Zorg en Hoop als vuilnisophalers en zijn er Cubaanse schoonmakers en bewakers.

In Paramaribo openen steeds meer Latijns-Amerikaanse restaurantjes of informele eetplekken.

In Paramaribo openen steeds meer Latijns-Amerikaanse restaurantjes of informele eetplekken.

Foto Ranu Abhelakh

Zoom in

Dat taal een sleutel kan zijn naar een nieuw leven, ontdekte de Javaans-Surinaamse taxichauffeur Rivelino Ngadimin (44) toen hij begon met Portugese taallessen. „Daardoor kreeg ik Braziliaanse klanten en die wilden niet alleen van A naar B met de taxi, maar overal stoppen. Dan kochten ze wat, of wilden ze iemand groeten. Dat leverde meer geld op.”

Zijn echtgenote Michelle Da Cruz (39) bezoekt wekelijks een van de inmiddels vele Braziliaanse evangelische kerken. Ze woonde aanvankelijk in het binnenland, waar veel van haar Braziliaanse landgenoten een slechte naam hebben wegens hun rol in de illegale goudmijnen. Nu runt ze in de hoofdstad met haar Javaanse schoonmoeder een klein eethuisje. „In de ochtend verkoopt mijn schoonmoeder Surinaamse broodjes, ’s middags kook ik Braziliaans, ’s avonds hebben we churrasco”, zegt Da Cruz. Ze wil ook nog empanadas met kip-massala gaan verkopen, want ze is dol op Hindostaans eten. „We zijn een echte mix van alles.”

Het samenbrengen van de Surinaamse en de latino cultuur is ook een doel van de Venezolaanse Yolisbell Rodríguez. „Mijn plan was om rondom Srefidensi [het Onafhankleijkheidsfeest] een carnavalstocht te organiseren, om onze bijdrage te leveren als latinogemeenschap. Wij doen immers allemaal aan carnaval in onze culturen, alleen heeft Suriname geen carnaval”, zegt ze. Voor nu was het te kort dag. „Hopelijk lukt het volgend jaar. Hier in de Anamoestraat, een optocht met alle latinogroepen, versierde wagens en verkleed, waar dan ook Surinaamse groepen aan meedoen. Prachtig lijkt me dat!”

Lees ook

De eeuwige belofte van Suriname in woord en beeld

Storten van beton in 1966.bij de aanleg van de Nieuwe Haven in Paramaribo.

Geef cadeau

Deel

Mail de redactie

NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.