Op het dieptepunt moesten haar ouders ’s nachts waken naast haar bed, omdat haar lichaam zó op was, dat de kans bestond dat ze de ochtend niet zou halen. En dat terwijl ze een half jaar eerder nog blaakte van gezondheid en alles at waar ze zin in had. Hoe had het zo ver kunnen komen?
Het begon onschuldig, vertelt Anne Bootz. “Ik wilde gewoon wat gezonder leven.” Een kookboek over superfoods en een sportschoolabonnement moeten haar daarbij helpen. Maar in no time slaat ze er helemaal in door. “Vanaf het moment dat ik aan een afvaltraject in de sportschool begon, raakte ik meteen geen suikerkorrel meer aan. Alles moest 100 procent groen, eiwitrijk of natuurlijk zijn.”
Lees ook Gaby Blaaser openhartig over haar strijd tegen anorexia: ’Spangas heeft mijn leven gered’
Ze boekt snel ‘resultaat’: ze valt kilo’s af en oogst daarmee aanvankelijk veel complimentjes. “Dat werkte verslavend voor mij. Ik was op dat moment 18 jaar en altijd erg onzeker geweest. Het voelde alsof ik eindelijk iets had gevonden waar ik goed in was.”
Vanaf het moment dat ze haar calorie-inname gaat bijhouden in een app – op aanraden van een sportschoolinstructeur – wordt eten (of beter: niet-eten) echt een obsessie. “In het begin at ik vooral extreem gezond, maar sinds ik met die app bezig was, wilde ik vooral zo min mogelijk calorieën binnenkrijgen. Ik kon al in paniek raken bij de aanblik van een paar wortels.”
Halve marathon per dag
Terwijl ze steeds minder eet, beweegt ze steeds meer. “Ik had een enorme bewegingsdrang. Als ik een kwartier zat, dacht ik al dat ik was aangekomen en wilde ik meteen weer lopen. Deed ik dat niet, dan schreeuwde een stem in mijn hoofd zo hard dat ik in beweging moest komen, dat ik niets anders kon dan eraan toegeven. Ik denk dat ik een halve marathon per dag liep. Zelfs onze hond kon dat niet bijbenen.”
“In de eetstoorniskliniek voelde ik niet zoveel meer; anorexia vlakt al je emoties af.”
Ze stelde steeds nieuwe doelen voor zichzelf. Steeds een nieuw, lager streefgewicht, dat ze steeds weer haalde. “Dat gaf zo’n kick, dat het me motiveerde om te kijken hoe ver ik kon gaan. Vriendinnen die wilden afvallen, gaven het vaak na een week of drie alweer op. Dat het mij wel lukte, gaf me een goed en zelfverzekerd gevoel.”
Extreem veel afgevallen
In haar boek noemt ze bewust geen getallen om anderen niet te triggeren, maar dat haar gewicht steeds zorgwekkender werd, bleek wel uit de reacties van haar omgeving. Haar ouders, haar zusje, docenten, vriendinnen: ze zien dat Anne in korte tijd extreem veel is afgevallen en spreken haar erop aan.
“Dat vond ik irritant. Ik dacht: waar bemoei je je mee? Ze maakten zich natuurlijk terecht zorgen, maar dat zag ik op dat moment niet. Ik dacht dat het allemaal wel meeviel.”
“Als ik nu beelden van mezelf uit die tijd terugzie, kan ik het bijna niet aanzien, maar toen dacht ik dat ik er normaal uitzag.”
Om commentaar op haar eetgedrag te vermijden, probeert ze zoveel mogelijk te verbergen hoe weinig ze eet. Maar haar ouders houdt ze niet voor de gek. Die stappen op een dag naar de huisarts om hun zorgen te uiten en om hulp te vragen.
Het leidt ertoe dat Anne naar een diëtist moet om aan te komen. Het helpt helaas niets: ze gaat maar één keer en doet niets met het voedingsschema dat ze heeft gekregen. Na haar bezoek aan de diëtist valt Anne alleen maar meer af.
Niet meer ongesteld
Haar botten steken uit, haar gezicht is ingevallen, haar huid is dof. Anne ziet het niet. “Als ik nu beelden van mezelf uit die tijd terugzie, kan ik het bijna niet aanzien, maar toen dacht ik dat ik er normaal uitzag. Bizar wat zo’n stoornis doet.”
Pas als haar lichaam begint uit te vallen, realiseert ze zich dat ze een probleem heeft. “Ik viel heel vaak flauw, mijn hartslag was ontzettend laag en van mijn ooit zo dikke haar was niets meer over. Ook had ik het voortdurend koud en werd ik niet meer ongesteld. Dat vond ik eng, want daar had ik geen controle over.”
