De aanval is de beste verdediging. Het is een wat clichématige uitspraak die door het internet wordt toegeschreven aan een kleurrijk assortiment figuren: van George Washington tot Mao Zedong, van Captain Kirk tot Johan Cruijff.

Terugblikkend op de campagnes die Frans Timmermans de afgelopen twee jaar voerde, valt op hoe vaak de oppositieleider en zijn partij in de verdediging zaten. Het was vrij schieten op GroenLinks-PvdA, maar de geplaagde Timmermans schoot zelden terug. De strategie was immers om premierwaardig over te komen en een beroep te doen op bestuurlijke professionaliteit. Diederik Samsom benadrukte het nog maar even in de Volkskrant: dit land zou naarstig op zoek zijn ‘naar een kundige premier, niet naar de leukste jongen van de klas’.

Deze depolitiserende insteek leidde tot een reactieve campagne. Timmermans zag zich gedwongen keer op keer te reageren op allerlei rondzingende rechtse frames over asiel, woningnood, islam, zijn persoonlijke impopulariteit en het ‘radicalisme’ in de linkse gelederen. Het is een breder probleem van GroenLinks-PvdA: het ontbreekt aan een duidelijke offensieve strategie.

Op rechts is men al tijden bezig om het frame van ‘de linkse elite’ in te prenten in de hoofden van mensen. Zo’n frame landt natuurlijk niet meteen, je moet het eindeloos herhalen. Marketeers noemen dit het ‘laden’ van een frame. Zo werd Timmermans door Dilan Yesilgöz, Geert Wilders en Caroline van der Plas keer op keer voor ‘elitair’ uitgemaakt in de Tweede Kamer, noemden ze zijn achterban ‘extreem’ en ‘radicaal’ en maakten ze de NPO verdacht als links bolwerk. Het gevolg is dat een verwrongen wereldbeeld de toon zet in het publieke debat.

Wil je als linkse partij af van dat frame, dan zul je een eigen anti-establishment-geluid moeten ‘laden’. Je zal telkens moeten benadrukken dat het in werkelijkheid rechtse elites zijn die aan de knoppen draaien in dit land. Of het nu gaat om vermogende huiseigenaren en banken die al decennia het woonbeleid bepalen, om grote bedrijven die zo min mogelijk belasting willen betalen, om de agro-industrie die weigert in te binden in het landsbelang, of om uitzendbureaus die op publieke kosten arbeidsmigranten uitbuiten; elke keer dat zich iets aandient dat je aan een rechtse elite kunt koppelen, moet je die pedagogische kans grijpen. Dat gebeurt echter weinig.

Rechts vormt de burger naar het eigen wereldbeeld, links blijft maar defensief reageren

Deze defensieve houding zagen we onlangs nog, toen Marjolein Moorman aanschoof bij Café Kockelmann, het WNL-programma dat een soort politiek café van de VVD is. Het was toevallig ook de dag dat de NRC het feeks-appje van informateur Hans Wijers openbaarde. Moorman werd onmiddelijk in het defensief gedrongen. Had ze Yesilgöz al gebeld om als vrouwelijke collega haar steun te betuigen? Wat vond ze hiervan, dit seksisme kon toch niet? En waarom had GroenLinks-PvdA eigenlijk de verkiezingen verloren? Moorman reageerde beduusd en begon maar met de andere tafelgasten mee te bewegen. Ja, seksisme was een groot probleem in de politiek, dit soort apps, dat was natuurlijk niet goed, Wijers was onhoudbaar, zo gaf ze grif toe.

Nu had ik niet graag in haar schoenen gestaan. Demissionair VVD-minister David van Weel zat tegenover haar, verontwaardigd dat D66 zich niet had uitgesproken over dit stuitende seksisme. Daarnaast zat NRC-journalist Hugo Logtenberg nog eens glashard te liegen over zijn ‘onthullingen’. Niet veertien maar vijftien bronnen had hij maar liefst die stelden dat Wijers Yesilgöz een ‘leugenaar’ had genoemd, zo verzekerde hij Sven Kockelmann. Toch was toen al bekend dat het bewuste feeks-appje was aangeleverd door een groep ondernemers die openlijk zeiden de verkiezingen te willen beïnvloeden. Ze wilden een ‘centrum-rechts’ kabinet zonder de ‘populistische flanken’ en stelden GroenLinks-PvdA gelijk met de PVV. Dit frame werd door Logtenberg achteloos herhaald en door niemand aan tafel weersproken.

Het zou nog een week duren voordat Sigrid Kaag bij Buitenhof de dingen eindelijk in perspectief plaatste. Ze stelde terecht vast dat een ongepaste opmerking in een privé-appje heel wat anders is dan publiekelijk campagne voeren tegen mensen met een migratieachtergrond, moslims en vrouwen, zoals Geert Wilders dat deed. Ze uitte haar teleurstelling in de NRC, een krant die in haar ogen ‘bijna het niveau van riooljournalistiek’ had bereikt.

Het contrast met Kaag is niet helemaal eerlijk voor Moorman, die minder tijd had om haar standpunt voor te bereiden. Desalniettemin ontbreekt het aan dit soort offensieve taal op links. Gevraagd naar de linkse verkiezingsnederlaag zei Moorman defensief: ‘Ik kijk liever naar de toekomst.’ Ze had ook met een kwinkslag kunnen zeggen dat rechtse talkshows als Café Kockelmann aan het verlies hebben bijgedragen. GroenLinks-PvdA had vanaf het eerste moment grote stampij kunnen maken over ondernemers die het democratisch proces zeggen te willen beïnvloeden. De rechtse elite werd je daar op een presenteerblaadje aangeboden.

Vroeger deed de PvdA aan vormingswerk. Nu is het rechts dat, via eigen omroepen en de socials, de burger vormt naar het eigen wereldbeeld.

Lees ook:


Editie 50 / 2025

Voorpublicatie
Nr. 50 /

2025