NieuwsuurBouwplannen in de Zuidplaspolder

  • Sjors Hofstede

    datajournalist Nieuwsuur

  • Marijn Duintjer Tebbens

    verslaggever

  • Yfke Nijland

    redacteur Nieuwsuur

  • Sjors Hofstede

    datajournalist Nieuwsuur

  • Marijn Duintjer Tebbens

    verslaggever

  • Yfke Nijland

    redacteur Nieuwsuur

Nederland wil honderdduizenden nieuwe woningen bouwen in een land dat natter én droger wordt. Het advies van de waterschappen moet voorkomen dat er huizen komen op ongeschikte locaties, bijvoorbeeld in lage delen van het land waar er kans is op overstromingen. Maar voor de waterschappen is het vaak onduidelijk wat er met hun adviezen gebeurt.

Met een groot deel van het land dat onder de zeespiegel ligt, moet bij nieuwbouw in Nederland altijd rekening worden gehouden met meerdere risico’s. En door het veranderende klimaat zijn dat er alleen maar meer: hevigere regenbuien kunnen leiden tot overstromingen en toenemende droogte tot een dalende bodem.

Advies

De ene bouwlocatie is hierdoor geschikter dan de andere, maar in de aanpak van de woningnood kunnen gemeenten en provincies elk perceel gebruiken. En dus kijken ze ook steeds meer naar risicovolle bouwlocaties.

Om dit verantwoord te kunnen doen, moet bij wet worden vastgelegd hoe om te gaan met water- en bodemomstandigheden. Voor zo’n visie moeten gemeenten en provincies advies vragen aan het waterschap en daar ‘ook rekening mee houden’.

Maar dat advies wordt vaak vrijblijvend opgevat, blijkt uit een rondgang van Nieuwsuur langs de 21 waterschappen. Zij weten niet in hoeverre gemeenten en provincies hun adviezen daadwerkelijk opvolgen. Ook hebben ze geen volledig overzicht van bouwplannen in risicogebieden.

Wat doet een waterschap?

Nederland telt 21 waterschappen. Ze zijn verantwoordelijk voor het waterbeheer in een bepaald gebied en onderhouden dijken, sluizen en gemalen, zuiveren afvalwater en beheren de aan- en afvoer van water. Om de vier jaar zijn er verkiezingen voor het bestuur van de waterschappen. Uit de gekozen leden wordt een dagelijks bestuur gevormd. Dat bestaat uit hoogheemraden (een soort wethouders) en een dijkgraaf, wiens positie vergelijkbaar is met die van burgemeester.

Waterschappen zeggen dat ze risicolocaties goed in beeld hebben, maar niet altijd weten welke bouwplannen er in de maak zijn. Vaak blijven deze lang geheim, om bijvoorbeeld grondspeculatie te voorkomen. En als plannen verder vorderen, kan een kritisch advies van het waterschap behoorlijk ongelegen komen.

Dat gebeurde bijvoorbeeld in de Zuidplaspolder, tussen Rotterdam en Gouda. Dat gebied ligt zo’n 6.5 meter onder de zeespiegel en is het laagste punt van Nederland. Ondanks de risico’s van die lage ligging, maakte de gemeente Zuidplas in 2021 plannen voor een heel nieuw dorp, met achtduizend woningen.

‘Solide plan’

De gemeente vroeg het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard wél om advies, maar stuurde de plannen voortijdig naar de gemeenteraad. Bij vertraging zou de gemeente de voorrang verliezen op aankoop van de bouwgrond.

“Wij dachten dat we een solide en robuust plan hadden”, zegt wethouder Jan Willem Schuurman. “Maar we kwamen recht tegenover het waterschap te staan.” Josien van Cappelle, van het waterschap: “Door de tijdsdruk was er te weinig onderzoek gedaan naar de waterhuishouding. Dat vertaalde zich in een bestemmingsplan waarin wij onvoldoende garanties zagen.”

Bemiddelaar

Het conflict liep zo hoog op, dat het waterschap in beroep ging bij de hoogste bestuursrechter van Nederland, de Raad van State. Het ministerie van Volkshuisvesting stelde daarop een bemiddelaar aan die de partijen weer nader tot elkaar bracht. Maar niet voordat het Rijk 78 miljoen euro subsidie gaf voor de ontwikkeling van het gebied.

De gemeenteraad van Zuidplas heeft inmiddels ingestemd met het nieuwe bestemmingsplan. Al laat het waterschap het beroep bij de Raad van State pas definitief varen als alle afspraken zijn nagekomen. De gemeente denkt dat de bouw in 2028 eindelijk kan beginnen.

‘Heldere spelregels’

De adviezen van de waterschappen zwaarder laten wegen en zelfs wettelijk vastleggen, zou slepende processen als in Zuidplas kunnen voorkomen, denkt Van Cappelle. “Nu kunnen wij alleen niet bindende adviezen geven. Maar als je nu niet de goede maatregelen neemt, ben je over tien of twintig jaar veel duurder uit. “

De positie van de waterschappen wettelijk versterken, krijgt ook de steun van de overkoepelende Unie van Waterschappen. “Als we aan de voorkant heldere spelregels hebben, is het makkelijker voor ontwikkelaars om daar rekening mee te houden. Daarmee kunnen ze sneller, gezond en veilig bouwen”, zegt voorzitter Jeroen Haan.

Demissionair minister van Volkshuisvesting Mona Keijzer zegt tegen Nieuwsuur dat ze het belangrijk vindt dat gemeenten de waterschappen vroegtijdig betrekken bij bouwplannen, maar dat het “verder institutionaliseren van hun rol de processen stroperiger en duurder maakt”. De minister vindt dat gemeenten de verschillende belangen – zoals water, natuur, woningbouw en ruimte – af moeten wegen.