Alberto Stegeman heeft de zendertop van SBS 6 veel hoofdpijn bezorgd in de tijd dat hij het programma Red Mijn Vakantie maakte. “Die adverteerders werden dan te kakken gezet”, klinkt het.
Door onze entertainmentredactie
© RTL
De 54-jarige Alberto Stegeman ging in zijn programma Red Mijn Vakantie jarenlang achter reisaanbieders aan die hun klanten bedonderden. Het zorgde voor spannende beelden, maar ook voor boze kijkers. “Red Mijn Vakantie uit mijn tijd was zó’n moeilijk programma”, zegt Tina Nijkamp, voormalig zenderbaas van SBS 6, in De Mediaweek.
Heel veel gezeik
Consumenten-tv ligt lastig bij de commerciëlen, aldus Tina. “Die adverteerders, die reisorganisaties die hun boel niet goed op orde hadden op locatie, werden dan te kakken gezet”, zegt ze. “Dat is hetzelfde als Kassa op een commerciële zender. Dat kan dus niet. Dan zijn er te veel belangen. Dat werkt niet.”
Het was wel heel leuke tv, vindt Tina. “En Alberto was ook zó goed. Ik vond het heel mooi. Ik vond het een heel mooi programma, maar ik heb er ook ontzettend veel gezeik mee gehad, omdat die reisorganisaties door Alberto werden aangepakt.”
‘Alle spotjes eraf!’
Met name één aflevering heeft Tina echt hoofdbrekens bezorgd. “Er waren mensen die uitzicht zouden hebben op het zwembad en de zee, maar die moesten gewoon naar een binnenplaats kijken.”
Ze vervolgt: “Die reisorganisatie belde dan woedend op naar SBS 6, van: ‘We trekken alle spotjes terug! Tonnen hier, tonnen daar!’ Er werd constant gedreigd. Dat soort programma’s liggen dus heel moeilijk.”
Miljoenen
Tina heeft Red Mijn Vakantie uiteindelijk niet om die reden van de buis gehaald. “Het ging altijd net op het randje goed bij dat programma, maar ik weet wel dat we daarna hebben gezegd van: ‘Ik denk niet dat we nóg zo’n programma moeten doen’, want het is gewoon te veel gezeik.”
Ze besluit: “Daarom zijn Kassa en Radar ook typisch NPO-programma’s. Dat is lekker onafhankelijk en dan kun je veel meer maken. Je bent als commerciële omroep zó afhankelijk van dat soort adverteerders. Die moeten de miljoenen binnen brengen.”