Dit is Legacy, de nieuwe rubriek van Voetbalzone in aanloop naar het WK 2026. Elke aflevering duiken we in het verhaal achter een voetbalnatie. Deze keer kijken we naar Italië’s lange en pijnlijke afdaling. Van de WK-zege in 2006 tot de teleurstellingen die volgden: dit is het verhaal van een viervoudig wereldkampioen die in het internationale voetbal keer op keer teleurstelde.
Het is inmiddels meer dan elf jaar geleden dat Diego Godín in Brazilië met een kopbal het Italië van bondscoach Cesare Prandelli al in de groepsfase uit het WK knikkerde. Op dat moment kon vrijwel niemand zich voorstellen dat dit meer dan een decennium later nog steeds het laatste beeld van Italië op het grootste podium zou zijn.
In die elf jaar raakten de Azzurri een dieptepunt dat toen al historisch laag leek: in 2017 plaatsten ze zich voor het eerst in 59 jaar níét voor het WK, nadat Zweden over twee play-offwedstrijden te sterk was. En toch ging het vijf jaar later nóg slechter, toen het bescheiden Noord-Macedonië de weg naar Qatar versperde.
Dit is het tweede verhaal uit de nieuwe WK-rubriek Legacy van Voetbalzone. Luister nu naar de podcastversie op Spotify of Apple.
Ook voor 2026 hangt het spook van een nieuwe misser boven Italië. Voor de derde achtereenvolgende keer afwezig zijn op een WK blijft een reële mogelijkheid. Het wrange is dat Italië tussendoor, in 2021 onder Roberto Mancini, wél Europees kampioen werd, voor het eerst sinds 1968, in een zinderende finale tegen gastland Engeland.
Wat een nieuw begin had moeten zijn – de geboorte van een modern Italië – bleek achteraf slechts een uitzondering, een gelukstreffer. Want zelfs Luciano Spalletti, een van de beste Italiaanse bondscoaches van de afgelopen twintig jaar, kon het verval geen halt toeroepen toen Mancini in 2023 plots opstapte.
Eerst volgde een vroege uitschakeling op het EK 2024, in de achtste finales tegen Zwitserland, waarna het spel van Italië overal op kritiek stuitte. Daarna ging het mis in de Nations League, en de WK-kwalificatiereeks begon rampzalig. Eerst werd er een kansloze 3-0 nederlaag bij Noorwegen geleden en hierop volgde een moeizame zege op Moldavië. Het kostte Spalletti zijn baan, en zijn opvolger Gennaro Gattuso staat nu voor een loodzware opdracht: kwalificatie voor het WK afdwingen via de play-offs.
Getty Images
Maar kun je deze crisis echt verklaren door gewoon een paar tegenvallende uitslagen op te sommen? Is dat genoeg om te snappen hoe een land dat zó lang tot de wereldtop behoorde opnieuw een WK dreigt mis te lopen, en misschien pas in 2030 terug is, zestien jaar nadat het voor het laatst meedeed?
Nee. De oorzaken van deze langdurige crisis – waarschijnlijk de diepste die Italië ooit heeft meegemaakt, zelfs nog ernstiger dan de moeilijke periodes in de jaren ’50 en ’60 – zijn veel ingewikkelder. Het probleem zit in structurele zwaktes en in het onvermogen om mee te gaan met de tactische en fysieke veranderingen in het moderne voetbal. En nog zorgwekkender: Italië is gestopt met het herkennen en ontwikkelen van nieuw talent en vertrouwt te veel op bestuurders die tekortschieten.
De winst van het WK 2006 was het sluitstuk van een gouden generatie: Buffon, Nesta, Cannavaro, Pirlo, Totti, Del Piero, het waren iconen die al jaren tegen het winnen van een grote prijs aan zaten. Maar die gewonnen penaltyreeks in Berlijn tegen Frankrijk markeerde óók het einde van een tijdperk. Daarna gingen niet alleen de prestaties van het nationale elftal omlaag, ook de Italiaanse clubs presteerden steeds minder op het hoogste Europese niveau.
Na de successen van Milan in 2007 en Inter in 2010 won geen Italiaanse club ooit nog de Champions League of het WK voor clubs. En het WK van 2010 zelf werd een harde wake-upcall: als titelverdediger volgde een pijnlijke uitschakeling in de groepsfase.
