De toenemende dreiging vanuit Rusland zorgt in veel Europese hoofdsteden voor nerveuze debatten. Landen die eerder hun dienstplicht hebben afgeschaft, kijken opnieuw naar manieren om hun krijgsmacht uit te breiden. Duitsland, Frankrijk en België kondigden dit najaar aan dat ze een vorm van (vrijwillige) dienst terug willen brengen. In andere landen is die discussie juist ver weg.

Momenteel kent ongeveer een derde van de EU-lidstaten een vorm van verplichte militaire dienst. Dat zijn Cyprus, Denemarken, Estland, Finland, Griekenland, Litouwen, Letland, Oostenrijk en Zweden. Daarnaast hebben ook Noorwegen, Zwitserland en Turkije dienstplicht. 

Sommige landen, zoals Zweden en Noorwegen, roepen slechts een deel van de jongeren op. Daarbij wordt geselecteerd op motivatie, interesse en opleidingsniveau. Andere landen werken met loting, zoals Denemarken, Letland en Litouwen. In Oostenrijk, Estland, Finland, Griekenland en Cyprus gaat het om klassieke dienstplicht: meerderjarige mannen worden jaarlijks opgeroepen.

“De negen landen kennen de dienstplicht, zoals wij die vroeger ook hadden. Maar dat is niet meer het systeem dat in Nederland zou passen. Onze krijgsmacht is ingericht op beroepsmilitairen en dat zie je bij veel NAVO-landen”, zegt Hans van der Louw, voormalig generaal-majoor en strategisch adviseur bij het Haags Centrum voor Strategische Studies. 

Herintroductie van de dienstplicht

Verschillende Europese landen kondigden dit jaar aan dat ze, na afschaffing in de jaren 90 of 2000, opnieuw een vorm van dienstplicht willen invoeren.

  • Kroatië: vanaf deze maand worden jongeren opnieuw opgeroepen voor een verkorte dienstplicht van twee maanden.
  • België: nodigt vanaf 2026 jaarlijks tienduizenden jongeren uit voor een vrijwillige militaire dienst met een maandloon van 2.000 euro.
  • Duitsland: bereikte een politiek akkoord over een vrijwillige variant, met een instapsalaris rond de 2.600 euro bruto.
  • Frankrijk: voert vanaf 2026 een nieuw programma in waarmee 10.000 jongeren tussen 18 en 25 jaar tien maanden worden opgeleid.

Volgens Van der Louw gaat de dienstplicht niet alleen over het opschroeven van de aantallen. “Er zit ook een stuk symboliek in. Frankrijk zegt daarmee tegen Rusland: wij maken ons zorgen over jullie dreiging. Poetin is de ontvanger van die boodschap.”

En de landen zonder plannen?

Ruim 14 EU-lidstaten, waaronder Spanje, Italië, Nederland, Polen, Portugal, Tsjechië, Hongarije en Roemenië, hebben geen concrete plannen voor herinvoering. In veel van deze landen heerst de overtuiging dat een beroepsleger voldoende capaciteit en flexibiliteit biedt. Toch is het debat overal voelbaar. “Ook in Nederland loopt de discussie alweer”, ziet de strategisch adviseur. “In de formatie komt het terug. Met name het CDA wil er opnieuw serieus over spreken.” 

Hoewel de discussie in Nederland terug is, waarschuwt de voormalig generaal-majoor voor overschatting van de inzetbaarheid van dienstplichtigen. “Nederland heeft de dienstplicht opgeschort, niet afgeschaft. Alle 17-jarige jongens en meisjes in Nederland krijgen een brief dat ze onder de dienstplicht vallen. In theorie kun je het direct activeren als je in een serieus conflict belandt.”

Hij gaat verder: “Maar moderne missies vragen zoveel training dat je dienstplichtigen praktisch twee jaar moet opleiden voordat je ze kunt uitzenden. Die tijd heb je meestal niet.” 

Hij ziet daarnaast ook praktische obstakels: “Waar moet je dienstplichtigen legeren? Hebben we wapens? Wie gaat ze opleiden? De krijgsmacht is daar simpelweg niet op ingericht.” Nederland heeft bovendien al een eenheid die in Nederland zelf kan worden ingezet. “De Nationale Reserve. Die vangt taken op zoals beveiliging en bij rampsituaties. Als je dienstplichtigen gaat oproepen, moet je eerst bedenken: waarvoor wil je deze mensen inzetten?”

Van 70.000 naar 200.000 beroepsmilitairen

Bij Defensie werken op dit moment bijna 80.000 beroepsmilitairen, burgers en reservisten. “Dat lijkt veel, maar in NAVO-verband is dat beperkt”, zegt Van der Louw. Bovendien zou slechts een deel van Defensie daadwerkelijk de wapens kunnen oppakken bij dreiging. “Nederland wil de krijgsmacht op korte termijn verhogen naar 100.000 en op langere termijn naar 200.000.” Een dienjaar, een vrijwillig programma bij Defensie, zou een manier kunnen zijn om jongeren enthousiast te maken om beroepsmilitair te worden. 

Dan is er nog de vraag wat Nederland zou moeten voorbereiden. “De Russen zullen niet met hun tanks door de Haagse straten rijden, maar we kunnen de oorlog wel op andere manieren voelen”, zegt de strategisch adviseur. “Als Rusland cyberaanvallen pleegt en het water of internet uitvalt, hoe gaat het leven in Nederland dan door? We proberen daarom op allerlei manieren tegen Rusland te zeggen: wees verstandig en zet de oorlog niet door.” 

Het ministerie van Defensie heeft voor het eerst in bijna 30 jaar in kaart gebracht wat er allemaal bij komt kijken als Nederland de actieve dienstplicht weer zou invoeren. Dat blijkt uit documenten die RTL Nieuws heeft opgevraagd.