Anke Blume, hoogleraar rubbertechnologie aan de Universiteit Twente en ANWB auto-expert Jos van der Drift geven antwoord op jullie vragen.
1. Vanaf welke temperatuur of weersomstandigheden merk je in de praktijk het grootste verschil tussen winter-, zomer- en allseason-banden?
Volgens Van der Drift merk je het vooral zodra het kouder wordt. Zomerbanden worden dan harder, waardoor je minder grip hebt en de remweg langer wordt. “Winterbanden blijven soepel als het koud is. Dat zorgt voor meer grip”, zegt hij. Dat verschil voel je vooral rond of onder de 7 graden.
Het gaat niet om enorme verschillen, maar winterbanden blijven bij kou beter in balans, vooral op nat of glad wegdek. Het grootste voordeel merk je als het onverwacht gaat sneeuwen of vriezen. “Dan ben je blij dat je de juiste banden al onder de auto hebt”, zegt Van der Drift. Want garages lopen in die periode snel vol.
Allseason-banden (‘alle seizoenen’) zijn een goede keuze voor mensen die niet willen wisselen. Ze combineren eigenschappen van zomer- en winterbanden en presteren steeds beter. “De top drie uit onze laatste test komt onder winterse omstandigheden zoals sneeuw en ijs, al dicht in de buurt van een goede winterband.
“Je herkent de allseason-banden aan het symbool met bergtoppen en een ijskristal”, zegt Van der Drift. Wel benadrukt hij dat de kwaliteit sterk verschilt. Alleen de betere allseason-banden zijn echt geschikt voor winterse omstandigheden.
2. Ik heb allseason-banden, mogen die in het buitenland?
Dat hangt af van het land. Sommige wintersportlanden verplichten winterbanden alleen bij slechte weersomstandigheden, andere binnen een vaste periode. In Frankrijk en Italië geldt de plicht alleen in bepaalde regio’s.
Volgens Van der Drift is het belangrijkste dat je banden geschikt zijn voor sneeuw en kou. “Ga je met de auto op wintersport, dan heb je winterbanden of goede allseason-banden nodig”, zegt hij.
Landen stonden vroeger sceptisch tegenover allseason-banden, die vaak ‘vlees noch vis’ werden genoemd. Maar dat beeld verandert. De kwaliteit is sterk verbeterd en wintersportlanden erkennen steeds vaker dat goede allseason-banden voldoen.
Met allseason-banden mét het bergtop-sneeuwvloksymbool mag je rijden in landen met een winterbandenplicht, zoals Duitsland en Frankrijk. In vrijwel alle wintersportlanden worden ze geaccepteerd als alternatief voor winterbanden.
3. Zijn winterbanden nodig in Nederland?
Volgens Van der Drift hangt dat af van hoe je de weg op moet. “Als je werkt in de zorg, taxi rijdt of bij noodweer altijd moet kunnen vertrekken, heb je winterbanden nodig”, zegt hij. Die bieden in sneeuw en ijzel nog steeds de meeste zekerheid.
Voor de meeste mensen is een winterband niet noodzakelijk. “Nederland is vlak en heeft een mild klimaat”, legt hij uit. Toch blijft één regel gelden: met zomerbanden in de sneeuw rijden is gevaarlijk. “Dan wordt de auto een ongeleid projectiel.”
Voor automobilisten die niet willen wisselen tussen zomer- en winterbanden, kan een goed geteste allseason-band een prima alternatief zijn. Allseason-banden worden daarom steeds populairder. “Deze band doet het tegenwoordig goed in zomer én winter”, zegt Van der Drift.
4. Zijn winterbanden recyclebaar?
Winter-, zomer- en allseason-banden zijn allemaal recyclebaar. Volgens Van der Drift betaalt elke klant bij aankoop van een nieuwe band een kleine bijdrage voor het inzamelen. “Jaarlijks worden er ongeveer 9 miljoen banden gerecycled”, zegt hij.
Hoogleraar Blume legt uit waarom dat ingewikkelder is dan het klinkt. “Een band bestaat uit twaalf soorten rubber, plus staal en textiel.” Eerst moeten die onderdelen van elkaar worden gescheiden. Daarna komt het lastigste deel: het rubber opnieuw bruikbaar maken.
Rubber bestaat uit lange ketens die je kunt zien als spaghettislierten. Bij plastic kun je die slierten verhitten om ze opnieuw te vormen, maar bij rubber werkt dat niet. Dat komt door de zogeheten zwavelbruggen. “Die verbindingen houden het rubber stevig en elastisch, maar ze maken recyclen veel moeilijker”, zegt Blume.
Daarom wordt het rubber eerst vermalen tot poeder. Dat poeder moet ‘gedevulkaniseerd’ worden: de zwavelbruggen moeten worden losgemaakt, zonder het materiaal te beschadigen. “Dat klinkt eenvoudig, maar in de praktijk is het ontzettend moeilijk”, zegt Blume.
In Nederland regelt RecyBEM de recycling. Bedrijven in de bandenindustrie leggen geld in en recyclers voeren delen van het proces uit. Van het hergebruikte rubber worden verschillende producten gemaakt. “Je kunt het toevoegen aan asfalt voor betere demping”, zegt Blume. Ook wordt het gerecyclede rubber gebruikt in kunstgrasvelden en voor zachte ondergronden bij speelplaatsen.
5. Welke impact hebben autobanden op de wegen en op de grond naast die wegen? Hoe wordt eventuele schade hersteld?
“Wanneer een band slijt, komt er geen rubber vrij, maar microplastics”, zegt Van der Drift. Deeltjes die van het profiel afrijden, blijven langs de weg liggen en kunnen uiteindelijk in rivieren en zee terechtkomen.
“Een derde van de microplastics ter wereld komt van autobanden”, vult hoogleraar rubbertechnologie Blume aan. Aan het begin van dit jaar ontdekte hun onderzoeksgroep dat zinkoxide, een stof die giftig is voor waterleven, en de accelerator DPG, die de giftige stof aniline vrijgeeft, niet langer nodig zijn in loopvlakken van banden. “We weten dat veel bandenfabrikanten nu bezig zijn deze ontdekking te verwerken in hun nieuwe rubbersamenstelling, zodat toekomstige banden deze twee giftige stoffen niet meer zullen bevatten.” Dat maakt de microplastics die straks nog vrijkomen minder schadelijk.
Toch blijft slijtage onvermijdelijk. “We kunnen geen band maken die niet slijt, want dan heb je ook geen grip”, legt Blume uit. Voor veilig rijden is wrijving nodig, zeker in noodsituaties. Daardoor hoort een bepaalde mate van slijtage bij het huidige rijcomfort en de veiligheid.
Herstel van schade aan de natuur is lastig, omdat de microplastics niet goed op te ruimen zijn. Daarom richten fabrikanten zich vooral op het verbeteren van het materiaal. Veel bedrijven passen hun samenstelling al aan, zegt Blume. “We hopen dat banden de komende jaren steeds minder giftig worden. We kunnen het probleem niet helemaal oplossen, maar we kunnen het wel kleiner maken.”