Sommige bands ontstaan uit een visie, andere uit pure noodzaak. En dan zijn er bands zoals Ghazghkull. Geboren uit vriendschap, een gezamenlijk verleden en een gezonde dosis zelfspot. Wie terugbladert in de geschiedenis van de Nederlandse metal-scene, herinnert zich misschien Eria d’Or, een band uit het begin van dit millennium die uiteindelijk verdween in de nevelen van de tijd. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan: gitarist Lennart, drummer Rutger en brulboei Werner vonden elkaar opnieuw en besloten dat het tijd was om de boel weer aan te trappen. Niet met grootse ambities, maar met plezier, energie.
En dat leidt tot het debuutalbum van Ghazghkull. Het is een ode aan onversneden death metal met invloeden uit de doom- en black metal geworden. De productie klinkt verrassend helder: elk instrument krijgt de ruimte, en vooral de vocalen van Werner snijden als een roestige kettingzaag door de mix. Wat direct opvalt is de afwezigheid van een bassist. Waar menig band dan stilvalt of eeuwig blijft zoeken, heeft Ghazghkull gekozen voor een creatieve oplossing: de synthesizer neemt de lage frequenties voor zijn rekening. En hoewel dat in eerste instantie misschien wat wenkbrauwen doet fronsen, werkt het verrassend goed. De synthbassen zijn subtiel, maar voldoende aanwezig om het geluid body te geven. Het geeft Ghazghkull zelfs een licht futuristisch randje. Een speciaal woord van waardering ook voor Ben de Graaff, die als gast meewerkte aan het album. Zijn ervaring (o.a. bij Faal en Sepiroth) tilt de productie naar een hoger plan en voegt een zekere diepgang toe aan het geheel. De mastering (van de hand van Dan Swäno) doet het uiteraard ook goed.
Muzikaal kiest Ghazghkull voor een rechttoe-rechtaan aanpak. De riffs zijn groovend, log en vaak midtempo. Het vormt een duidelijke knipoog naar old-school death metal maar met invloeden uit langzamere, meer slepende subgenres. Er zijn momenten waarop de doom-invloeden doorkomen, met zwaarmoedige akkoorden en trage passages die je als luisteraar even laten wegzinken in een moeras van distortion. Hier en daar duiken ook blackmetalachtige tremolo’s en blastbeats op en dat zorgt gelukkig voor wat variatie. Tuska Deamon Killa is daar een goed voorbeeld van.
Toch is er ook kritiek te leveren. De riffs zijn veelal eenvoudig en missen soms net dat beetje spanning of verrassing dat een nummer naar een hoger niveau tilt. De opbouw van de nummers volgt vaak een voorspelbaar stramien, waardoor je halverwege het album al weet waar de meeste tracks naartoe gaan. Daar is niets mis mee als je vooral luistert om te headbangen, maar voor de avontuurlijke luisteraar zou wat meer dynamiek en tempowisselingen welkom zijn geweest. Wat de band echter mist aan complexiteit maakt hij ruimschoots goed in energie en speelplezier. Ghazghkull klinkt alsof het gezelschap met een grote grijns staat te spelen en die houding werkt aanstekelijk. Vooral live gaat dit goed werken en dat is iets waar fans op Metalfest Dordrecht getuige van kunnen zijn bij de officiële releaseshow op 3 oktober.
Ghazghkull levert met zijn debuut een eerlijke, ongecompliceerde plaat af die fans van old-school death metal met een moderne twist zeker zal aanspreken. Verwacht geen muzikale revolutie maar een brute en oprechte plaat die je uitnodigt om je kop los te gooien. Een nieuwe belofte is de band nog niet te noemen. Daarvoor mag er in de toekomst iets meer lef getoond worden op het gebied van songstructuren en riffs, maar de potentie is er zeker!

Score:
72/100
Label:
Eigen beheer, 2025
Tracklisting:
- Zonkey
- Tuska Deamon Killa
- Gnomecide
- Birdzerker
- Dakka
- The Purple Ork
- Gluttony
- Waaagh
- Entrecote de Licorne
- Too Many Bones
Line-up:
- Werner – Zang
- Lennart – Gitaar
- Rutger – Drums
Links: