Mona Keijzer en Youp van ’t Hek zijn met elkaar in aanvaring gekomen aan de talkshowtafel van Pauw & De Wit. De komediant vindt het flauw dat ze een vraag van Tim de Wit niet wilde beantwoorden.

Door onze entertainmentredactie

Mona Keijzer en Youp van 't Hek © NPO

Vicepremier Mona Keijzer zat gisterenavond aan tafel bij Pauw & De Wit voor een of ander onderwerp over Oekraïeners, maar gastheer Tim de Wit wilde ook nog wat weten over de mediarel die is ontstaan over haar sneer aan de NOS. De BBB-politica heeft min of meer geschreven dat de nieuwsomroep letterlijk propaganda van Hamas over zou tikken.

‘Doen we dit?!’

Als Tim dit relletje aanstipt en een filmpje daarover aankondigt, ergert Mona zich al direct. “Serieus, gaan we dit echt doen?”, zegt ze geërgerd.Hij daarop: “Ja.” Zij weer: “Oké.”

Het stoort Mona dat de media dit blijven uitmelken. “We zijn inmiddels een week verder en blijkbaar besteden we hier nog steeds zendtijd aan. Dat vind ik vrij bijzonder, omdat het iets is dat volgens mij toegestaan is.”

Tongue in cheek

Kritiek op de NOS moet gewoon kunnen, vindt Mona. “We hebben onafhankelijke journalistiek in dit land, dat is een groot goed en ook geborgd in de grondwet, dat vind ik ook, maar dat wil niet zeggen dat je ontheven bent van kritiek. Dat is wat hier tongue in cheek staat en dat is toegestaan en meer valt er eigenlijk niet over te zeggen.”

Als Tim stelt dat het meer dan kritiek is, maar meer een verdachtmaking, sluit Mona de poorten: “Ik ben hier om te praten over het langetermijnbeleid voor Oekraïense ontheemden…”

Youp kritisch

Youp van ’t Hek, die aan tafel zit, begint vervolgens besmuikt te lachen. Mona: “De NOS vindt hier wat van. Misschien moeten ze me dan eens een keer bellen in plaats van dat ik hier nu bij u aan een talkshowtafel zit. Ik heb hier gewoon niet zoveel meer over te zeggen.”

De cabaretier daarop: “Waarom niet?”

Mona: “Omdat ik daarover gezegd heb wat ik daarover gezegd heb en meer is hier niet zo aan toe te voegen.”

Propaganda

Tim wil van Mona weten wat ze nou precies bedoelde. “Vindt u dat de NOS Hamas-propaganda overtikt?”

Mona: “Maar dat is niet wat hier staat en dat zeg ik hier ook niet. Dat is dus weer heel bijzonder.”

Youp: “Wat zegt u dan?”

Mona: “Er staat hier een zin en ik antwoord daarop zoals ik gedaan heb. Ik zit hier nu voor een ander onderwerp. Daarom heb ik ja gezegd tegen uw uitnodiging.”

Afspraken

Tim vindt dat Mona de zaak verdraait. “We hebben ook aan uw woordvoerder laten weten dat we hier wat vragen over wilden stellen.”

Mona: “Dat is goed en er is toen afgesproken dat het prima is om dit even op te brengen. Ik heb er antwoord op gegeven en ik heb er niet zo heel veel meer aan toe te voegen.”

Youp: “Meent u wat daar staat?”

Mona: “Maar ik ga dat hier niet doen, meneer.”

‘Daarom niet!’

Youp bijt zich erin vast. “Waarom niet?”

Mona: “Omdat ik dat niet ga doen.”

Youp: “Maar waarom niet?”

Mona: “Omdat ik dat niet ga doen.”

Youp: “Nee, maar u schrijft dat. Het is dan toch leuk als de vraag gesteld wordt: ‘Meent u dat?’ U bent hier nu toch.”

Mona: “Dat is tot uw dienst, maar ik ben hier uitgenodigd voor een ander onderwerp.”

Youp: “Ja, dat snap ik, maar dan nog: de vraag is toch heel simpel?”

‘Ik zwijg!’

Mona blijft zwijgen. “Nee, ik ben ook aan u geen verantwoording verschuldigd.”

Youp: “Nee, maar de vraag is helder: vindt u dat?”

Mona: “Ja, meneer Van ’t Hek, ik hoef u geen antwoord te geven. Kunnen we nu dan praten over waar ik hier voor uitgenodigd ben? Dat is de afspraak die wij gemaakt hebben met elkaar.”

Youp: “Gezellig.”

Tafelgast Carrie Knoops besluit: “Als je het schrijft, dan meen je het toch?”

Mona: “Ja.”