Getty Images
Sindsdien bereikten Italiaanse clubs nog wel finales – Juventus en Inter in de Champions League, AS Roma en Atalanta in de Europa League, Roma en Fiorentina in de Conference League – maar het waren uitzonderingen, geen bewijs dat het structureel beter gaat. Het gat met de Europese top is alleen maar groter geworden. Waar de Serie A ooit het voorbeeld was, loopt het nu achteraan.
De vergelijking met de Premier League is bijna onmogelijk. Engeland zag als eerste hoe televisiegeld en internationale investeerders het voetbal voorgoed zouden veranderen. Clubs werden echte entertainmentbedrijven, investeerden in moderne stadions en infrastructuur, en haalden de beste spelers en trainers van de wereld.
In Italië ging het tv-geld juist vooral naar korte-termijnoplossingen: dure selecties die er goed uitzagen, maar weinig toekomst hadden. Stadions raakten verouderd, jeugdopleidingen werden verwaarloosd en clubs bleven hangen in oude structuren. Door de Bosman-uitspraak kochten Italiaanse clubs na 1996 massaal buitenlandse spelers. Jeugdteams zaten vol buitenlandse talentjes, vaak goedkoper dan goed, en jeugdtrainers richtten zich op winnen in plaats van op het ontwikkelen van spelers.
Het is een belangrijke reden waarom Italië de afgelopen twintig jaar, en vooral de laatste elf jaar, zo weinig topvoetballers produceerde. Hoe kan een land dat decennialang wereldtalent voortbracht tegenwoordig moeite hebben om een écht sterke selectie samen te stellen?
Getty Images
Pas de laatste jaren kwamen spelers als Marco Verratti, Gianluigi Donnarumma, Riccardo Calafiori, Gugliemo Vicario, Sandro Tonali, Destiny Udogie, Federico Chiesa, Giacomo Raspadori, Matteo Ruggeri en Giovanni Leoni echt bovendrijven. Veel van hen kozen al snel voor clubs in het buitenland. Tot voor kort bleven Italiaanse voetballers liever in eigen land: de salarissen waren hoog en de behoefte aan avontuur klein. De uitzonderingen – Gianluca Vialli, Paolo Di Canio, Gianfranco Zola en Christian Vieri – bevestigden die regel.
Het is geen toeval dat Italië’s laatste grote toernooiwinst, het EK 2020, werd gedragen door spelers die hun topniveau buiten Italië bereikten, zoals Donnarumma, Jorginho en Verratti.
Nu, in de poging om terug te keren naar het WK, vertrouwt Italië opnieuw op internationaal bekende spelers: Donnarumma (nu bij Manchester City), Calafiori bij Arsenal, Tonali bij Newcastle en Moise Kean, die na moeilijke periodes bij PSG en Liverpool nu bij Fiorentina speelt. Het zijn goede, soms zelfs zeer goede spelers — maar op Donnarumma na zijn het geen supersterren zoals Italië die vroeger in overvloed had.
Getty Images
Voor de toekomst zijn er zeker lichtpuntjes: Francesco Pio Esposito, die indruk maakte bij Spezia en nu spits van Inter is; Giovanni Leoni, een veelbelovende verdediger die door Liverpool werd weggehaald bij Parma; en Francesco Camarda, het wonderkind van Milan, speelt dit seizoen op huurbasis bij Lecce. Maar het blijven uitzonderingen, geen echte trend in een voetbalcultuur die jonge voetballers vaak wantrouwt in plaats van omarmt.
Daar komt bij dat steeds minder Italiaanse jongeren voor voetbal kiezen. Nieuwe helden in andere sporten, zoals Janik Sinner en Matteo Berrettini in het tennis, Sofia Goggia en Federica Brignone in het skiën en de volleybalteams trekken de aandacht. Het nationale elftal moet daarom niet alleen winnen, maar ook weer inspireren.
Getty Images
Bondscoach Gattuso staat onder enorme druk. Nog een mislukte kwalificatie zou een zware klap zijn voor een voetbalbond die al jaren weinig hervormt en nu onder een vergrootglas ligt, terwijl Italië zich voorbereidt op het organiseren van het EK 2032. De discussies over nieuwe stadions in Milaan, Bologna, Florence, Rome en Napels zijn inmiddels bijna net zo belangrijk geworden als het voorkomen van een derde WK-misser op rij.
Het moment van de waarheid voor het Italiaanse voetbal is aangebroken.
Dit was een speciale WK-aflevering van Legacy, de nieuwe rubriek én podcast van Voetbalzone. Elke week brengen we een nieuw verhaal over een grote voetbalnatie. Volg ons in je favoriete podcast-app, zodat je geen aflevering mist.