Soedanezen die de afgelopen weken zijn gevlucht uit de Soedanese stad Al Fasher – of een poging daartoe ondernamen – zijn beschoten, verkracht en geëxecuteerd. Dat blijkt uit een maandag gepubliceerd rapport van mensenrechtenorganisatie Amnesty International. Daarin vertellen gevluchte Soedanezen over gruweldaden van de RSF, het paramilitaire leger dat Al Fasher eind oktober innam.

Meerdere overlevenden vertellen dat ze tijdens hun vlucht honderden lichamen op straat hebben zien liggen, en dat RSF-strijders ongewapende burgers doodschoten. „Ze genoten ervan, ze lachten erbij”, zegt een 26-jarige man over het moment dat strijders ouderen en hun ezels doodschoten met een automatisch machinegeweer.

Een van de gevluchte Soedanezen vertelt dat hij, terwijl hij met onder anderen zijn broer naar het noorden vluchtte, in een hinderlaag werd gelokt door RSF-strijders. „Zijn jullie burgers of soldaten?”, zouden zij hebben gevraagd. Toen de vluchtende Soedanezen vertelden dat ze burgers waren, antwoordden de paramilitairen dat er geen burgers in El Fasher zijn. „Iedereen is soldaat.” Vervolgens moesten de broer en drie andere mannen op de grond liggen, waarna ze werden geëxecuteerd. De man die later werd geïnterviewd, mocht om onduidelijke redenen gaan.

Moeder en dochter verkracht

Een vrouw zegt tegen Amnesty International verkracht te zijn terwijl ze op de vlucht was. „Eén van hen dwong me om met hen mee te gaan, sneed mijn jalabiya [kledingstuk] door en verkrachtte me.” Vervolgens was ze weer samen met haar 14-jarige dochter, die eveneens werd verkracht. „Toen we Tawila bereikten, verslechterde haar gezondheid en stierf ze in de kliniek.”

Amnesty International interviewde 28 Soedanezen die na de val van RSF uit El Fasher wisten te vluchten. Zij vertrokken naar Tawila, een stad ten westen van El Fasher, en naar Tina, aan de grens met Tsjaad. Amnesty nam drie interviews in Tsjaad af, de andere gesprekken werden telefonisch gevoerd.

De verhalen van de gevluchte Soedanezen onderstrepen volgens Agnès Callamard, secretaris-generaal van Amnesty International, „het falen van de internationale gemeenschap in Soedan”. Die moet volgens Callamard „meer doen om ervoor te zorgen dat er verantwoording wordt afgelegd, om degenen die gevaar lopen te beschermen en om van alle staten die de RSF steunen, te eisen dat zij onmiddellijk van koers veranderen”.

Staakt-het-vuren

De Amnesty-publicatie volgt kort op een voorstel van de Verenigde Staten voor een staakt-het-vuren. RSF en het Soedanese leger hebben dat voorstel beide niet aanvaard. Het Soedanese leger zou met voorwaarden zijn gekomen, maar Massad Boulos, de Amerikaanse adviseur voor Afrikaanse en Arabische aangelegenheden, heeft de partijen opgeroepen het originele plan te accepteren. Abdel-Fattah al-Burhan, de Soedanese militaire leider, heeft het Amerikaanse voorstel „het slechtste plan ooit” genoemd.

Al-Burham stelt dat het voorstel het leger marginaliseert en het RSF juist legitimeert. RSF-leider Hemedti heeft maandag eenzijdig een staakt-het-vuren van drie maanden uitgeroepen, maar het is uiterst onduidelijk of de partijen daadwerkelijk hun wapens tijdelijk neerleggen. Al-Burhan heeft hier niet op gereageerd. Bovendien sprak Hemedti eerder deze maand al van een aanstaande wapenstilstand, maar RSF ging vervolgens zelf door met drone-aanvallen.

Lees ook

Hoe Hemedti en zijn RSF-militie uitgroeiden tot een politieke machtsfactor in Soedan

RSF-leider Mohamed Hamdan Dagalo, beter bekend als Hemedti, in 2022 in Khartoem.

Geef cadeau

Deel

Mail de redactie

NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.

The Trust Project | 
Waarom je NRC kan vertrouwen