privéfotoTjeerd de Faber
In samenwerking met
Rijnmond
NOS Nieuws•vandaag, 12:34
Het wordt wennen op de ochtend van Nieuwjaarsdag. Voor het eerst in bijna veertig jaar is Tjeerd de Faber dan niet op de radio en tv om te vertellen over “horrorjaarwisselingen” ten gevolge van vuurwerk. Kinderoogarts De Faber (70) gaat net voor de jaarwisseling met pensioen.
De timing van zijn pensioen is geen toeval, zegt Tjeerd de Faber bij Rijnmond. Eerder dit jaar besloot de Tweede Kamer tot een vuurwerkverbod. Bij de volgende jaarwisseling mag geen consumentenvuurwerk meer worden verkocht en afgestoken.
Faber sprong een gat in de lucht toen het nieuws bekend werd en zegt nu met een gerust hart met pensioen te kunnen.
Oorlogsverwondingen
“Een jaar of tien geleden heb ik me voorgenomen: ik wil íedere nieuwjaarsdienst meemaken. Als je dat gezien hebt, heb je voor een jaar energie om door te gaan”, zegt hij. “Het was M*A*S*H aan de Maas. Het zijn oorlogsverwondingen die je ziet. Je ziet compleet gezonde ogen die aan flarden worden geschoten, in de helft van de gevallen niet eens door eigen schuld.”
M*A*S*H was een film en daarna een tragikomische tv-serie waarin de wederwaardigheden werden gevolgd van dokters en verpleegkundigen in een mobiel veldhospitaal tijdens de Koreaanse oorlog in de jaren 50.
Magisch
Tjeerd de Faber begon zijn carrière in het Oogziekenhuis in Rotterdam in 1982 als coassistent, deed hersenonderzoek bij schele apen en specialiseerde zich als hoornvliesarts. “Het hoornvlies, de cornea, heeft echt iets magisch. Je kunt transplanteren, je kunt chirurgisch ontzettend veel doen. En: je kunt mensen écht beter laten zien”, vertelde hij vorig jaar bij het 150-jarig bestaan van het Oogziekenhuis.
De Faber behandelde altijd alle leeftijden, maar is kinderoogarts. In het omgaan met kinderen en hun ongeruste ouders is hij “echt gegroeid”, vertelt hij. Daarbij spelen ervaringen met zijn eigen kinderen een grote rol. “De oudste had een aangeboren afwijking, waardoor hij wat vingers miste. Ons tweede kind is na vijf maanden overleden aan wiegendood. Dat gebeurde allemaal tijdens mijn opleiding tot oogarts. Dan krijg je wel bepaalde antennes voor verdriet en ongerustheid van ouders.”
Landelijke registratie
Sinds 2002 houdt De Faber alle oogletselcijfers in het Oogziekenhuis in Rotterdam nauwkeurig bij. In 2008 wist hij een landelijke registratie van de grond te krijgen. “Toen zijn ook bij mijn collega’s de ogen opengegaan: dit moet stoppen”, zegt hij.
“Sindsdien pleitten we op medische gronden voor een vuurwerkverbod en in ruil daarvoor professionele vuurwerkshows. Als je arts bent, leg je de eed van Hippocrates af. Daar staat in: breng geen schade toe. Maar daar staat ook in dat als het je als arts lukt om schade te voorkomen, je dat moet doen. Dat is precies wat we met dit dossier hebben gedaan.”
De Faber maakte van de strijd tegen consumentenvuurwerk zijn levenswerk. “Bij mij is het kwartje gevallen in de jaargang 2002/2003”, vertelt hij. “Toen werd op 1 januari ’s ochtends een huilend 3-jarig kind binnengebracht, hartstikke onschuldig. Het vuurwerkongeluk heeft de jeugd van dat jongetje helemaal verpest. Hij is vijf keer geopereerd, maar uiteindelijk is het oog toch blind geworden en kreeg hij een posttraumatisch stresssyndroom. Het jongetje moest daardoor naar het speciaal onderwijs.”
Zwanger
Het is niet de enige situatie die De Faber in herinnering roept. “Een mevrouw uit het Oostblok was hier op vakantie, net na de val van de Muur. Ze kwam op het Stadhuisplein uit een kroeg en werd midden in het oog geraakt door een vuurpijl. Die mevrouw was twintig weken zwanger. Diezelfde nacht hebben we het oog moeten verwijderen, twee dagen later beviel ze van een dood kind. Dat soort horrorverhalen, die vormen je wel.”
Na zo’n 29.000 operaties en iets meer dan 39 jaar in het Oogziekenhuis neemt De Faber op 16 december afscheid. Althans van Rotterdam. “Ik ga nog wel wat werken op Sint-Maarten, omdat ze daar een tekort hebben aan oogartsen.”
Maar de komende jaarwisseling staat hij dus voor het eerst sinds tientallen jaren niet op de OK. Hij gaat samen met zijn vrouw op vakantie, naar een huisje op het Franse platteland.