Geert-Jan Knoops gaat in op de bewering dat de Stint toen die werd aangepast in 2014 opnieuw gekeurd had moeten worden. “Als de vernieuwde versie van de Stint in 2014 zou zijn aangeboden bij de RDW, dan zou die nog steeds vallen onder de regeling bijzondere bromfietsen. Het OM gaat selectief om met de manier waarop de overheid met de toelating omging”, zegt Knoops.
Het OM baseert zich op concrete ervaringen van gebruikers die zouden aantonen dat het om een schadelijk product gaat.
“Er is in het dossier geen bewijs dat er op enig moment door een BSO of school een contract is opgezegd wegens wanprestatie. Als er miljoenen ritten zijn geweest zonder schade, is het vreemd om te stellen dat deze mensen zich schuldig hebben gemaakt aan misleiding op misleiding op misleiding. Er zit geen enkele brief in het dossier van een organisatie die zegt te zijn bedrogen door Renzen en Noorlander. Er is geen enkel contract opgezegd.”
Ook gaat hij in of de directeuren en de bedrijven vervolgt kunnen worden op basis van artikel 174. “Je moet alles in onderling verband en samenhang zien”, zo beschrijft Knoops het standpunt van het OM.
“Het kan niet zo zijn in het strafrecht, dat een aanwijzing en nog een aanwijzing en nog een aanwijzing samen al bewijs vormen dat er gevaar is. Dat maakt nog niet dat er sprake is van wettig en overtuigend bewijs.”
“Er is een stapeling van gebreken: die voegen we samen in één grote ton en daar komt dan het bewijs uit. Zo werkt het strafrecht niet.”