In de strijd tegen nepnieuws wil de Franse president Emmanuel Macron media labelen, las ik in NRC. Het moet duidelijker worden welke media journalistieke codes naleven en welke media niet. Laat ik eerlijk zijn, ik stond meteen op mijn achterste benen. De journalistiek moet de macht controleren, de macht niet de journalistiek. Zo’n uitspraak van een president is koren op de molen van complotdenkers, extreemrechts of het Kremlin. Die kunnen zoiets immers eenvoudig framen als staatspropaganda. En dat zou dan niet eens heel onterecht zijn.
Mijn vermoeden werd bevestigd in hetzelfde artikel. Figuren rond de uiterst rechtse Franse mediamagnaat Vincent Bolloré pakken het cadeautje gretig uit. Het plan wordt weggezet als het oprichten van een ministerie van Waarheid, een totalitaire koerswijziging die doet denken aan de Sovjet-tijd. „Zie je nou wel!”, dacht ik, „dat krijg je ervan”.
Als ik op dezelfde avond dat ik het artikel las een column had moeten schrijven, dan was dat misschien wel de strekking geweest. Gelukkig had ik meer tijd om me in het nieuws te verdiepen. Zo wees correspondent Floor Bouma me vanuit Frankrijk op een artikel van La Voix du Nord, met de letterlijke citaten van Macron en beeld van het evenement op een middelbare school waarop hij die woorden uitsprak. Hij beantwoordde een vraag over het gevaar van desinformatie door erop te wijzen dat het onderscheid tussen journalistieke en niet-journalistieke media duidelijker moet worden. Daar ziet hij een belangrijke verantwoordelijkheid voor de pers zelf. Hij beklemtoont op allerlei manieren dat het niet aan de staat is om de media te controleren, hij wijst erop dat je dan al snel terechtkomt in een autocratie, maar hij steunt wél Verslaggevers Zonder Grenzen, dat precies zo’n journalistiek keurmerk ontwikkelt.
Volstrekt normale uitspraken dus, een storm in een glas water. Eigenlijk bleek dat ook al uit het stuk van NRC en toch stond ik, zoals gezegd, op de achterste benen. Ik was nog gewaarschuwd ook; nadat ik in een appje mijn verontwaardiging had geuit over het nieuws, antwoordde een vriendin dat ik „meeging in het frame van extreemrechts”. „Het zij zo”, reageerde ik verbeten. Ik heb het idee dat ik goed ben in het herkennen van nepnieuws en valse frames en toch liep ik er met open ogen in. Hoe kan dat nou?
Elke keer als ik een politicus zo’n voorstel zie doen, vraag ik me af of ze echt niet begrijpen waartegen we strijden
Mijn mening staat vooraf al vast, omdat ik veel heb nagedacht over dit thema. In zo’n artikel zie ik dan alleen nog bevestiging van mijn gelijk. Ik geloof niet in het labelen van nieuwsartikelen, dat komt deels door eigen ervaring. Ik heb veel satire geschreven voor De Speld en de Volkskrant. Zowel op Facebook als in de krant werd daar soms een satire-label aan toegevoegd, omdat anders mensen er misschien ‘in zouden trappen’. Daar heb ik altijd een pesthekel aan gehad. Het hele internet staat vol met onzin maar mijn stukken, die nooit het doel hebben om te misleiden, zijn het probleem? Daarbij wordt een grap een stuk minder grappig als-ie begint met ‘pas op, hier volgt een grap’. Uit die frustratie komt mijn (misschien te sterke) idee dat je mensen niet moet voorkauwen wat ze lezen of zien, maar dat ze het zelf moeten leren beoordelen.
Bovendien vind ik het probleem van desinformatie veel te groot voor een simpele oplossing. Elke keer als ik een politicus zo’n voorstel zie doen, vraag ik me af of ze echt niet begrijpen waartegen we strijden. „Verslavende en manipulatieve algoritmen van dominante Amerikaanse en Chinese platformbedrijven maken nu de dienst uit”, schreef Folkert Jensma terecht in een gitzwarte column. Hoe goedbedoeld ook, daar gaat een keurmerk niets aan veranderen.
Er bestaat een verschil tussen feiten en de waarheid. Mijn waarheid was al bepaald; dat er een gigantisch probleem is, dat machthebbers daar niet genoeg oog voor hebben en dat labels stom zijn. Word ik geconfronteerd met nieuwe informatie, dan filter ik dat zonder het door te hebben. Ik zie in eerste instantie vooral een bevestiging van mijn waarheid. Of zoals de Amerikaanse journalist Sean Illing het verwoordt: „People love the truth, but they hate facts”. Maar verzin dáár maar eens een oplossing voor.

Thomas Hogeling
Thomas Hogeling beschouwt wekelijks de publieke opinie. Wat wordt er gezegd en vooral niet gezegd?
Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.
De journalistieke principes van NRC