Vervoersbedrijven Arriva, Keolis en EBS krijgen boetes van de provincie Overijssel omdat te veel bussen en treinen vorig jaar te laat waren of uitvielen. Overijssel maakt de boetebedragen nog niet bekend omdat de bedrijven nog in beroep kunnen gaan.

Volgens de provincie hebben reizigers dit jaar weliswaar minder hinder van ‘een slechte uitvoering’ dan in 2024, maar moet de dienstverlening nog steeds beter. EBS krijgt een boete omdat in de concessie IJssel-Vecht, die ook Flevoland en een deel van Gelderland beslaat, te veel bussen uitvielen of niet op tijd arriveerden. De drie betrokken provincies legden EBS vorig jaar al een boete op van 3,5 miljoen euro over 2023.

Ook te veel treinuitval

Arriva wordt beboet voor “onvoldoende prestaties” in de regio Twente, waar het bedrijf stads- en streekbussen heeft rijden en de treindienst Zutphen – Hengelo – Oldenzaal exploiteert. Door onder meer technische problemen vielen ook daar te veel ritten uit of kwamen ze te laat aan, aldus Overijssel.

Keolis, dat de treinlijnen Zwolle – Enschede en Zwolle – Kampen verzorgt, kan ook een boete tegemoetzien. Keolis moest eerder al 1,6 miljoen euro betalen aan de provincie, omdat in 2022 de treinen te vaak niet op tijd reden. Het beroep van Keolis tegen deze boete loopt nog steeds. Zodra die zaak is afgehandeld, bepaalt Overijssel welke financiële consequenties volgen voor de uitval en te laat aankomende treinen in 2023 en 2024.

Boetes naar verbetering ov

Een meerderheid van de Provinciale Staten van Overijssel vindt dat de provincie geïnde ov-boetes moet gebruiken om de kwaliteit van het openbaar vervoer te verbeteren.

ANP / (c) Treinreiziger.nl