•
Gisteren
•
leestijd 3 minuten
•
1480 keer bekeken
•
bewaren
Innovatiemakelaar en toezichthouder
Persoon volgen
Wat zich op het Binnenhof deze weken afspeelt, doet nog het meest denken aan een sollicitatiegesprek waarbij beide partijen vooral bang zijn om de ander af te schrikken. D66 en het CDA zitten samen aan de tafel om een ‘positieve agenda’ te schrijven, een zorgvuldig eufemisme voor “we kijken wel waar we elkaar kunnen vinden, zolang het maar niet te veel pijn doet.” Maar achter de coulissen zit meer dan de behoefte aan bestuurlijke stabiliteit. Er zit een mandaat. Meer dan 32.000 D66-leden hebben immers ingestemd met een programma dat niet in de la hoort te belanden zodra een ander partijlogo aan tafel schuift.
Dat betekent: geen tactisch knikkeren over fundamentele waarden. Een menselijke asielprocedure, bijvoorbeeld, is niet zomaar een beleidskeuze — het is een kwestie van beschaving. Wie uitgeprocedeerde asielzoekers strafbaar wil maken, zoals het CDA flirtend voorstelt, heeft misschien de Bijbel in de hand maar mist het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in het hart. En wie denkt dat asielzoekers het beste elders kunnen worden gesorteerd, in een soort administratief Niemandsland buiten de EU, begrijpt niet dat rechtszekerheid niet uitbesteed mag worden.
Ook op andere thema’s hangt er meer aan de muur dan een flipover met ‘haalbaar en betaalbaar’. De wooncrisis vraagt geen symboolpolitiek of fiscale foefjes, maar klinkklare investeringen. Niet iedereen hoeft fan te zijn van macro-economische modellen, maar zelfs het CPB rekende uit dat D66 van alle partijen het meest investeert in betaalbare woningbouw. Daar kun je als partij niet ineens van terugkrabbelen omdat het CDA liever morrelt aan belastingvoordelen dan aan structureel beleid. En al helemaal niet door mee te gaan in het idee dat hogere inkomens moeten worden ontzien bij het afbouwen van hypotheekrenteaftrek. Wie dat doet, vergroot niet de rechtvaardigheid, maar de ongelijkheid.
En dan de veiligheid. Natuurlijk klinkt het stoer: meer agenten, hardere straffen, “lik op stuk”. Maar echte veiligheid zit niet in het aantal petten op straat, maar in de mate waarin we voorkomen dat mensen in de criminaliteit belanden. Cyberveiligheid, witwasbestrijding, een wijkgerichte aanpak — het zijn geen bijlagen bij het veiligheidsbeleid, ze zijn het beleid. Laat het CDA maar zwaaien met nostalgie naar de jaren negentig; D66 moet investeren in de toekomst.
Dat geldt ook voor defensie. De NAVO is belangrijk, zeker, maar een Europees veiligheidsbeleid dat weer achterin het formatiedocument belandt, is niet alleen naïef, maar strategisch kortzichtig. In een wereld waarin de Amerikaanse democratie wankelt als een Ikea-kast zonder schroeven, kun je Europa niet langer in de bijrol zetten.
En ja, stikstof. Vervelend onderwerp voor mensen die liever naar het weerbericht kijken dan naar wetenschappelijke rapporten, maar essentieel. Wie de deadline van 2030 loslaat, riskeert opnieuw juridische chaos, een geblokkeerde woningbouw en een geparalyseerd platteland. Vrijwilligheid is sympathiek, maar wie alleen daarop inzet, loopt vast. Onteigening als uiterste middel moet bespreekbaar blijven, want het alternatief is bestuurlijke verlamming.
D66 presenteerde zichzelf bij de verkiezingen als de partij van de lange adem: hervormen, vergroenen, vernieuwen. Dat betekent ook keuzes maken die op korte termijn pijn doen. Zoals het verhogen van de CO₂-heffing, ook als dat spanning oplevert met het bedrijfsleven. Zoals het afschaffen van fossiele subsidies, óók als dat pijn doet bij grootverbruikers die graag in de lobby blijven hangen. Zoals het belasten van vervuiling in plaats van arbeid, óók als dat minder goed bekt in een persbericht.
Wie nu denkt: dit zijn toch allemaal details waar je prima over kunt onderhandelen? Die vergist zich. Want als deze punten onderhandelbaar zijn, wat is dan nog het verschil tussen D66 en de rest? Dan wordt een “positieve agenda” vooral een neutrale poster zonder inhoud. En de kiezer herkent dat. Die heeft al te vaak gezien hoe partijen zich ingraven in bestuurscultuur terwijl hun idealen er met stille trom vandoor gaan.
D66 zit nu in de unieke positie om te laten zien dat progressief ook betekent: principieel. Niet rigide, niet star, maar met ruggengraat. Zeggen wat je vindt, vasthouden wat je waard is, en geen compromis sluiten dat alleen goed klinkt in de Haagse echozaal.
Een mandaat is geen memo voor later. Het is een opdracht voor nu.
