De herdenking van professor Cleveringa, hét symbool van het verzet tegen antisemitisme, werd deze week abrupt onderbroken door activisten die het Academiegebouw bezetten. Daarmee werd niet alleen een traditie gebruuskeerd, maar kwam ook het debat over de grenzen van protest binnen de universiteit op scherp te staan, schrijft Afshin Elian.
Op 26 november 1940 hield Rudolph Cleveringa (1894-1980) een openbaar college in het Academiegebouw van de Universiteit Leiden. Destijds was hij decaan van de rechtenfaculteit. De nationaalsocialistische bezetter eiste per decreet het ontslag van alle Joodse medewerkers en studenten.
Professor Eduard Meijers, promotor van Cleveringa en hoogleraar privaatrecht, diende te worden ontslagen. Op die dag, 26 november, had Meijers college moeten geven.
Cleveringa’s protestrede en de uitzonderlijke betekenis van Meijers
In plaats van Meijers sprak Cleveringa – zijn toespraak is de geschiedenis ingegaan als een protestrede. Daarna werd hij gearresteerd door de Duitsers. Daarmee begon het verzet van de Leidse studenten tegen het naziregime.
In een aantal pakkende alinea’s beschrijft hij Meijers:
‘Doch hoe rijk aan verscheidenheid, hoe grondig doordacht, hoe meesterlijk ván opzet en uitwerking, hoe scherp gevat is alles geweest, wat tot dusver uit Meijers’ pen is gevloeid en hem heeft verheven tot een der grootste rechtsgeleerden van zijn tijd en zijn land: ja, men mag zeggen: van vele landen en vele tijden. Ik zeg: rijk aan verscheidenheid.’
De morele kern van Cleveringa’s rede: moed en rechtvaardigheid versus antisemitisme
Het meest ontroerende gedeelte heeft geen betrekking op de wetenschappelijke prestatie van Meijers, maar op Cleveringa’s intense, moedige waardering voor Meijers:
‘Het is deze Nederlander, deze nobele en ware zoon van ons volk, deze mensch, deze studentenvader, deze geleerde dien de vreemdeling, welke ons thans vijandiglijk overheerscht, “ontheft van zijn functie”! Ik zeide U niet over mijn gevoelens te zullen spreken; ik zal mij eraan houden, al dreigen zij als kokende lava te barsten door al de spleten, welke ik bij momenten den indruk heb, dat zich, onder den aandrang ervan, in mijn hoofd en hart zouden kunnen openen.
Maar in de faculteit, die blijkens haar doelstelling gewijd is aan de betrachting van de rechtvaardigheid, mag toch deze opmerking niet achterwege blijven: in overeenstemming met Nederlandsche tradities verklaart de Grondwet iederen Nederlander tot elke landsbediening en tot de bekleeding van elke waardigheid en elk ambt benoembaar, en stelt zij hem, onafhankelijk van zijn godsdienst, in het genot van dezelfde burgerlijke en burgerschapsrechten.’
De verstoring van 2025: activisme, antisemitisme en de erfenis van Cleveringa
Ook ik ben een hoogleraar aan de faculteit van Cleveringa en Meijers. Elk jaar wordt op 26 november in dezelfde zaal de Cleveringa-oratie gehouden. En natuurlijk is er altijd iets gaande in de wereld: de Vietnam-oorlog (3,5-4 miljoen doden), oorlog in Algerije (honderdduizenden doden), de Afghanistan-oorlog (honderdduizenden doden) en nu de oorlog in Sudan (400.000 doden) enzovoort.
Toch werd de herdenking van Cleveringa’s moed (indertijd een spaarzame eigenschap) elk jaar zonder verstoring gehouden. Op 26 november 2025 echter werd gepoogd om de Cleveringa-oratie onmogelijk te maken. ‘Students for Palestine’ bezetten zonder veel moeite het Academiegebouw.
De bezetters van 2025 willen dat de universiteit alle banden verbreekt met het ‘genocidale zionistische regime’. Zij achten in de geest van Cleveringa te handelen. In de geest van Cleveringa?
Het verschil tussen protest en intimidatie: een misplaatste vergelijking met 1940
Cleveringa protesteerde tegen het verplichte ontslag van Joodse medewerkers en studenten. Hij was niet gemaskerd. Hij bezette geen collegeruimte. Hij hield legaal, volgens de regels van de universiteit, een openbaar college, waarna hij werd gearresteerd door de Gestapo.
De nieuwe bezetter handelt in de geest van de oude bezetter: boycot, vermijd Joodse wetenschappers. Bovendien riepen ze leuzen ter vernietiging van de enige Joodse staat in de wereld.
Hier overschreed men een grens. Deze radicale groep mag protesteren tegen welke regering dan ook. Ze konden buiten het gebouw op de openbare weg protesteren.
Wat ze niet mogen doen, is het belemmeren van een college (een oratie is een openbaar college). De actiegroep heeft niet alleen de huisregels van de universiteit overtreden, maar ook het heilige principe geschonden (de academische vrijheid) waarop de academie is gefundeerd.
Academische vrijheid onder druk: zwijgende hoogleraren en falend bestuur
Cleveringa heeft niemands college verstoord of belemmerd. Hij stond op tegen de antisemitische maatregelen. Op 26 november herdenken wij elk jaar de moed van professor Cleveringa om op te staan voor de Nederlandse Joden.
Op 26 november 2025 hebben activisten dit openbare college en de herdenking van de strijd tegen antisemitisme onmogelijk willen maken. Deze dag is opnieuw – het is pijnlijk dit te moeten opmerken – een schande voor de hoogleraren die zwegen en toekeken.
De onmacht van het College van Bestuur om de veiligheid van een college in een historisch gebouw te garanderen, is zacht uitgedrukt verbijsterend. Nee, er mag geen enkel begrip zijn voor dit soort activisten.
Selectieve verontwaardiging: het gevaar van principeloos activisme
De decaan en het faculteitsbestuur verplaatsten de bijeenkomst naar de rechtenfaculteit, en toonden daarmee moed. Velen konden de lezing niet bijwonen. Desalniettemin verdienen de opvolgers van Cleveringa aan de rechtenfaculteit een warm compliment, want de lezing is toch gehouden.
Maar er zijn mensen die empathie tonen voor de actiegroep ‘Students for Palestine’. Ze moeten beseffen wat ze daarmee aanrichten. Nog even en actiegroepen die niet in hun straatje passen, eisen ook de vrijheid om voor hun ‘idealen’ gebouwen te bezetten: actiegroepen die stopzetting van immigratie eisen, geen azc willen, Donald Trump steunen, et cetera.
Wie de pro-Palestina-actie goedkeurt, moet eenieder de vrijheid gunnen om colleges te verhinderen. Het recht geldt voor iedereen. Selectief recht is geen recht. Maar vermoedelijk zijn de instemmers het daar niet mee eens. Wat voor hen telt, is vooral hún recht.
Oproep aan de academie: sta op voor vrijheid en tegen antisemitisme
Nu is het tijd voor hoogleraren om hun stem te laten horen. Niemand mag ons dwingen tot het nemen van censurerende maatregelen. De academische dialoog binnen de academische muren is een open gesprek met respect, zonder geweld en zonder dreiging van bezetting. Academische vrijheid en veiligheid voor iedereen – daarvoor waagde Cleveringa zijn leven.
Word een Cleveringa – sta op tegen antisemitisme.