
In de Pilgrim Hill-kerk in Nashville klinkt het gebed voor Pete Hegseth, de Amerikaanse minister van Defensie. Geen wonder, het is ook zijn kerk, hij verhuisde van het progressieve New York naar het bijbelvaste Nashville, vanwaar de Amerikaanse kruistocht voor een christelijke heerschappij wordt gevoerd. ‘Deus vult’ staat op Hegseths arm getatoeëerd, ‘God wil het’.
Veel is er al geschreven over de nationale veiligheidsstrategie die de regering-Trump eerder deze maand publiceerde. Er is opgemerkt dat aan de grote geopolitieke uitdagers van de Verenigde Staten – China en Rusland – weinig woorden worden vuilgemaakt. Er is gehuiverd bij de visie op Europa, waar, volgens het rapport, de vrijheid en soevereiniteit ondermijnd worden door onbegrensde migratie, vooral van moslims, en door censuur. Tel daar nog de dalende geboortecijfers bij op en de beschaving van het continent zal, aldus de Maga-Amerikanen, over twintig jaar zijn uitgewist.
Waar minder bij is stilgestaan, schrijft Thomas Friedman in The New York Times, is bij de rol van God in het document. Trump en zijn kompanen keren zich af van Europa en richten hun blik naar Rusland, omdat zij in Poetin eerder een verdediger van het witte christelijke nationalisme en traditionele waarden zien dan in de weke Europeanen. De Maga-Amerikanen geven niet om democratie en aloude bondgenootschappen, ze zijn strijders voor de ‘westerse beschaving’, en die is wit en christelijk.
God is natuurlijk nooit weggeweest, maar hij is terug als politieke kracht, ook in het Westen. Dat was al zo in het debat over de botsing tussen de islam en de ‘joods-christelijke traditie’ na 9/11 en hier te lande na de opkomst van Pim Fortuyn. Daarbij ging het nog om de verdediging van ‘onze’ progressieve verworvenheden als vrouwenemancipatie en homohuwelijk. Nu is de God van radicaal-rechts conservatief en tegen alles wat zweemt naar queer en vrouwelijke autonomie.
God is ook terug in het nieuws. Als het over christelijke nationalisten gaat en hun greep naar de macht in de VS. In al die conflicten waarin geloofsgroepen tegenover elkaar staan. In de oorlog tussen Israël en Gaza, die mensen over de hele wereld beroert. De afschuwelijke aanslag op de chanoekaviering op Bondi Beach in Australië lijkt er een wrang uitvloeisel van.
Voor een mooiere wereld kunnen gelovigen en
Naast de onverbiddelijke God is er ook een God die veel minder nauw omschreven is, die alle dogma’s heeft losgelaten en staat voor het hogere. Het verlangen naar die God groeit in het Westen, ook in Nederland. Juist millennials staan open voor religie, vaak met scepsis voor de kerk als instituut; voorop staat het zoeken naar zingeving in een maatschappij die wordt getekend door commercie en prestatiedwang. Want het liberalisme, beschrijft de Canadese politiek-filosoof Alexandre Lefebvre, is voor velen uiteindelijk inhoudsloos, ‘een spiritueel bloedeloze leer die het leven berooft van betekenis’.
Voor de redactie van De Groene was dit alles reden om het laatste nummer van het jaar te wijden aan Gods terugkeer, zowel in de politiek als in de zoektocht naar een betekenisvol leven. Een spannende keuze, vonden we, voor een au fond seculier blad. We maakten een roadtrip door het religieuze heartland van Amerika, waar de christen-nationalisten hun imperium proberen te vestigen. We reisden naar Estland, waar de orthodoxe kerk wordt gevreesd vanwege de banden met het patriarchaat van Moskou. En we bezochten orthodox-joodse vrouwen in Israël, die zich onbegrepen voelen en onderling meer verschillen dan gedacht.
De barmhartige God is neergestreken in Kampen, waar christenen al een jaar lang onafgebroken diensten draaien om de Oezbeekse familie Babayants te beschermen tegen uitzetting. We ontdekten dat de God van de EO zijn bekeringsdrift heeft laten varen en dat in de nieuwe boodschap van de omroep twijfel de boventoon voert. En we constateren dat de afkeer van God in de Nederlandse letteren is verdwenen.
We spraken met jonge gelovigen en kloosterlingen, met sjamanen en vrijdenkers. En we gingen te rade bij Margaret Atwood en Donna Haraway, beiden zijn religieus opgevoed, maar leiden nu een seculier leven. Toch hebben ze zich niet helemaal van God afgekeerd. Voor Atwood betekent hij genade. Haraway ziet de kracht van mensen die vanuit kerken, synagogen en tempels net als zij ijveren voor een levenswaardige planeet. De strijd voor een beter leven is een permanente verplichting voor elk serieus persoon, vindt ze, gelovigen en ongelovigen, en zij kunnen maar beter samenwerken. ‘Rechtvaardigheid vinden we niet in de toekomst’, zegt ze. ‘We werken er niet naartoe want het bestaat in het nu. En daar zijn we nu verantwoordelijk voor.’
ongelovigen maar beter samenwerken
PS Het eerste januarinummer van De Groene Amsterdammer verschijnt op 8 januari
Lees ook:





