ANPLegkippen op een pluimveebedrijf

NOS Nieuws•vandaag, 09:13•Aangepast vandaag, 10:06

Op drie bedrijven in Overijssel en Limburg is vogelgriep vastgesteld. In het Limburgse Tienray en Helden gaat het om bedrijven met 185.000 vleeskuikens en 85.000 leghennen. In het Overijsselse Bornerbroek om 18.000 vleeskuikens.

De dieren op de bedrijven worden gedood zodat ze de ziekte niet verder kunnen verspreiden. In een straal van 10 kilometer om de bedrijven mogen geen kippen en eieren worden vervoerd, ook om verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen. Rondom het bedrijf in Tienray valt die zone deels op Duits grondgebied. Duitsland is op de hoogte gesteld van de uitbraak van vogelgriep.

Pluimveebedrijven in een straal van 1 kilometer om de getroffen bedrijven worden bemonsterd op de aanwezigheid van het vogelgriepvirus en worden de komende twee weken intensief gemonitord.

Proef met vaccineren

De afgelopen maand werd meerdere keren vogelgriep geconstateerd bij Nederlandse bedrijven. Vanwege de uitbraken geldt sinds 16 oktober een landelijke ophokplicht.

Ook loopt er een proef met het vaccineren van kippen. Maar dat kan niet bij alle bedrijven omdat Nederland veel vlees en eieren exporteert. Sommige landen willen het vlees en de eieren van gevaccineerde kippen niet afnemen.

‘Virus lijkt veranderd’

Kees de Jong, voorzitter van de vakgroep Pluimveehouderij van LTO, noemt de golf van vogelgriepuitbraken in Nederland en België zorgelijk.

“Het virus dat dit jaar in de lucht zit, dat meekomt met trekvogels, lijkt iets te zijn veranderd waardoor het nu best hard toeslaat bij gehouden dieren in West-Europa”, zegt hij.

De afgelopen jaren waren de uitbraken van vogelgriep op één hand te tellen. “Dat we nu in een week al meer dan één hand aan uitbraken hebben, geeft wel aan dat er iets met het virus is gebeurd”, zegt hij.

Veertje is al voldoende

Hoewel het pluimvee vanwege de ophokplicht verplicht binnen in stallen zit, blijkt het virus toch binnen te kunnen dringen. Dat gebeurt via de luchtverversing, zegt De Jong.

“Denk aan een trekvogel of eend die besmet is en die buiten ligt. Die laat een veertje los en als het even waait, kan dat naar binnen komen. Eén heel klein besmettingsdeeltje is al voldoende omdat het voor dieren best een ziekmakend virus is.”

Pluimveehouders nemen allerlei maatregelen om het niet zelf naar binnen te lopen door van schoenen en kleding te wisselen als ze de stal ingaan en door de wielen van transportwagens te ontsmetten.

Vaccinatie voor lange termijn

“De menselijke factor probeer je terug te brengen naar nul”, zegt De Jong. “Maar je hebt ofwel misschien ongedierte, ofwel het komt via lucht, stof of veertjes de stal in en dan slaat het dus toch hier en daar toe.”

De Jong verwacht dat vaccinatie een oplossing kan zijn voor de lange termijn. “Maar voor de korte termijn is dat geen oplossing. Dieren die niet oud worden, zoals vleeskuikens, geeft het niet voldoende bescherming want het duurt een tijdje voor zo’n vaccin gaat werken. Op korte termijn gaat dat dus geen soelaas bieden.”