Bliep! Volgende in de rij. „Heef u een QR-code of legitimatie?” Michelle Hoetmer (44) scant vanachter haar balie het telefoonscherm van een klant. Bliep! En daar gaat ze, langs stellingen vol pakketjes, tot vijfhoog opgestapeld in de opslag. „Even kijken, dat moet een flinke zijn…” En ja, hoor. Bliep! Volgende in de rij. „You have an ID?” Bliep! Volgende. „Nou, jij hebt een lekkere jas besteld.” Bliep! „First name Raymond?” Bliep!
Bliep! Bliep! Bliep! Bliep!
Ze heeft er wel eens over gedroomd. Hoorde ze de hele nacht ‘bliep!’. Want het bliepen houdt nooit op. Elke dag opnieuw laden de koeriers – „vandaag zeventien” – hun busjes uit voor Buurtservicepunt Michelle aan de Kloekhorststraat in Amsterdam-Zuidoost. Honderden pakketten die ze inscant, opslaat en weer uitscant zodra de klant ze ophaalt.
Hoetmer begon vijf jaar geleden met twee postzakken per week. Vanuit haar stoel in de zon, voor de deur. Elk pakket levert haar zo’n 20 cent op. Maar ze woonde hier nog niet zo lang en deed het vooral om haar buren te leren kennen. Het jaar daarop breidde ze uit. Ze nam de pakketten aan van twee, drie, vier, vijf bezorgdiensten, huurde de bedrijfsruimte onder haar woning, stopte met werken in de zorg en moet je nu eens zien.
Bewapend met vier telefoons, twee scanners, twee scharen en een tape-pistool gaat Hoetmer de grenzeloze begeerte van haar medemens te lijf. Maar er is geen beginnen aan. De vrijwel permanente rij met buurtbewoners loopt soms tot om de hoek van de straat. Zeker rond Black Friday. En toen weer Cyber Monday. En na Sinterklaas staan ook de kerstpakketten alweer voor de deur.
Al die pakketjes worden binnengebracht via de zijdeur door koeriers die soms struikelen over hun eigen benen van vermoeidheid. Hoetmer, die zelf ook op haar tandvlees loopt, pept ze op met energydrank. En voor de kinderen in de wijk heeft ze lolly’s. En eenzame ouderen koppelt ze aan buurtgenoten. En ze zamelt doppen in voor het goede doel. Want haar pakketpunt is bovenal búúrtpunt.
Diego (32) helpt dezer dagen met inscannen. Hij is zelf koerier geweest, twee jaar lang, maar is blij even wat anders te doen. Om zeven uur ’s ochtends je bus inladen, negen uur je eerste pakketje afleveren, zeven uur ’s avonds klaar. En in de tussentijd: 180 stops. En als mensen niet opendoen, zeker in deze periode, neemt de tijdsdruk toe, „en dan ga je foutjes maken”.
Sommige bezorgers, weet Hoetmer, mieteren dan gewoon de hele lading in een portiek. En wie krijgt de volle laag als een pakketje kwijt is? Juist. Michelle Hoetmer, de enige zichtbare mens in de keten. Terwijl intussen ook op haar telefoon de stroom appjes nooit ophoudt: „Wat zijn de openingstijden?” „Is mijn pakketje er al?” „Past het in mijn fietstas?”
Ze was er eerder dit jaar zó klaar mee dat ze de tent dichtgooide. Twee maanden zat Hoetmer thuis. Gordijnen dicht. Geen muziek. Niet hoesten. Het voelde als ondergedoken. Want ook buiten openingstijden stonden ze te bonzen op haar deur.
En toch is ze weer begonnen. Niet om de drukte en ook niet om geld, maar voor het contact met de buurt. Want het kleinste pakketje in de hele opslag is een gouden doosje Ferrero Rocher, gister bezorgd door een klant. Voor háár. En zonder bliep.
Freek Schravesande doet elke donderdag ergens vanuit Nederland verslag
Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.
De journalistieke principes van NRC