Het is een democratische absurditeit die we in Nederland ondertussen bijna normaal zijn gaan vinden: een demissionaire regering die nauwelijks een zesde van de Tweede Kamer vertegenwoordigt, maar die wel doorgaat met het nemen van beslissingen die diep ingrijpen in de toekomst van ons land. De situatie is inmiddels ronduit schadelijk. In het bijzonder voor het hoger onderwijs, waar de dramatische gevolgen nu al zichtbaar zijn.
Rens Bod is hoogleraar Computationele Geesteswetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam.
Remco Breuker is hoogleraar Koreastudies aan de Universiteit Leiden.
Ingrid Robeyns is hoogleraar Ethiek van Instituties aan de Universiteit Utrecht.
Het meest pijnlijke voorbeeld is het beleid van OCW-minister Gouke Moes (BBB), een bewindspersoon van een snipperpartij die bij lange na geen meerderheid meer heeft voor de rigoureuze bezuinigingen die hij momenteel doorvoert. Toch zet de minister zonder aarzeling bezuinigingen door die het kennisland Nederland decennia kunnen terugwerpen.
De gevolgen zijn niet abstract, niet ‘. Ze zijn er al. Aan de Universiteit Utrecht zijn het afgelopen jaar zes volwaardige opleidingen opgeheven dan wel samengevoegd omdat ze minder dan 25 eerstejaars studenten trekken. Dat lijkt een technische beleidsregel, maar het betekent in de praktijk dat zelfstandige opleidingen — vaak in maatschappelijke sleutelgebieden — verdwijnen. Aan de Universiteit Twente zijn alleen al bij de faculteit Technische Natuurwetenschappen ongeveer vijftig medewerkers ontslagen. Daarmee zijn onderzoeksgroepen weggevallen die internationaal vooropliepen, onder andere op het terrein van de nanobiofysica en onderzoek naar Parkinson. En door het hele land worden takenpakketten verzwaard en zijn vacaturestops ingevoerd.
Sluipmoord op het kennisland
En dit is pas het begin. Het politieke doel is om ruim 1,4 miljard euro te bezuinigen in het hoger onderwijs. Bijna anderhalf miljard, terwijl de hogescholen en universiteiten nu al op de rand van hun kunnen balanceren. Het resultaat laat zich raden: minder docenten, minder begeleiding, minder specialismen, minder kennis, minder maatschappelijke dienstverlening, en nog minder innovatie.
Daar komt iets bij dat veel politici gemakshalve vergeten: internationale studenten actief ontmoedigen, zoals het vorige kabinet heeft gedaan en het huidige demissionaire kabinet stug volhoudt, is snijden in eigen vlees. Buitenlandse studenten wordt jarenlang verweten dat ze óns iets kosten, maar het omgekeerde is waar: zij maken het onderwijs rijker voor Nederlandse studenten, dragen vaak bij aan lopend onderzoek, vullen tekortsectoren op, blijven deels in Nederland werken en versterken de kennisinfrastructuur. De lokale middenstand leunt op deze studenten. Minder studenten betekent bovendien minder bekostiging, wat de neerwaartse spiraal alleen maar verder verdiept.
Het duurt niet lang meer voordat disciplines zullen verdwijnen. Niet omdat die vakgebieden onbelangrijk zijn, maar omdat het huidige financieringssysteem alleen kijkt naar aantallen studenten, niet naar de behoefte aan het produceren, overdragen en bewaren van kennis. Nederland kan zich dat niet veroorloven. Daarvoor is de geopolitiek te ongewis en de klimaatcrisis te dichtbij.
Een demissionaire minister zonder mandaat hoort geen onomkeerbare maatregelen door te drukken
Daarom richten wij ons nu tot het huidige parlement én de partijen die een nieuw kabinet proberen te vormen.
Het huidige parlement moet terughoudendheid eisen. Een demissionaire minister zonder mandaat hoort geen onomkeerbare maatregelen door te drukken. Het is nu het moment om tegen minister Moes te zeggen: stop. Zet de bezuinigingen in de ijskast. Geef universiteiten en hogescholen ademruimte. Eenmaal gesloten opleidingen, ontmantelde onderzoeksgroepen en vertrokken wetenschappers komen niet meer terug. Een onderzoeksgebied slopen is eenvoudig; het opnieuw opbouwen kost decennia — als het al lukt.
Aan de onderhandelende coalitiepartners vragen wij het onderwijs serieus te nemen. In het verslag van verkenner Koolmees worden vijf grote thema’s genoemd waar partijen zich op moeten richten. Onderwijs staat er niet tussen. Dat is niet een omissie; het is een politieke (en sociale, economische) misser van formaat. Onderwijs en onderzoek zijn geen sluitposten voor begrotingstactiek, geen potjes om ‘even’ uit te baten als elders geld nodig is. Ze zijn de basis van alles wat Nederland op de lange termijn overeind houdt: economie, innovatie, democratie, cultuur, internationale positie.
Het is dan ook essentieel dat het financieringssysteem wordt hervormd. Een systeem dat overwegend telt hoeveel studenten zich inschrijven en afstuderen, en niet wat een discipline nodig heeft om te bestaan, is een systeem dat het land structureel verarmt. Wetenschappelijke expertise is essentieel, niet optioneel.
Onderwijs is een investering
Aanstaande dinsdag 9 december komen veel mensen uit . Universiteiten en hogescholen uit het hele land — van Groningen tot Maastricht — zullen aanwezig zijn, samen met WOinActie, andere actiegroepen en de vakbonden, omdat we willen voorkomen dat Nederland zichzelf de toekomst ontneemt.
Tijdens de formatie zal worden beslist of de huidige bezuinigingen worden teruggedraaid of juist verergerd. . Er is kans op herstel, maar ook op verslechtering. Het hoger onderwijs kan opnieuw als pinautomaat worden gebruikt voor andere beleidsdoelen. Doe dat niet, want daarmee beschadigt Nederland zichzelf. Onderwijs en onderzoek zijn geen kostenpost, maar een investering — de belangrijkste en grootste die een land kan doen. Daarom is dit het moment om duidelijk te maken: investeer in bloei en geef Nederland een toekomst.
Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.
Waarom je NRC kan vertrouwen