Lees ook Victoria Beckham open over eetstoornis in nieuwe Netflixserie: ‘Goed in liegen’
Wanneer ze in het ziekenhuis – waar de huisarts haar naartoe verwijst voor urgente begeleiding – te horen krijgt dat ze doodgaat als ze niet snel hulp accepteert, komt dat ook wel binnen. “En toch was er nog steeds die stem, die zei dat het bij mij heus niet zo ernstig was.”
Een half jaar nadat ze bij de sportschool is begonnen, wordt ze met spoed opgenomen in een eetstoorniskliniek. “Daar speelde ik de perfecte anorexiapatiënt om maar zo snel mogelijk door te kunnen met mijn leven. Ik ging er echt heen voor mijn familie, omdat ik zag hoeveel verdriet ik hen deed. Zelf voelde ik niet zoveel meer; anorexia vlakt al je emoties af.”
Ongezonde dynamiek
Ze verblijft drie maanden in de kliniek, waar eten een voortdurende strijd is. Ook onderling. “Ik zat daar met elf anderen en je kijkt voortdurend naar elkaar: wie neemt die oliebol wel, wie niet? Een ongezonde dynamiek. Het was een heftige tijd, maar het heeft ook mijn leven gered. Ik ben er weer gaan eten.”
“Ik heb levenslang. Het maakt me soms wel verdrietig dat ik mijn lichaam dit heb aangedaan.”
Haar boek, dat eerder deze week uitkwam, schreef ze eigenlijk al in 2018, vlak na haar verblijf in de kliniek. “Maar toen dacht ik: wie houd ik voor de gek? Eten ging weliswaar beter, maar ik was absoluut nog niet hersteld. Zo kon ik toch moeilijk een boek uitbrengen? Ik wilde juist het verhaal schrijven dat ik in andere boeken miste: over dat het herstel pas begint als het eten weer normaal gaat.”
Niet ineens ‘beter’
Want eenmaal thuis uit de kliniek was Anne niet ineens ‘beter’. Ze had nog steeds ondergewicht, moest veel eten om weer aan te komen, en dat ging nog altijd niet makkelijk. Ook moest ze verplicht rust houden. “Maar wat ik vooral lastig vond, was dat ik niets meer had om me aan vast te houden. Die eetstoornis was in korte tijd mijn identiteit geworden.”
De weg naar herstel was lang en zwaar. “Het is niet één rechte lijn geweest. Er waren momenten dat er sprake van was dat ik weer terug naar de kliniek zou moeten. Dat wilde ik absoluut niet, dus dan ging ik weer eten en ging het weer wat beter. Tot ik weer een terugval kreeg.
Zo’n eetstoornis gaat natuurlijk niet alleen over eten, maar nog veel meer om wat erachter zit. Pas als je daaraan werkt, kun je denk ik echt herstellen. Dus ik heb nog wel een aantal psychologen versleten voordat het echt beter met me ging. Stap voor stap heb ik geleerd om niet meteen weer naar de controle van het niet-eten te grijpen als het even wat minder met me gaat.”
Lees ook Steeds meer jonge patiënten willen een ‘anorexiahond’ maar die zijn erg duur
Hoewel het nu veel beter met haar gaat, ondervindt ze nog dagelijks de gevolgen van de roofbouw die ze jarenlang op haar lichaam pleegde. “Vroeger was ik nooit ziek, nu is mijn weerstand heel slecht. Ik heb het nog steeds altijd koud en ik heb niet meer de energie die ik voorheen had. Daarbij heb ik ook nog chronische migraine, waardoor ik niet kan werken. In dat opzicht heb ik levenslang. Het maakt me soms wel verdrietig dat ik mijn lichaam dat heb aangedaan.”
Als ze anderen met een eetstoornis één advies mag geven, dan is het: praat erover. “Deel het met de mensen om je heen, hoe spannend dat ook is. Als ik dat niet had gedaan, was ik er niet meer geweest. Mijn ouders hebben er uiteindelijk voor gezorgd dat ik hulp kreeg, ook al wilde ik dat niet. En als je het lastig vindt om te praten, vind dan een andere manier om je gedachten te uiten. Mail het naar mensen, ga vloggen of bloggen. Zo worden die gedachten in ieder geval al minder krachtig.”
Gevecht van de lange adem
Met haar boek wil ze andere anorexiapatiënten hoop geven. Herstel ís mogelijk, al is het een gevecht van de lange adem. “Bij mij heeft het ook zeven jaar geduurd. Ik dacht dat er een moment zou komen dat ik een soort knop kon omzetten en dat ik dan ‘genezen’ was. Maar zo werkt het niet. Herstel is een opeenstapeling van allerlei kleine momenten, van dingen die je weer doet en kan. Ik durf nu wel te zeggen dat ik echt hersteld ben. Ik kan weer genieten van eten, ben niet meer bezig met calorieën en heb weer zin in het leven.”
‘Het ommetje’ van Anne Bootz is nu verkrijgbaar.
Klik hier voor meer Lifestyle