Henny Huisman (74) droomt al jaren van een succesvolle terugkeer op televisie. Waar het André van Duin (78) wél is gelukt, blijft de Soundmixshow-ster spartelen in de vergetelheid. “Pure mazzel.”
Door onze entertainmentredactie
© NPO, SBS
Het is algemeen bekend dat Henny Huisman héél graag wil, dus dat die tv-comeback er nooit van komt, maakt één ding heel duidelijk: ze vinden in Hilversum dat hij niet genoeg talent heeft. Of in elk geval niet het talent wat past bij de huidige tijdsgeest. En dat is triest, want leeftijdsgenootje André van Duin boekt wel ongelooflijk veel succes.
Mazzel
Hoe kan het volgens Henny dat hij niet, maar André nog wél zo succesvol is? “Dat is zo. Ik was bij het jubileum van DeLaMar afgelopen week en daar zei André dat er ook een geluksfactor bij komt kijken”, zegt hij in Weekend.
Eigenlijk is het dus gewoon mazzel, concludeert hij. “Martine Bijl overleed en toen nam André Heel Holland Bakt van haar over. Dat kwam op z’n pad, hij was daar niet bewust mee bezig. En daar kwam vervolgens het bootje varen met Janny van der Heijden bij.”
Kans krijgen
Het is volgens Henny niet zo dat zijn tv-collega kundiger is dan hij. “André is natuurlijk een heel groot talent, maar nogmaals, er komt een stukje geluk bij kijken. Je moet wel de kans krijgen natuurlijk.”
Probeert Henny nooit de aandacht van André’s baas Jan Slagter te trekken? “Regisseur Bob Rooyens heeft jaren geleden een format voor mij voorgelegd, met mensen in boten die aan het vissen waren. Ik kwam dan voorbij in mijn bootje en viste naar verhalen. Jan vond de verhalen heel leuk, maar wilde het format niet.”
Goede moment
André maakt nu wel een programma in een bootje voor Jan. “André doet Denkend aan Holland fantastisch, hij is mijn liefste collega. Maar hij had daarmee nét het goede moment te pakken en ik destijds niet.”
“Het is geen jaloezie, dat heb ik helemaal niet. Ik word overigens voor heel veel dingen gevraagd, van programma’s als Wie is de Mol? tot aan Jouw vrouw, mijn Vrouw en Expeditie Robinson, maar dat doe ik niet. Dat past niet bij me.”