Mohamed Ihattaren was na het 1-1 gelijkspel van Fortuna Sittard tegen Heracles Almelo allerminst te spreken over het gedrag van sommige ploeggenoten. Voor de camera van ESPN laat de aanvallende middenvelder zich ongekend kritisch uit over het – in zijn ogen – egoïstische spel van sommige spelers.
Hoewel Ihattaren zelf een sterke wedstrijd speelde en de assist op het doelpunt van Kristoffer Peterson verzorgde, liep de frustratie bij hem zichtbaar hoog op. “Ja, irritatie. Toch wel een beetje, ja”, begon hij. “Ik had momenten dat ik dacht: hoe kan dit nou? Ik sta rondom de zestien, en als je hem dan voor mijn voeten wegpakt… Ik begrijp dat echt niet.”
De 23-jarige middenvelder geeft aan dat hij in zulke situaties juist rekening houdt met de kwaliteiten van ploeggenoten, en verwacht dat andersom hetzelfde gebeurt. “Als Sierhuis daar staat, laat ik hem. Dan weet ik wat zijn kwaliteiten zijn. Als Peterson daar staat, laat ik hem een-op-een gaan. Ik ga dan niet zijn lijnen dichtlopen. Dat is logisch nadenken.”
Volgens Ihattaren ging het niet om het moment waarop Dimitris Limnios de bal bij hem wegkaapte, maar om een andere, minstens zo frustrerende situatie. “Op een gegeven moment schiet Paul Gladon, wordt het schot geblokt, schiet hij wéér… en dan staan we met twee man rondom de zestien. Tja… Dat is gewoon teleurstelling. Ik zat goed in de wedstrijd, gaf een goede assist. Dan wil je jezelf belonen met een goal. Dat zat er niet in, en dan wordt het irritatie.”
Wat Ihattaren het meest stoorde, is dat sommige spelers volgens hem niet snappen wat er in zulke momenten gevraagd wordt. “Het is de voetbalwereld. Het is hard. Iedereen heeft zijn eigen bv.”
“En jongens die op de bank zitten, denken misschien: als ik één bal krijg, schiet ik hem erin en kijk ik verder wel. Maar zo werkt het niet. Het is kwalijk als iedereen voor zichzelf gaat lopen ballen. Dat is gewoon klote.”
De middenvelder benadrukt dat hij niemand specifiek wil afvallen. “Straks wordt er weer een eigen verhaal van gemaakt. Maar dit kost ons gewoon punten. We praten er in de kleedkamer ook over. Je moet elkaar kunnen wijzen op wat beter moet.”