Urchin

Regie: Harris Dickinson. Met: Frank Dillane, Harris Dickinson, Megan Northam, Amr Waked. Lengte: 99 minuten.

Elke dag wordt hij wakker met het gevoel: nee, jij komt er niet in. Pas aan het einde van Urchin (dat zowel zee-egel als straatrat betekent) krijgen we iets te horen over de woelingen, woede en wanhoop die in hoofpersoon Mike omgaan. Hij probeert in een avondwinkel een fles wodka te bemachtigen, maar heeft niet genoeg geld. Ja logisch, hoor je dan te denken. Maar voor hem is het helemaal niet logisch. Hij heeft die wodka nodig, praat hij als een onsamenhangende Brugman tegen de stoïcijnse verkoper. Nog een verdovend middel bovenop alles wat hij die avond – of die dag, die week – al tot zich heeft genomen. Als hij dan toch elke ochtend weer wakker moet worden, dan verdooft hij zich het liefst de rest van de dag tegen de tijd.

Urchin is niet zomaar een verslag van junkieverdriet. De film duikt in de problematiek die eronder ligt zonder een makkelijke diagnose te stellen. Iemand kan een klootzak zijn en ook hulp nodig hebben.

Mike is de hoofdfiguur en Urchin is het regiedebuut van de Britse acteur Harris Dickinson (1996). Die werd bekend door rollen in grote arthousefilms als Ruben Ostlunds Triangle of Sadness, waarin hij een model speelt dat worstelt met mannelijkheidsstereotypen. Vorig jaar was hij te zien in Halina Reijns Babygirl als de stagiair die het seksleven van ceo Romy (Nicole Kidman) ondersteboven schoffelt. Maar hij wilde eigenlijk regisseur worden, vertelde hij in interviews ter gelegenheid van de première van Urchin in Cannes. Daar kreeg hij meteen de prijs van de internationale filmkritiek en werd zijn hoofdrolspeler Frank Dillane bekroond als beste acteur in de competitie van Un Certain Régard.

Oog voor onderliggende problematiek

Dat was meer dan een beroemdheidsbonus. Urchin is ondanks z’n sterke inbedding in het Britse sociaal-realisme een origineel en zelfverzekerd debuut. En de charismatisch-diabolische Dillane (ooit de jonge Voldemort in de Harry Potter-reeks) knalt van het scherm: als charmante hosselaar, egocentrische junk, ontredderd groot kind. Hij zit gevangen in een spelonk in zijn binnenwereld en pantsert zich tegen de boze buitenwereld met de stekels van een egel.

Dickinson groeide op in Oost-Londen, zijn vader was er sociaal-werker, en zelf deed hij jaren vrijwilligerswerk in de thuislozenzorg. Het is misschien wel daarom dat hij het lef heeft het realisme van de film af en toe te doorbreken met abstracte scènes waarin we Mike volgen in zijn dissociaties en hallucinaties. Dan weer danst hij met een tijdelijke disfunctionele familie van outsiders aan de oevers van de Thames.

Anders dan in de meeste junkiefilms waarin het afglijden en het afkicken de hoofdmoot van de plot vormt, heeft Urchin oog voor de onderliggende problematiek: de psychosegevoeligheid en mentale kwetsbaarheid die zo vaak tegelijkertijd door een verslaving verdoofd én getriggerd worden.

Geef cadeau

Deel

Mail de redactie

De journalistieke principes van NRC