ANPEen patiënt op de afdeling radiologie in een ziekenhuis. Beeld ter illustratie

NOS Nieuws•vandaag, 12:08

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) maakt zich zorgen over het lage aantal meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag in ziekenhuizen en klinieken. De inspectie kreeg dit jaar slechts vijf meldingen over patiënten die ermee te maken kregen, schrijft Trouw.

Volgens de IGJ komt dat aantal niet overeen met de werkelijkheid. De afgelopen jaren is namelijk in alle sectoren een toename van het aantal meldingen te zien, zegt inspecteur Selini Roozen-Vlachos.

Uit een onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum maken 11.000 mensen jaarlijks seksueel grensoverschrijdend gedrag mee in de hele zorgsector, maar die cijfers zijn niet te zien bij ziekenhuizen en klinieken, zegt Roozen-Vlachos.

‘Verontrustend beeld’

De IGJ roept de sector op om uit te zoeken waarom die cijfers achterblijven, omdat de meldingen die de inspectie wel binnenkrijgt een verontrustend beeld geven. “Het zijn ernstige meldingen met zorgverleners die meerdere slachtoffers maken en waarbij ook al eerdere signalen waren”, zegt Roozen-Vlachos.

“We hebben de afgelopen jaren veroordelingen gezien voor aanranding of verkrachting”, zegt de inspecteur. “En wat daarbij vaak voorkomt is dat de zorgverlener in kwestie ook collega’s heeft aangerand en daarnaast ook patiënten.”

Te hoge drempel

Volgens de inspectie kunnen patiënten terughoudend zijn met het maken van een melding, omdat de drempel nog te hoog is. Ook kunnen ze bang zijn om niet geloofd te worden door de machtsverhouding tussen een zorgverlener en een patiënt.

Het is volgens Roozen-Vlachos daarom belangrijk dat patiënten weten waar ze terechtkunnen als ze een melding willen maken. Dat hoeft volgens haar niet alleen bij het ziekenhuis of bij de IGJ te zijn.

“We horen ook van veel mensen dat ze het prettig vinden om contact op te nemen het bij Centrum Seksueel Geweld of Slachtofferhulp”, zegt ze. “Daar kan je bespreken wat je hebt meegemaakt en wat de volgende stappen kunnen zijn.”